Facebook stopt met factchecken, kondigde Mark Zuckerberg vorige week aan. Hoe weet je dan nog wat waar is? En wie bepaalt dat eigenlijk? Niemand, volgens filosoof Paul van Tongeren.
“Het is tijd om terug te keren naar onze roots rondom vrije meningsuiting op Facebook en Instagram”, zei Mark Zuckerberg vorige week in een videoboodschap. Eerder al betuigde de CEO van Meta spijt over de ‘te strenge moderatie’ van desinformatie op Facebook tijdens de coronapandemie.
Nu, na een bezoek aan aankomend president Donald Trump, kondigt Zuckerberg aan dat het medium zo ongeveer elke moderatie opgeeft. “Ten eerste gaan we de factcheckers verwijderen en ze vervangen door community notes die vergelijkbaar zijn met X, te beginnen in de VS.” X is het medium van een andere multimiljardair, Elon Musk, die zich sinds zijn promotie tot politiek adviseur van Trump openlijk met de meest uiteenlopende zaken bemoeit, inclusief Europese politiek. Belangrijke Europese regeringsleiders spraken hierover hun ongenoegen uit.
Het wekt bezorgdheid, gezien de enorme hoeveelheid nepnieuws, desinformatie en propaganda die op sociale media rondgaat. Voor miljoenen gebruikers wereldwijd zijn sociale media de belangrijkste - en soms zelfs de enige - informatiebron. Wie bepaalt welke informatie betrouwbaar is? Wie is uiteindelijk de baas van de waarheid? Zijn dat de sociale media, die wel of geen censuur opleggen? Of is dat de volop gewantrouwde wetenschap, met haar onverminderd strenge methodes om tot bewijzen te komen? Of misschien de staat, die de rechter laat beslissen wat wel en niet gezegd mag worden? Of wordt onze perceptie zodanig op de proef gesteld dat straks eigenlijk niemand het nog weet?
Geen twijfel aan twijfel
“Niemand is de baas van de waarheid,” zegt filosoof Paul van Tongeren, emeritus-hoogleraar wijsgerige ethiek aan de Radboud Universiteit en voormalig Denker des Vaderlands. “Eigenlijk is het andersom: de waarheid is de baas over ons.”
Hoe kan dat?
“De waarheid is een soort norm, waar iedereen die uitspraken doet aan probeert te voldoen. Maar zelfs als je iets zegt waarmee de factcheckers van Facebook het eens zijn, heb je daarmee niet de garantie dat het echt waar is. De waarheid overstijgt namelijk elke uitspraak die waarheid claimt. En dus zijn niet wij de baas over de waarheid, maar de waarheid is de baas over alle mensen die proberen ware uitspraken te doen.”
Kunnen we dan wel ooit weten of iets echt waar is?
“Socrates, die aan de basis staat van de westerse filosofie, laat zien dat je bij elke opvatting die naar voren gebracht wordt, kunt vragen of het ook echt waar is. Waarheid is wat we zoeken; ze is een norm die elke pretentie van waarheid transcendeert, overstijgt, te boven gaat.”
Wat betekent dat voor de wetenschap? Je kunt toch wetenschappelijk bewijzen of iets waar is of niet?
“Wetenschappelijke waarheid is niet echt het probleem. De wetenschappelijke uitspraken over de opwarming van de aarde bijvoorbeeld heten waar te zijn, voorzover ze volgens afgesproken spelregels correct iets beschrijven waarvan volgens afgesproken methoden is vastgesteld dat het feitelijk het geval is. Maar ten eerste zijn die afgesproken spelregels zelf daarmee nog niet waar. Je kunt zeggen dat die spelregels, zoals de grammaticale wetten van de taal, de wetten van de logica, de afspraken of gewoontes van de wetenschappelijke toetsing goed functioneren. Maar dat is op zich weer geen bewijs voor de waarheid ervan.”
Je kunt toch moeilijk elke keer al die voorwaarden gaan onderzoeken, voordat je weet of iets wat je zegt waar is.
“Dat is ongeveer wat de Franse denker René Descartes deed met zijn beroemde twijfelexperiment. Hij vroeg zich af of er wel iets was waarvan hij zeker kon zeggen dat het waar was. Om die reden probeerde hij alles wat hij dacht te weten in twijfel te trekken. Want pas als iets niet betwijfeld kan worden, moet het wel waar zijn. De rest blijft onzeker, geen echte kennis. Je kunt wel zeggen dat je het met eigen ogen ziet, maar wie zegt dat je dat niet droomt. ”
Hoe kwam hij daaruit?
“Descartes stelt vast dat er maar één onbetwistbare zekerheid is: hij kan niet twijfelen aan het gegeven dat hij twijfelt. Want als hij dat betwijfelt bevestigt hij wat hij in twijfel trekt. En omdat twijfelen een vorm van denken is, weet hij zeker dat hij denkt. Daaruit volgt Descartes’ beroemde uitspraak: ‘Ik denk, dus ik ben.’”
Maar dat is dan toch zekere en ware kennis?
“Totdat je leest wat Nietzsche schreef: ‘Hoe wist Descartes dat hij het was die dacht? Waar komt die ‘ik’ vandaan? Hij laat zich door de grammatica voorschrijven dat er niet gedacht kan worden zonder dat er ‘iemand’ denkt, dat er dus een denkend subject moet zijn. En wat betekent eigenlijk ‘ik ben’? En hoezo volgt dat uit het feit dat er gedacht wordt? Maar zolang we al die spelregels voor lief nemen is wetenschappelijke waarheid niet echt het probleem.”
Dan kunnen we het tenminste over de wetenschappelijke feiten eens zijn.
“Maar het probleem is: de meeste discussies gaan niet echt over wetenschappelijke vaststelling van feiten. Uitspraken over feiten worden gebruikt als argumenten voor stellingnames over wat we belangrijk vinden. Maar of we dat terecht vinden, of onze gedachten daarover waar zijn, dat valt zelfs met wetenschappelijke methodes niet vast te stellen. Daar blijven we onvermijdelijk zoeken naar een waarheid die met geen enkele spelregel kan worden vastgesteld. In die zin blijft daar de waarheid de baas over ons in plaats van andersom.”
In gesprek
Bij elke vorm van waarheid kun je vragen stellen. Maar is het in tijden van Trump, Musk en Zuckerberg niet juist essentieel dat bijvoorbeeld wetenschap en journalistiek blijven uitgaan van feiten en antwoorden, om nepnieuws en desinformatie te kunnen bestrijden? “Nepnieuws kun je niet met feiten bestrijden,” zegt Paul van Tongeren. “Nepnieuws en verzonnen feiten worden gemotiveerd door belangen, door wat mensen belangrijk vinden. En daarover moet het gesprek gaan. Ook wie zich beroept op factcheckers, doet dat vanuit een bepaald perspectief. Ook degene die wetenschappelijke kennis inbrengt in een debat, heeft opvattingen over wat belangrijk of goed of rechtvaardig is. We moeten ons bewust zijn van de reden waarom we bepaalde feiten aanvoeren.”
Wat hebben we daaraan in het gesprek met iemand als Trump? Stel, er breekt een nieuwe pandemie uit. Trump bagatelliseerde corona. Er is toch simpelweg sprake van waarheid of leugen, bijvoorbeeld als het aankomt op de vraag naar de werking van vaccins?
“Je kunt wetenschappelijk vaststellen wat de werking van vaccins is en van de mate van zekerheid van die kennis. Maar uitspraken daarover fungeren in een debat dat gemotiveerd wordt door wat mensen belangrijk, gevaarlijk, bedreigend of nodig vinden. Als we het daarover niet hebben, blijft ook je ware kennis machteloos.”
Hoe kunnen wij nog het gesprek voeren met andersdenkenden, of mensen die geen deel meer willen uitmaken van het systeem, bijvoorbeeld door vaccins te weigeren op grond van allerlei onbewezen claims?
“Door in gesprek te gaan over wat mensen motiveert om onwetenschappelijke claims zo serieus te nemen. Over wat ze denken dat belangrijk is, van waarde is, rechtvaardig is. Of wat je daarover denkt waar is, kan niet wetenschappelijk bewezen worden. Hier kunnen we alleen in gesprek met elkaar zoeken naar een waarheid die nooit vaststaat.”
Het klinkt als een bijna onmogelijke opgave.
“Het is zeker niet eenvoudig, maar het kan wel. Een goed voorbeeld hiervan gaf IC-arts Diederik Gommers, die tijdens de corona-pandemie advies gaf aan de regering. Aan een talkshowtafel werd hij geconfronteerd met de influencer Famke Louise, op dat moment boegbeeld van de vaccin-weigerende beweging #ikdoenietmeermee. In plaats van haar de les te lezen, bleef hij enkel vragen stellen over haar motivatie: leg me eens uit waar je eigenlijk bang voor bent. Hij ging dus niet in op de feiten, maar op de waardering van de feiten. Na afloop van de uitzending is dat gesprek nog doorgegaan. Hij heeft haar rondgeleid op de IC, en kort daarna heeft ze aangekondigd dat ze toch ‘weer meedeed’.”