Naar de content

Computer helpt om de bijbel te begrijpen

Een boek met Hebreeuws schrift erop.
Een boek met Hebreeuws schrift erop.
Afbeelding van Robert C via Pixabay

Hoe je oud-Hebreeuwse Bijbelteksten precies moet vertalen of interpreteren is niet altijd duidelijk. Van elke Bijbelpassage bestaan daarom talloze vertalingen en commentaren. Volgens theoloog Christiaan Erwich kan de computer helpen om tot een objectieve analyse te komen.

1 februari 2021

Een dominee die in zijn preek een Bijbelpassage wil duiden, heeft geen eenvoudige taak. Er zijn al snel negen of tien commentaren te vinden over één stukje tekst en allemaal zeggen ze wat anders. Neem het volgende zinnetje uit psalm 75: ‘ik spreek recht over jou’. De een zegt: hier spreekt een koning, de ander: een profeet. En dat gaat eindeloos door. “Vooral de ‘wie is wie’-vraag levert menig vertaler hoofdbrekens”, zegt Christiaan Erwich.

Erwich is als theoloog gespecialiseerd in het Oude Testament, het oudste deel van de Bijbel dat is overgeleverd in het Hebreeuws. Omdat de teksten zo oud zijn – dit deel dateert van voor het begin van de christelijke jaartelling – zijn ze niet altijd even makkelijk te doorgronden. Bovendien bestaat zeker een derde van het Oude Testament uit poëzie, wat het nog moeilijker maakt. Het verklaart waarom er zoveel verschillende interpretaties van zijn.

Het zijn stuk voor stuk subjectieve interpretaties op basis van individuele aannames. Maar volgens Erwich kun je ook tot een objectieve interpretatie komen door alleen naar de tekst te kijken. Daarom ontwikkelde hij als promovendus een computermodel dat puur op basis van de tekst uitspraken doet. Het computermodel doopte hij om tot MiMi, Hebreeuws voor ‘wie wie’. Met behulp van MiMi kon hij achterhalen dat de ‘ik’ uit de eerder genoemde zin uit psalm 75 verwijst naar: God.

De Hebreeuwse Bijbel is gelijk aan de Tenach in het jodendom en het Oude Testament in het christendom. Deze term gebruiken academici omdat het een neutrale term is. Christenen spreken van het Oude en het Nieuwe Testament. Het eerste is overgeleverd in Hebreeuws en Aramees (een Semitische taal die ooit de lingua franca in het Midden-Oosten was), het tweede in Koine Grieks (de meest voorkomende vorm van het Oudgrieks).

Dubbelzinnige taal

Om MiMi te ontwikkelen, specialiseerde de theoloog zich in methodes uit de computationele taalkunde. Een belangrijke vraag binnen dat vakgebied is hoe je computers intelligent genoeg maakt om menselijke taal te begrijpen en te produceren. Vooral met dubbelzinnige verwijswoorden weet de computer nog niet zo goed raad.

Neem de volgende zin: ‘De gemeenteraadsleden weigerden de demonstranten een vergunning omdat ze bang waren voor geweld’. Dit is een voorbeeldzin die computerwetenschappers gebruiken om de intelligentie van de computer te testen. Hoewel een mens in deze zin goed kan beredeneren naar wie het persoonlijk voornaamwoord ‘ze’ verwijst, is dit voor de computer nog een brug te ver. Omdat er in oude Bijbelteksten zoveel dubbelzinnige verwijswoorden zitten, kan je deze teksten dus uitstekend gebruiken om een computerprogramma, een zogeheten algoritme, te toetsen.

Voordat je een algoritme hebt dat verwijswoorden in een tekst interpreteert, moet je de computer trainen. Dat deed Erwich door het systeem taalkundige regels te leren, zoals: twee voornaamwoorden die dicht bij elkaar staan en grammaticaal overeenkomen verwijzen naar elkaar. Op basis van die regel kan de computer zien dat in de zin ‘Hij spreekt zijn volk toe’, ‘hij’ en ‘zijn’ aan elkaar gerelateerd zijn. Ze komen grammaticaal overeen omdat ze allebei de grammaticale kenmerken ‘derde persoon’, ‘enkelvoud’ en ‘mannelijk’ hebben.

150 psalmen doorspitten

Op basis van die regels labelde Erwich eerst met de hand 150 psalmen. Voor elk woord dat verwees naar een persoon, gaf hij aan met welk ander woord het verbonden was. De extra informatie die je daarmee aan een tekst toevoegt, noemen wetenschappers ‘annotaties’. Om te onderzoeken of de door hem opgestelde regels eenduidig waren, liet hij ook een aantal van die psalmen door een collega labelen. Vervolgens vergeleek de computer hun annotaties en zag dat ze voor 82 procent overeenkwamen.

Daarna was de beurt aan MiMi, het computeralgoritme. De overeenkomst tussen de annotaties was nu 40 procent, een stuk lager. Toch is dat niet alleen maar een slechte score, legt de onderzoeker uit. Want eigenlijk bestaat zo’n analyse van personen in een tekst uit twee onderdelen. Ten eerste het opsporen van woordjes die verwijzen naar personen zoals voornaamwoorden. Daar bleek de computer supergoed in te zijn, zelfs beter dan de onderzoeker. Maar het relateren van die woorden aan elkaar was ingewikkelder voor MiMi.

“Waar MiMi alleen informatie uit de directe omliggende tekst zelf haalt, kan ik extra informatie halen uit het hele Psalmencorpus, uit de hele Hebreeuwse Bijbel en heb ik ervaring als mens in deze wereld. Al die kennis gebruik ik om verwijswoorden te interpreteren. Een computer heeft al die extra kennis niet, dus het is niet zo gek dat hij lager scoort. Wat dat betreft is mijn onderzoek ook een experiment geweest in het verkennen van wat voor taken de computer van mij kan overnemen als het gaat om het interpreteren van ‘fuzzy data’.”

Ook het Nederlands Bijbelgenootschap dat Nederlandse Bijbelvertalingen verzorgt en uitgeeft, heeft interesse in MiMi, ter ondersteuning van vertaalkeuzes die het Psalmenteam maakt.

Afbeelding van oskiles via Pixabay

App voor dominees

Het algoritme moet dus nog doorontwikkeld worden, maar daarna verwacht Erwich dat de computer een grote verandering teweeg gaat brengen in het vakgebied. Nu zijn de commentaren vaak niet beredeneerd vanuit de tekst, maar vanuit kennis erbuiten. “Dan weet men bijvoorbeeld welke functie een psalm heeft gehad binnen een Israëlische tempel, en op basis daarvan gaat men ervan uit dat de ik-figuur wel een koning of priester moet zijn. Dit algoritme kijkt alleen maar naar de tekst.”

Dat betekent overigens niet dat de mens er zelf niet meer aan te pas komt. “Die commentaren kun je gebruiken als hypothesen die je vervolgens kunt ontkrachten of bevestigen met zo’n algoritme. Een gedeelte van die theorieën kun je vervolgens weggooien.”

Erwich denkt al aan een toepassing in een app voor dominees. “Een goed getrainde dominee legt misschien twee commentaren naast elkaar om een Bijbelpassage uit te leggen in zijn preek. Maar bij het beoordelen van die commentaren kan een computeralgoritme zoals MiMi hem op weg helpen. Het is voor hem een hulpmiddel om de tekst nog beter te duiden.”

Bron
ReactiesReageer