In de textielindustrie worden gigantisch grote hoeveelheden water gebruikt. China, als grootste textielland ter wereld, spant daarbij de kroon. Vooral de katoenteelt slurpt kostbaar drinkwater op. Verderop in de productieketen, bij het verven van de nog ongekleurde ‘gray cloth’, is een reductie van het watergebruik tot wel 70% mogelijk. Chinese textielbedrijven werken daarom aan waterbesparing, met hulp uit Nederland.
“Het water in China is gewoon té goedkoop,” zegt Jaap van der Meer van het Amsterdamse milieu-adviesbureau IVAM. “De gemeenten bepalen de prijs. Als de waterprijs laag is, zijn textielbedrijven weinig gemotiveerd aan waterbesparing te doen. Terwijl er met simpele ingrepen, zoals kleinere kleurbaden, al snel veel water bespaard kan worden.”
Een belangrijke waterreductie kan worden bereikt door over te gaan op low liquor ratio technologie. Voor iedere ton textiel is nu vaak nog 25 kubieke meter water (procesvloeistof) nodig, ofwel 25 liter water per kilo textiel (de ratio is dan 1:25). Voor donkere kleuren is het watergebruik het hoogst, want daarvoor kunnen wel tien processtappen nodig zijn.
Actief impregneren
Met low liquor ratio technologie kan het watergebruik – per processtap – terug naar vijf liter water per kilo textiel, licht Van der Meer toe. “De bedrijven zullen dan wel moeten investeren in nieuwe machines die met minder water/procesvloeistof werken. Dat kunnen kleinere baden zijn, maar bijvoorbeeld ook het actief impregneren van de kleurstof onder hoge druk. Daarbij worden zowel de kleurstof als het textiel door een nauwe buis geperst, waardoor het contactmoment veel groter is.”
Ook in de laatste processtappen is waterreductie mogelijk. Als het textiel met schoon water wordt gespoeld, kan het spoelwater vrij gemakkelijk hergebruikt worden. Steeds vaker vindt ook – na zuivering – recycling van het afvalwater plaats. Het afvalwater wordt behandeld door het bedrijf zelf.
Soms worden ook de nuttige chemicaliën, zoals alkali (NaOH), eruit gehaald voor hergebruik. Met alle maatregelen tezamen kan tot 70% op het watergebruik worden bespaard.
Noord en Zuid
Van der Meer heeft voor enkele bedrijven in het noordoosten, in de stad Binzhou in de provincie Shandong, in de streek rondom Shanghai, en in het zuiden, in Guangzhou in de provincie Guangdong bekeken wat voor mogelijkheden er voor textielbedrijven zijn om minder water te gebruiken. “De industrie gebruikt water dat ook geschikt is als drinkwater voor de burgers of als irrigatiewater voor de boeren. Dat geldt met name in het noorden van China, waar schoon bronwater wordt opgepompt voor industrieel gebruik. De textielindustrie in het zuiden gebruikt vooral rivierwater, dat na voorzuivering geschikt is als proceswater.”
Verven met vloeibaar CO2
De zwaarste milieubelasting van de textielindustrie zit hem volgens Van der Meer niet zozeer in het gebruik van chemicaliën in de verf, maar juist in het watergebruik. Bovendien is het energiegebruik groter naarmate de waterconsumptie groter is. Dus met waterbesparing wordt ook het gebruik van energie en chemische stoffen verminderd.
Voor het verfproces zijn er wereldwijd al belangrijke innovaties beschikbaar, zoals superkritisch verven met vloeibaar CO2, onder hoge druk. Van der Meer: “Enkele bedrijven in Taiwan passen deze techniek al toe. De Chinese industrie is echter nog niet zover omdat superkritisch verven een hoge mate van automatisering vereist. Ook heb je speciale pigmenten nodig en gaat het proces nog (te) traag”.
In de toekomst verwacht Van der Meer dat het digitale printen een grote vlucht zal nemen. “Daarbij is voor het printen geen water meer nodig en alle kleuren worden in één stap op het textiel gedrukt. Dat is een groot voordeel als je bedenkt dat nu voor iedere kleur een nieuwe processtap nodig is.”
Verkassen naar het binnenland
De Chinese regering ziet er streng op toe dat er steeds milieuvriendelijker wordt gewerkt, aldus Van der Meer, die voor de uitvoering van sommige projecten ook afhankelijk is van de Chinese milieuambtenaren. “Met name aan de kust is de wetgeving streng en wordt er ook beter gehandhaafd. Door de grote autonomie van provincies en gemeenten verschilt de handhaving nogal.”
“Wat je hierdoor steeds vaker ziet is dat bedrijven in het kustgebied hun boeltje oppakken en zich in het binnenland vestigen. Daar is de controle niet alleen een stuk minder streng, men is er ook blij met de extra werkgelegenheid. Textielbedrijven in China zijn sowieso erg mobiel. Als ergens een watertekort heerst of de waterprijzen stijgen, wordt de fabriek ontmanteld en elders weer opgebouwd.”
Binnenlandse markt
In de toekomst verwacht Van der Meer dat Bangladesh een inhaalslag zal maken als exportland. China zal wel de grootste textielproducent blijven doordat het land behalve voor de internationale markt ook veel voor de binnenlandse markt produceert. Vanuit het Water Partnership Program, een programma van de Wereldbank waarin Nederland samen met Denemarken en het Verenigd Koninkrijk deelneemt, zullen in de toekomst ook in Bangladesh waterbesparingsprojecten worden opgezet.
Push tot verduurzaming
De milieuprestaties van de Chinese textielbedrijven lopen sterk uiteen omdat het grotendeels afhankelijk is van de eisen van de afnemers, de zgn. brands of merken, is de ervaring van Van der Meer. De push tot verduurzaming komt dus vooral van de afnemers. Hij constateert dat de bedrijven die uitsluitend aan de lokale markt leveren het slechtst presteren.
“De grootste vernieuwing komt vanuit de internationale merken zelf. Adidas is wel goed bezig, zoals bijvoorbeeld ook Puma en Ikea, maar ook een prijsvechter als Primark toont interesse in duurzame productie. Dit laat zien dat een goedkoop product milieutechnisch niet per definitie slecht hoeft te zijn.”
Nieuwe wetgeving
De laatste jaren heeft de Chinese nationale overheid in samenwerking met de brancheorganisaties in de textielindustrie veel nieuwe wetgeving aangenomen. Zo is inefficiënte oude technologie verboden, moeten bedrijven meer aan bemeteren doen, zelfs tot op het niveau van de individuele machines, en zijn er normen ontwikkeld voor watergebruik per ton textiel.
Uiteindelijk hebben ook de consumenten een stem en zullen ze voor milieuvriendelijke kleding soms dieper in de buidel moeten tasten. Maar dat zou geen probleem moeten zijn, want tegenwoordig is textiel vaak spotgoedkoop.