Mein Kampf van Adolf Hitler opnieuw uitgeven of niet? In Duitsland is afgelopen jaar een wetenschappelijke versie verschenen, waarna de discussie losbarstte. Het haatzaaiende boek is toch niet voor niets verboden? Historicus Ewoud Kieft is voor een nieuwe uitgave. Alleen door het nationaalsocialisme te bestuderen, kunnen we begrijpen waarom deze ideologie miljoenen aantrok. En Mein Kampf is daar de perfecte bron voor.
Ewoud Kieft heeft zichzelf gedwongen om Mein Kampf zo onbevooroordeeld mogelijk te lezen om te begrijpen waarom de inhoud miljoenen mensen aansprak. Zijn bevindingen heeft hij op een persoonlijke manier beschreven in ‘Het verboden boek. Mein Kampf en de aantrekkingskracht van het nazisme’. Openhartig vertelt Kieft zijn lezer hoe hij in sommige passages, bijvoorbeeld over strijdvaardigheid, meer van zichzelf herkent dan hem lief is. Hoe hij regelmatig het gevoel heeft alsof hij bij een vurig betoog van Hitler zelf aanwezig is. Daarbij citeert hij veelvuldig uit de vertaling ‘Mijn Kamp’ (klonk herkenbaarder dan Mijn Strijd) van Steven Barends uit 1939.
Populistenhandboek
Tegenwoordig heeft bijna niemand het verboden Mein Kampf meer gelezen en massaal vinden we dat dit maar beter is ook. Kieft, die het voorwoord zou schrijven voor een Nederlandse bewerking, heeft er maanden doorheen geploeterd. Volgens hem is het te makkelijk om dit boek en het nationaalsocialisme af te doen als verwerpelijk en alleen voor achterlijke meelopers. Daarvoor sprak het te veel mensen aan. Maar wat was het dan wel? Om dat te verklaren, is de historische context belangrijk. Een groot deel van zijn boek gaat over de tijdgeest in Europa en met name Duitsland na de verloren Eerste Wereldoorlog (1914-1918).
Dit verweeft Kieft met de autobiografische hoofdstukken van Mein Kampf, om aan te tonen hoe Hitler beïnvloed is door zijn tijd en met name door de oorlog. Mein Kampf en het nazisme is, zoals Kieft zegt, voornamelijk een voortvloeisel van de geradicaliseerde Eerste Wereldoorlogscultuur. Duitsland had de oorlog volgens Hitler onterecht verloren en alles moest in het werk worden gesteld om dat recht te zetten. Hoe Hitler dit dacht te bereiken en hoe de massa daarvoor bespeeld moest worden, schreef hij allemaal op. Of zoals Kieft het mooi verwoordt: ‘Met Mein Kampf schreef Hitler een handboek voor populisten, waarin hij al zijn propagandistische inzichten uit de doeken deed, van de noodzaak tot ideologisch radicalisme tot de inrichting van de partijorganisatie’.
Hitler krijgt podium
Bij de opkomst van Hitlers populariteit is het belangrijk om zijn strafrechtelijk proces voor hoogverraad uit 1924 mee te nemen. Kieft doet dat uitgebreid en beschrijft briljant hoe Hitler de (internationale) pers en de rechters bespeelde met zijn retoriek. Maar ook hoe weinig opzienbarend zijn antisemitisme daarin werd gezien. Hitler werd beschuldigd van hoogverraad en kon hier de doodstraf voor krijgen. Op 8 november 1923 wilde hij met hulp van oud-veteranen en vierduizend leden van paramilitaire organisaties een coup plegen in München.
Deze machtsovername mislukte. De rechtszaal gaf Hitler een podium waar hij dankbaar gebruik van maakte. Veel Duitsers die nog nooit van hem of de NSDAP (Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij) hadden gehoord, lazen over dit proces in de krant. En de meeste berichten waren neutraal of positief. Buitenlandse journalisten hoorden Hitlers verdedigingsrede vol Jodenhaat aan, maar weinigen maakten hier woorden aan vuil. Kieft haalt ook de Nederlandse pers aan: ‘De NRC meldde dat Hitler ‘op zeer welsprekende wijze de Joden, de marxisten, de Fransen’ beschimpte, maar benadrukte toch vooral hoe ‘meeslepend’ en ‘dikwijls humoristisch’ zijn verdedigingsrede was geweest.’
Hitlers betoog over de revolutie in de nadagen van de Eerste Wereldoorlog kreeg vooral aandacht. De huidige machthebbers van Duitsland waren volgens hem de echte landverraders: zij hadden miljoenen Duitsers uitgeleverd bij het Verdrag van Versailles. In dit verdrag stond dat Duitsland alle schuld op zich moest nemen en miljarden moest betalen aan de geallieerde landen.
In Mein Kampf legt Hitler uit dat hij expres tegen dit verdrag aanschopte, omdat hij wist hoezeer het gehaat werd. Hij schreef zijn boek nadat hij een half jaar de gevangenis in moest na de rechtszaak en de NSDAP (tijdelijk) verboden werd. Om zijn achterban bij elkaar te houden en zijn ideologie met hen te delen, schreef hij zijn boek.
Ontwrichte samenleving
De naoorlogse afbetalingen werkten een economische crisis in de hand met daarbij een enorme inflatie. De voedselprijzen stegen per uur. Kieft beschrijft beeldend hoe mensen met kruiwagens geld over straat renden om aan eten te komen. De samenleving was ontwricht en de gematigde politici hadden geen antwoorden. Treffend is Kiefts argumentatie hoe dit vooral de gegoede burgers raakte. Arbeiders waren volgens hem wel armoede gewend, maar de groepen daarboven raakten niet alleen hun vermogen kwijt, maar daarmee ook hun sociale status. De Duitsers voelden zich vernederd en schaamden zich. Het verschil met de mondiale elite werd steeds groter en hier wees Hitler de zondebok aan: de Jood.
Slechts één procent van de Duitsers was Joods. Maar Kieft toont aan dat Joden procentueel waren oververtegenwoordigd in onder andere de financiële sector, de groothandel en de media. Dit maakte hen zichtbaar en een makkelijke zondebok. Daarnaast zouden ze volgens Hitler ook de leiders zijn van de socialisten, die de Duitse arbeiders gebruikten voor hun eigen gewin. Kieft kreeg tijdens het lezen steeds meer het gevoel dat Hitler zei wat zijn publiek wilde horen, dat hij merkte dat antisemitische uitspraken het meeste applaus opleverden. Hitlers antisemitisme is daarmee bovenal een politiek middel. Hij beschreef zelfs hoe je dat het beste in moest zetten: ‘Je krijgt het volk alleen mee als je ze één grote verderfelijke vijand geeft, op wie de schuld van de nederlaag kan worden geschoven’. Er is in ieder geval geen bewijs teruggevonden dat Hitler al voor 1919 antisemitische ideeën had, hoewel hij dat in Mein Kampf anders doet voorkomen.
Trauma
Kieft legt duidelijk uit hoezeer Mein Kampf het gevolg is van een oorlogstrauma. Niet alleen dat van Hitler maar van heel Duitsland. Hitler was lang niet de enige die radicale ideeën verkondigde. Gematigde partijen verloren na de Eerste Wereldoorlog ongeveer de helft van hun kiezers. Die trokken naar de politieke, compromisloze uitersten: de communisten en de ultranationalisten. Antisemitisme was in die tijd al wijdverbreid in Europa en tijdens de steeds slechter verlopende Eerste Wereldoorlog werd het radicaler. Het antisemitisme van Hitler onderscheidde zich doordat het de Joden afschilderde als de politieke en economische machthebbers die Duitsland hadden verraden en daarom bestreden moesten worden. Hier was een sterke staat voor nodig, gestoeld op militaire principes.
Het nationaalsocialisme was daarbij de alomvattende wereldbeschouwing want ‘politieke partijen zijn geneigd tot compromissen – wereldbeschouwingen nooit’, volgens Hitler. Hij wist dat de Duitsers hun politici wantrouwden en behoefte hadden aan een ideologie die zin gaf aan alle na-oorlogse ellende. Dat de miljoenen doden en gewonden niet voor niets waren geweest en dat Duitsland er beter uit zouden komen. Ook al moest daarvoor terreur met terreur bestreden worden. Duitsers waren op zoek naar licht in een zwarte periode en een deel van hen dacht dat te vinden in Hitler.
Spektakel
Het grote verschil tussen Hitler en andere (radicale) politici waren niet eens zijn ideeën, maar de manier waarop hij zijn publiek wist te bespelen volgens Kieft. Met meeslepende redevoeringen, spektakel en een aanwijsbare zondebok voor alle ellende bereikte hij de massa. Dit laatste had ook een doel: Hitler wilde zich distantiëren van de elite die aan de macht was. Hij wilde overkomen als de man van het volk, die zich verzette tegen het verrotte establishment.
Zijn inspiratie haalde Hitler onder andere bij de componist Richard Wagner en diens bombastische opera’s, en bij zijn vijand: de socialisten. Veel vlagvertoon, muziekspektakel en nationalistische romantiek moest de toeschouwers ontroeren en meeslepen. Alles in Mein Kampf was bedoeld om de ‘gewone man’ te bespelen. En het werkte in die tijd. Het feit dat wij dit nu absoluut niet kunnen begrijpen, heeft juist met de negatieve associatie uit de Tweede Wereldoorlog te maken, volgens Kieft.
De vreedzame samenleving waarin we nu leven is uiterst kwetsbaar en in de geschiedenis een uitzondering en niet de regel, besefte Kieft na het lezen van Mein Kampf. Hij pleit dan ook voor een nieuwe wetenschappelijke uitgave en bestudering van het boek als historische bron. Dit om inzichten te krijgen in hoe antisemitisme en racisme succesvol konden worden zodat we dat voortaan kunnen bestrijden. Voor wie ook meer wil weten over het ontstaan van het nationaalsocialisme maar de ‘hopen racistische bagger’ in Mein Kampf te heftig zijn, is Het verboden boek van Kieft een echte aanrader.