Naar de content

De afvalberg van de intensive care

Operatie groene zorg: minder materiaalgebruik

Sanne Boekel voor NEMO Kennislink

Hoeveel materialen gaan er eigenlijk precies doorheen op de intensive care van een ziekenhuis? Het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam bracht dat voor het eerst in kaart.

15 april 2024

Kom je op de afdeling intensive care (ic) van een ziekenhuis terecht, dan gaat het niet goed met je. Je hebt net een zwaar ongeluk gehad, of moet herstellen van een ingrijpende operatie. Omdat de toestand van de patiënt erom vraagt, trekt een ziekenhuis op de ic alles uit de kast. Dat betekent alle mogelijke apparaten, maar ook een enorme hoeveelheid wegwerpmaterialen. De rubberen handschoenen, infuuszakken en spuiten gaan er per dag in grote aantallen doorheen. De ic-afdeling is een grootverbruiker van materialen.

Artsen en verpleegkundigen wisten heus wel dat op de ic’s veel materialen worden gebruikt, maar tijdens de covidpandemie van een paar jaar terug werd pijnlijk duidelijk hoeveel. Al het afval uit de kamers moest op de gang worden verzameld, vertelt Nicole Hunfeld, ziekenhuisapotheker in het Rotterdamse Erasmus Medisch Centrum, waar de ic 56 bedden heeft. “Lopend over de afdeling zag ik overal uitpuilende afvalbakken. Ik zag alleen maar verspilling en er hing continu de geur van plastic. Ik besprak dit met het hoofd van de afdeling ic, Diederik Gommers (die destijds ook de landelijke beschikbaarheid van ic-bedden coördineerde, red.). In no-time hadden we een onderzoeksproject opgezet – zo kan dat soms gaan bij ons. Uitgangspunt: oké, we zien wel dat het enorm veel afval is, maar laten we nu eens echt nagaan hóéveel het is.” De ic is een voor de hand liggende afdeling om dit onderzoek te doen, omdat het na de operatiekamers de plek in het ziekenhuis is met de grootste milieu-impact.

Een ziekenhuisbed ligt vol materialen: rubberen handschoenen, plastic jassen, absorberende bedmatjes, operatiemaskers, injectiespuiten etc.

De hoeveelheid afval van 24 uur zorg voor één patiënt op de intensive care.

Erasmus Medisch Centrum

Keukenweegschaal

Hoewel deze aanpak misschien simpel klinkt, kwam dit neer op het beoordelen van alle materialen die dagelijks worden gebruikt op de afdeling – een aanzienlijke klus. “We wilden van al die producten ook het gewicht bepalen, dus we gingen op de afdeling met keukenweegschalen aan de gang. Collega’s moesten daar wel om lachen. Tegelijk ging het project hierdoor ook bij hen leven. Zo raakten zij betrokken bij het project”, vertelt Hunfeld. Daarnaast namen Hunfeld en Gommers ook het bedrijf Metabolic in de arm, dat overheden, bedrijven en ngo’s helpt met het verduurzamen van hun processen. Op basis van de data van de inkoopafdeling van het ziekenhuis beoordeelde Metabolic de milieu-impact van alle producten die de ic bestelde. “Hierbij waren de expertise en de informatie van onze inkoopafdeling van onschatbare waarde”, aldus Hunfeld.

Inzicht in getallen helpt bij gedragsverandering

Toen na hard werken alle getallen verzameld waren – ze zijn na te lezen in een wetenschappelijk artikel dat het team schreef – bleek er op de ic per dag 17 kilogram aan materialen doorheen te gaan per patiënt. En een deel ervan gaat ongebruikt de afvalbak in, vertelt Hunfeld. “We hebben dit altijd geaccepteerd, maar het kan nu écht niet meer. We moeten de sets van producten die we bestellen, aanpassen. Die mogen alleen producten bevatten die we ook echt gaan gebruiken.” Hoewel de hoeveelheid afval groot is, is het goed om eindelijk de getallen op een rij te hebben. “Ook voor veel collega’s was dit een eyeopener. Vooral dat hun eigen gedrag soms ook onderdeel van het probleem is. Inzicht in de getallen helpt bij gedragsverandering.”

Hotspots

In het onderzoek is ook de uitstroom van materialen zo veel mogelijk in kaart gebracht. Maar dat is wel lastiger, aldus Hunfeld. “Van wat eerst een volle infuuszak is, blijft alleen een paar gram aan plastic over. Het gebruikte vocht zit in de patiënt en gaat na uitplassen via het riool het ziekenhuis uit. Die hoeveelheden kun je niet meten.”

De grondige analyse van de materialenstromen op de ic maakte duidelijk van welke producten er veel wordt gebruikt. De onderzoekers identificeerden vijf van dit soort ‘hotspots’: synthetisch rubberen handschoenen, plastic jassen, absorberende bedmatjes, operatiemaskers en injectiespuiten. Het zijn standaarditems die op een ic-afdeling voortdurend worden gebruikt. Deze hotspots zijn de producten die je als eerste zou moeten aanpakken. “Als het je lukt om het gebruik te verminderen, sla je daarmee de grootste slag qua verkleining van de milieuvoetafdruk.”

Neem nu de dunne rubberen handschoenen, die iedereen wel kent van de huisarts. Zorgverleners trekken om het minste of geringste een nieuw setje aan. Maar dat blijkt gedrag dat er door de jaren heen in is geslopen, zegt Hunfeld. Terwijl de rubberen handschoenen in veel gevallen geen meerwaarde hebben. “Als een collega-arts even binnenloopt om mee te denken, dan krijgt zij vaak een set handschoenen in de handen gedrukt. Maar als ze de patiënt helemaal niet aanraakt, zijn die niet nodig.” Een verspilling van materiaal dus.

De producten die op een ic per dag per patiënt worden gebruikt.

Hunfeld et al., Intensive Care Med., 2023, CC BY-NC 4.0 DEED

Dit soort routinematig gedrag, dat er over vele jaren is ingeslopen, is op meer plekken in het ziekenhuis een bron van materiaalverspilling. Ander voorbeeld: maag-darm-leverartsen nemen soms een biopt om te kijken of er afwijkingen in weefsel zitten die kunnen wijzen op ziekte. “Als het afwijkende gebiedje in het weefsel maar klein is, dan hoeven ze het biopt niet naar de afdeling pathologie te sturen. Maar een arts vertelde me dat ze dat eigenlijk altijd toch doen, voor de zekerheid. Dat is de reflex, het is routine geworden. Dat gedrag veranderen is lastig.”

Gesleep met materialen

Hunfeld was als onderzoeksleider verrast door veel van de resultaten. “Door de enorme hoeveelheden materialen, maar soms ook door nieuwe inzichten. Zeker bij de rubberen handschoenen, die een grote CO2-impact blijken te hebben. En wat ik niet wist: ze brengen een enorm waterverbruik met zich mee. Bij de productie van de grondstof, nitril (afkorting van nitrilbutadieenrubber, red.), in Spanje is veel water nodig. Vervolgens wordt die stof naar Thailand verscheept, waar een fabriek er de handschoenen van maakt. Dat laat ook het gesleep met materialen over de wereld zien trouwens.” Ook het aanzienlijke gebruik van bomen voor de incontinentiematten verraste de onderzoekers. “Het absorberende gedeelte bevat houtpulp omhuld met plastic. Dat wisten we niet. Je leert zoveel van elkaar en van het doen van een grondige analyse.”

‘Meten is weten’ wordt soms gezegd in de wetenschap, en die spreuk gaat hier ook op. Om verspilling goed te kunnen aanpakken, moet je eerst weten hoeveel materialen er worden gebruikt, meent Hunfeld. “Wat dat betreft kunnen we nog veel leren van de bouw. In de zorg lopen we twintig jaar achter. De bouw is al veel verder, met bijvoorbeeld materialenpaspoorten.” Daarin staat vastgelegd welke verschillende materialen in een gebouw zijn gebruikt en hoeveel. Dat is waardevolle informatie wanneer het komt tot slopen van het gebouw, en eventueel opnieuw gebruiken van de materialen. “In de toekomst weten we van elk hulpmiddel in het ziekenhuis wat de milieu-impact is en kunnen we dat laten meewegen bij onze keuze. Als een bepaalde spuit een lagere milieu-impact heeft, kunnen we bewust voor dat product kiezen. Nu stuurt een ziekenhuis bij het inkopen bijna alleen op de laagste prijs.”

Eén voor één

Nu de grootste materiaalverbruikers van de ic bekend zijn, kunnen ze één voor één worden aangepakt. Inmiddels realiseert het Erasmus Medisch Centrum op de ic concrete besparingen. De jassen van plastic worden al minder gebruikt, alleen als ze nodig zijn. “Dat is bij de patiënten die in isolatie liggen. De rest is vervangen door kleinere schorten. Ook willen we wasbare jassen gaan invoeren. Je hebt altijd meer te kiezen dan je vooraf misschien dacht.” Dialysezakken, voor patiënten die dialyse ondergaan op de ic, worden gerecycled, waardoor de afvalstroom met veertien procent is verminderd. “We gebruiken minder absorberende matjes, want een handdoek voldoet vaak ook.” En die kun je wassen. “Spuiten laten we nu gesteriliseerd door de Nederlandse bereidingsapotheek aanleveren. Daardoor mogen we ze langer dan 24 uur gebruiken. Dat scheelt in weggooien van zowel medicatie als van materiaal.”

Voor de handschoenen heeft het Erasmus MC een programma lopen om het gebruik ervan te verminderen. Dat dient om meer bewustwording te kweken over de enorme aantallen en hun milieu-impact. Bij dit onderzoek was ook een student van de TU Delft betrokken, die de zogeheten product journey in kaart bracht. “Dat is vrij letterlijk de reis die een product binnen het ziekenhuis aflegt. Ook dat geeft nieuwe inzichten en is heel waardevol. Zo bleken de dozen waar de rubberen handschoentjes in zitten, vrij snel te scheuren en zaten de handschoentjes er op elkaar gepropt in, waardoor regelmatig handschoenen op de grond vielen en moesten worden weggegooid. Nu hebben we een betere doos laten ontwerpen om die onnodige verspilling tegen te gaan.”

Een arts in een witte doktersjas trekt blauwe rubberen handschoenen aan.

Regelmatig vallen rubberen handschoenen op de grond, waardoor ze moeten worden weggegooid.

Freepik

De eerste hap is dus genomen uit de 17 kilogram aan materialen die elke dag per patiënt op de ic van het Erasmus Medisch Centrum worden gebruikt. Maar het is nog maar het begin. De ambities van Hunfeld en collega’s zijn hoog. “Onze missie is om als ic in 2030 honderd procent circulair te zijn.” Alle materialen die worden weggegooid, zouden dan hergebruikt kunnen worden. “Mijn inschatting is dat in de komende jaren de hoeveelheid afval al omlaag kan met veertig tot vijftig procent.”