Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Buitenlanders

Waarom ik beter geen “ja hoor” kan zeggen in het bijzijn van mijn collega’s.

7 juli 2015

Wat werken op een universiteit uniek maakt ten opzichte van de meeste bedrijven is het hoge percentage buitenlanders. In de groep waarin ik werk, komt zo’n 60% niet uit Nederland en in mijn kantoortje ben ik momenteel de enige Nederlander. Dit betekent dan ook dat de voertaal op het werk Engels is. De laatste jaren hebben we relatief veel Spanjaarden, Duitsers, Chinezen en Iraniërs, maar er zijn ook Turken, Russen, een Nigeriaan, een Libanees en een Palestijn.

Inzichten
In deze bijzondere werkomgeving leer je door gesprekken met je collega’s andere landen, culturen en inzichten kennen, begrijpen en waarderen. Hoe komt het dat de (jeugd)werkloosheid in Spanje zo hoog is opgelopen? Hoe denken mensen in Turkije over Erdogan? Hoe kan Boko Haram in Nigeria gestopt worden? Hoe kijken Russen tegen MH17 aan?

“Ja hoor”
En deze gesprekken veranderen niet alleen mijn beeld over de wereld maar ook mijn beeld over Nederland. Hoe bevooroordeeld ben ik zelf over andere landen en kloppen die vooroordelen? Waarom vinden buitenlanders de Nederlands keuken zo slecht? Waarom staat het werkwoord soms helemaal aan het eind van een zin zodat je pas op het eind weet wat iemand wil gaan doen? Waarom feliciteren we iedereen op een verjaardag en gaan we vervolgens met zijn allen in een kringetje zitten? Is het wellicht verstandig om niet meer “ja hoor” (klinkt als “ja whore”) te zeggen in het bijzijn van buitenlanders?

Misschien zal ik de gesprekken met collega’s over dit soort vragen wel het meeste missen wanneer ik mijn periode bij de universiteit afrond.

ReactiesReageer