Het is hip om vegetarisch te eten en ook het veganisme is populairder dan ooit. Ondertussen staat de gewone mens steeds verder weg van de voedselproductie en komt hij pas met eten in aanraking tijdens de wekelijkse boodschappen. Hoeveel controle hebben we nog over ons voedsel? Moderator Desiree Hoving sprak met drie experts over kweekvlees, genetische modificatie en natuurlijk eten.
De gasten zijn nog niet binnen, maar in de panoramazaal van NEMO Science Museum staat alles klaar voor de elfde editie van NEMO Kennislink Live. Vanavond draait alles om controle over ons voedsel. Hoeveel controle hebben we eigenlijk? En hoe belangrijk is natuurlijk eten? Op tafel vinden we twee bakjes: de een met buffalowormen en de ander gevuld met huiskrekels. Zouden de gasten hiervan durven te eten? En zijn insecten eigenlijk natuurlijk en goed voedsel?
Floris van den Berg is milieufilosoof aan de Universiteit Utrecht en zelfbenoemd ‘vegangelist’. Hij predikt het veganisme en is van mening dat iedereen plantaardig en natuurlijk zou moeten eten. De insecten op tafel vindt hij echter prima: de ecologische voetafdruk is minder dan bij vlees en insecten hebben geen vermogen tot lijden. “Beter dan bitterballen”, zegt hij om te vervolgen dat de veeteeltsector in ons land economisch gezien fantastisch is, maar ecologisch desastreus.
Verder geeft Van den Berg af op onze akkerbouw vanwege de monocultuur en de bestrijdingsmiddelen. Hij pleit voor permacultuur. Dat is een kleinschalige manier van landbouw bedrijven die laag technologisch is en ons dichterbij de natuur moet brengen. Idealiter zou er een ecologisch systeem ontstaan waarbij alles in één kringloop zit: werken, voeding, water, zonne-energie. Bovendien zouden we zo beter leren waar ons voedsel vandaan komt en er meer controle over krijgen dan nu het geval is.
Aardappel anders
Kunnen we deze controle ook terugkrijgen met genetisch gemodificeerd voedsel? Tijdens de miniquiz aan het begin van de avond, bleek dat ruim driekwart van de zaal in de veronderstelling is dat we in Nederland genetisch gemodificeerde aardappelen verbouwen. Tot ieders verbazing blijkt dit niet waar te zijn. Ze liggen echter wel op de plank bij agro-ecolooog Bert Lotz van Wageningen University. Hij deed ruim tien jaar onderzoek naar het genetisch modificeren van aardappelen, om ze bestand te maken tegen de gevreesde aardappelziekte phytophthora.
Deze aardappelen zijn dus nog niet verkrijgbaar in de supermarkt. Dat komt door de strenge regelgeving. Om een genetisch gemodificeerd product in Europa op de markt te brengen is een uitgebreide toelatingsprocedure nodig. Dat kost zoveel tijd en geld, dat er nog geen organisatie aan heeft durven te beginnen. “Zonde, want we zouden graag een onbespoten aardappel willen eten en voor het milieu ook minder bestrijdingsmiddelen willen gebruiken”, aldus Bert Lotz.
Niet alleen de technologie genetische modificatie loopt tegen de extreem strenge regelgeving in Europa aan. Ook de opkomst van kweekvlees wordt erdoor tegengehouden. Ira van Eelen vertelt erover. Zij is adviseur bij het Amerikaanse start-upbedrijf Just én dochter van de geestelijk vader van het kweekvlees, Willem van Eelen.
Foie gras uit het lab
“Het idee van kweekvlees is niet nieuw, het is eigenlijk al heel oud”, begint ze. Haar vader kwam in de jaren veertig al op het idee. Tegenwoordig is het mogelijk om vlees te kweken met een hoeveelheid dierlijke cellen ter grootte van een sesamzaadje. Zelf at Van Eelen een paar weken terug foie gras van eend, terwijl de desbetreffende eend nog vrolijk rondzwom. Het zal echter nog lange tijd duren voordat wij dit in Nederland op ons bord hebben.
Van Eelen: “Het idee is Nederlands, de overheid heeft er zelfs subsidie ingestopt. Nu is het helaas zo dat we klem zitten door de Europese regels, waardoor ik vrees dat Nederland het laatste land is waar we kweekvlees kunnen eten. Dat terwijl kweekvlees een mooi alternatief zou zijn voor wie duurzamer wil eten”.
Kennis is de basis
Kunnen we de controle over ons voedsel terugkrijgen met deze technologieën? Of gaan we toch overstappen op permacultuur? Opvallend is dat het merendeel van het publiek positief staat tegenover genetische modificatie en kweekvlees. We zijn allemaal ‘techno-optimisten’, zegt moderator Desiree Hoving.
Dit terwijl de grote meerderheid van de Nederlandse bevolking eigenlijk geen idee heeft wat biotechnologie precies inhoudt, zo blijkt uit een artikel dat redacteur Rene Rector onlangs schreef voor NEMO Kennislink. Hij licht toe mensen pas een uitspraak willen doen of ze daar voor of tegen zijn, als ze weten wat de toepassing is. De techniek zelf vinden ze van ondergeschikt belang.
Ondanks de verschillende meningen over technologieën en hoe de voedselmaatschappij eruit zou moeten zien, zijn de sprekers het allemaal eens over een ding. Meer openheid en kennis over hoe voedsel geproduceerd wordt is de basis voor controle. Als dit de dialoog kan openen voor nieuwe wet- en regelgeving zou het zelfs kunnen dat we in de toekomst van ons eigen wangslijm vlees kweken in de keuken. Of bij de McDonald’s een Justin Bieber-hamburger bestellen.