Wat de parfumindustrie precies heeft betaald voor het ambergris uit de in december bij Texel aangespoelde potvis wil Ecomare niet zeggen. Maar het bedrag ligt ergens tussen de half miljoen en één miljoen euro. Een zeldzame vondst is het, dit gewilde goedje dat in parfum wordt verwerkt. Eén op de honderd potvissen heeft het in zijn lijf, dankzij een foutje van de natuur.
“Het was voor de eerste keer in ons leven dat wij ambergris zagen,” vertelt Arthur Oosterbaan, conservator bij Ecomare. “Echt lekker ruikt het niet; de geur houdt het midden tussen poep en zeelucht.” Toch is dit goedje gewild bij de parfumindustrie. Zó gewild dat voor de 84 kilo ambergris uit de potvis die in december op de zandplaat Noorderhaaks (ook wel “de Razende Bol”) aanspoelde deze maand tussen de half en één miljoen euro werd neergelegd.
Foutje van de natuur
Ambergris ontstaat in het darmstelsel van potvissen en de veel zeldzamere dwergpotvissen, “door een foutje van de natuur,” vertelt Oosterbaan. “Bij potvissen is de overgang van maag naar darm niet altijd goed gesloten. Het lichaam van het dier reageert hierop met het inkapselen van de inktviskaakjes die in de darmen terechtkomen. Meestal poept het dier de brokken ambergris weer uit. Zo spoelt het aan op de stranden. Wij vonden het in de endeldarm, het laatste stukje darm van de dikke darm.”
Geen siersteen
Met barnsteen of amber heeft ambergris niks te maken, want dat is een verharde fossiele hars. Barnsteen is doorschijnend en vooral bekend van sierstenen en stenen die fossielen van insecten bevatten. Oosterbaan: “Ambergris is niét doorschijnend en je kunt het licht indrukken. Het lijkt nog het meest op vloeibaar hout. Als je het verwarmt kun je er draadjes uit trekken. Het drijft op water en komt als geliefde strandvondst nog het meest voor op het zuidelijk halfrond. In Oman verzamelen mensen ambergris door de stranden af te struinen met kamelen”.
Strandjutters
Strandjutters op onze Waddeneilanden vinden echter zelden ambergris, ook omdat er zo weinig potvissen stranden en er al zeker niet zulke grote hoeveelheden in één dier voorkomen. De grootste vondst, van maar liefst 153 kilo, stamt uit 1912. Of de extreem hoge prijs een reden kan zijn om op potvissen te gaan jagen? “Nee,” aldus Oosterbaan. “Ambergris komt slechts voor in één op de honderd potvissen.”
Verkeerde afslag
Toen de potvis werd gevonden wist men nog niet dat het een kleine goudmijn zou zijn. “Naturalis had het eerste recht om het dier te gaan ontleden, maar besloot dat aan ons over te laten,” vertelt Oosterbaan. “We waren in december 2012 druk bezig met het bergen van de net overleden bultrug Johanna die even daarvoor ook op Noorderhaaks was gestrand, toen deze potvis, die later de naam Grutte Pier kreeg, aanspoelde. Hij was al dood toen hij aanspoelde en door een surfer werd gevonden. Potvissen komen niet vaak op de Nederlandse kust terecht. De laatste eeuw is dat iets meer dan twintig keer gebeurd. Bij de Orkney Eilanden nemen ze op hun tocht vanaf het noordpoolgebied naar de zuidelijke Atlantische Oceaan de verkeerde afslag.”
Mediastorm
“We hebben eerst de bultrug versleept, en direct daarna de potvis,” vertelt Oosterbaan alsof het de dag van gisteren was. “We zaten middenin het mediaspektakel dat door de reddingspogingen voor bultrug Johanna was veroorzaakt. Dit heeft, mede door de acties van de Partij voor de Dieren, inmiddels geleid tot een protocol voor aangespoelde, nog levende walvissen. Een protocol voor dode walvissen bestond al. Nu staat zwart op wit dat reddingspogingen na twaalf uur gestaakt moeten worden, terwijl wij met Johanna veel langer bezig geweest zijn. De Tweede kamer moet dit nieuwe protocol nog goedkeuren.”
Seismisch onderzoek
“We hebben ons nog afgevraagd of het tegelijk aanspoelen van de twee walvissen te maken heeft gehad met seismisch onderzoek dat op dat moment werd uitgevoerd in de Noordzee, veel verder naar het noorden. Maar omdat het om twee verschillende soorten ging, leek ons dat toch niet waarschijnlijk. Anders dan de potvis, die helemaal niet in onze Noordzee thuishoort, is een bultrug een dier dat zich wel goed in een ondiepe zee als de Noordzee weet te handhaven en zich kan oriënteren.”
CITES
Het duurde twee maanden voordat Ecomare van het ministerie van Economische Zaken groen licht kreeg voor de verkoop van de brokken ambergris. Oosterbaan: “De regelgeving is complex en hangt samen met het verdrag voor handel in beschermde diersoorten, CITES. Dankzij een eenmalige ontheffing hebben wij het ambergris mogen verkopen”. Hoewel er in de pers wordt geschreven dat de opbrengst naar heel Texel zou gaan, is dat niet het geval, weet Oosterbaan. De opbrengst zal ten goede komen aan de collectie en educatie over de Noord- en Waddenzee van Ecomare. De koper – waarvan de naam geheim blijft – gaat onderzoek doen naar een chemische variant voor ambergris.