De film ‘Human Nature’ vertelt het verhaal van CRISPR-Cas. De makers behandelen de ontdekking van deze genetische techniek, de verschillende mogelijkheden en de ethische bezwaren die spelen. De film is hierdoor heel compleet, maar af en toe ook wat langdradig.
In 1966 voorspelde bioloog Robert Sinsheimer al dat het ooit mogelijk zou zijn om onze eigen genen aan te passen. Hij kreeg gelijk. De ontwikkelingen op het gebied van genetica gaan razendsnel. We weten inmiddels van veel ziekten welke genen er een rol bij spelen en zijn in staat om deze genen aan of uit te schakelen in losse cellen. De volgende stap is het repareren van kapotte genen in het lichaam van een patiënt. Dit kan met behulp van gentherapie.
Bij gentherapie wordt een nieuw stukje DNA ingespoten bij de patiënt. Voorheen was onduidelijk waar dat nieuwe stukje DNA precies terechtkomt en wat het daar uitvoert. CRISPR-Cas brengt daar verandering in. CRISPR-Cas is een hele precieze moleculaire schaar, die het DNA alleen knipt op de plekken waar onderzoekers dat willen. Op de knipplek kun je dan naar wens een stukje nieuw DNA toevoegen.
Goedkoop en betrouwbaar
In drie hoofdstukken vertelt Human Nature over de ontdekking en werking van CRISPR. Het is interessant om het verhaal van de onderzoekers van het eerste uur te horen. Ze leggen duidelijk en met behulp van mooie analogieën uit hoe CRISPR werkt. De makers vergelijken de ontwikkeling van deze nieuwe techniek met de auto-industrie. De eerste auto’s waren duur en gingen steeds kapot. Toen kwam Ford met een model dat goedkoop en betrouwbaar was en kwam de auto ineens beschikbaar voor een groot deel van de bevolking. Gaat dat met CRISPR ook gebeuren?
In de daaropvolgende hoofdstukken vragen de filmmakers zich af wat het betekent als CRISPR de Ford onder de genetische technieken blijkt te zijn. Wat moeten en willen we dan allemaal aanpassen? Wat volgt is een discussie over de keerzijden van CRISPR met verschillende onderzoekers die op de een of andere manier met de techniek te maken hebben. In dit deel van de film zit naar mijn smaak te veel herhaling. De vraag of we mogen ingrijpen in voortplantingscellen, en daarmee een genetische verandering mogen doorgeven aan de volgende generatie, komt bijvoorbeeld steeds terug. Terwijl de onderzoekers vrij unaniem zijn over het feit dat dit niet wenselijk is. Zij vallen bijvoorbeeld over een experiment waarbij wetenschappers geprobeerd hebben om embryo’s te maken die resistent zijn tegen hiv.
Leren van een aandoening
Heel mooi is het standpunt van sikkelcelpatiënt David. Door een genetische verandering kunnen zijn rode bloedcellen niet genoeg zuurstof opnemen. David moet iedere vier tot zes weken naar het ziekenhuis om zijn bloed te laten spoelen. Zijn levensverwachting is ongeveer veertig jaar. Toch zou hij niet zonder zijn ziekte willen, want – zo stelt hij – van een aandoening kun je ook veel leren. Hij heeft bijvoorbeeld geleerd geduldig te zijn. Het moet aan het kind zelf zijn of het na de geboorte genetisch iets wil veranderen, meent hij.
Archeoloog Ian Hodder trekt een conclusie die blijft hangen: mensen zijn heel goed in dingen uitvinden, maar heel slecht in het overzien van de gevolgen daarvan op lange termijn. Human Nature geeft een kijkje in de wereld van CRISPR met de kennis van nu. Ik ben benieuwd hoe die wereld er over tientallen jaren uitziet.