Minder CO2 de lucht inpompen is noodzakelijk, maar met al ons gereken aan dit broeikasgas moeten we ook niet doorslaan. Alle producten en milieuschadelijke activiteiten krijgen tegenwoordig een CO2-etiket. Maar dat is nogal beperkt. Straks hebben we een ‘groene’ plofklip of ‘groene’ kernenergie, en dan komen we van de regen in de drup.
Ik betrapte me er op nadat ik vorige week met een collega een grote Nederlandse staalproducent bezocht. Rode draad van het gesprek was energiebesparing, reductie van CO2-uitstoot en nieuwe technologieën. Ik vergat even dat het bedrijf deze zomer nog een rode wolk boven IJmuiden-haven had veroorzaakt, en verzuimde daarnaar te vragen. Ik fixeerde me helemaal op het kleurloze en reukloze broeikasgas, dat slechts voor 0,04 procent deel uitmaakt van onze aardse atmosfeer maar de mensheid niettemin voor grote problemen stelt. De vraag naar de rode wolk kwam even niet in me op doordat ik zo op CO2 gefixeerd was.
Boosdoener
En daar lijken meer mensen last van te hebben: iedereen kijkt naar die ene boosdoener, koolstofdioxide, die we zoals alle dieren op aarde non-stop uitademen, en waarvan in de geologische tijd miljoenen tonnen zijn opgeslagen in gesteenten, op land en op de zeebodem. We stoken het in no time op, dus zullen we op de blaren moeten zitten. De mens speelt met de tijd: de processen waar de aarde miljoenen jaren over deed, spelen we nu omgekeerd af in enkele eeuwen.
En dus zal de zeespiegel stijgen, de rivieren kunnen hun water niet meer kwijt, de dijken zullen hoger moeten worden, de mooiste eilandparadijzen lopen onder. Aan ons de eenvoudige taak ons huis te gaan isoleren (dat we al veel eerder hadden moeten doen), de auto te laten staan (voor de jonge generatie is autobezit allang geen heilige koe meer) en minder of helemaal geen vlees meer te eten. De opofferingen vallen dus reuze mee!
De bomen gestraft
De CO2-fixatie leidt ertoe dat andere milieuvoor- of nadelen van producten of activiteiten er niet meer toe doen. Zo keek ik met verbazing naar de documentaire Een paar graden minder van Tegenlicht, in aanloop naar COP21. Hierin zagen we dat in Indonesië stukjes oerwoud worden gekapt als ze – op infrarode beelden te zien – minder CO2 opnemen dan andere stukjes bos. Dan krijgen de stammen collectief een stickertje en gaan ze om. Zelfs bomen worden dus kennelijk afgerekend op hun CO2-prestaties.
En er zijn meer verontrustende voorbeelden. Een plofkip zou door de kleine ruimte die hij inneemt een kleine CO2-voetafdruk hebben en dus ‘goed’ scoren. Oerbossen op het Amerikaanse continent belanden als biomassa als bijstook in onze kolencentrales- zo bereiken we immers onze geliefde CO2-neutraliteit. Steenkool wordt in Nederlandse kolencentrales vervangen door energierijk afval, desnoods geïmporteerd. Maar welke emissies komen daar, behalve broeikasgassen, nog meer bij vrij?
Demoniseren
Nog een opmerkelijk fenomeen: de fossiele industrie wordt gedemoniseerd (ze hadden moeten waarschuwen voor klimaatverandering), maar is de opwarming ook boeren dan aan te rekenen, vanwege de methaanuitstoot van hun vee? Als we niet oppassen wordt ook Europa een maatschappij waarin we elkaar om de oren slaan met rechtszaken, met broeikasgassen als een stok om mee te slaan.
Met de huidige CO2-manie is het wachten op een groen label voor kerncentrales, zoals er nu al drie in het Verenigd Koninkrijk gebouwd gaan worden terwijl de kolencentrales er dichtgaan. Wat schiet de wereld daar nu écht mee op?