Er worden steeds meer innovatieve oplossingen bedacht om Nederland te beschermen tegen water. Zo gaat Rijkswaterstaat de Houtribdijk in het IJsselmeer veiliger maken door zand te gebruiken, wat een wereldprimeur is.
Tussen Hoek van Holland en Scheveningen doet Rijkswaterstaat al langer onderzoek naar het beschermen van de kust met zand. Rijkswaterstaat spuit voor de kust zand op, dat golven en stroming vervolgens verplaatsen richting het strand. Op deze manier beschermen natuurlijke processen de kust. Dit gebruik van natuurlijke processen in plaats van harde maatregelen, zoals dijken, heet Building with Nature. Omdat dit principe goedkoper en duurzamer is, is het gunstig als het niet alleen werkt in zee, maar ook in een meer.
Het grootste verschil met de zee is dat een meer geen getijden kent. Als gevolg hiervan variëren de waterstanden weinig. Ook is de strijklengte, de afstand die wind aflegt over open water, veel korter waardoor de golven niet hoog kunnen worden. Het gebrek aan getijden en de kortere strijklengte zorgen ervoor dat zand anders reageert.
Onverwacht kustprofiel
Daarom heeft Ecoshape in opdracht van Rijkswaterstaat een pilotstudie uitgevoerd bij de Houtribdijk, die het Markermeer en IJsselmeer scheidt. Ecoshape is een stichting met verschillende partners, waaronder Deltares, die onderzoek doet naar Building with Nature. In 2014 is er 70.000 m3 zand voor de Houtribdijk gestort, over een lente van 400 meter. Ecoshape monitort hoe dit zand zich gedraagt om te bepalen hoe een veilige en stabiele vooroever gecreëerd kan worden.
Een verrassende uitkomst van de pilot is dat er op 80 centimeter diepte een 40 meter lang plateau is gevormd. Ellis Penning van Deltares legt uit dat het plateau op deze diepte waarschijnlijk is ontstaan doordat de golven niet dieper komen, wat het afzetten en verwijderen van zand op een bepaalde manier beïnvloedt. “Een ingewikkeld proces bepaalt de uiteindelijke vorm van het plateau. Om dit proces beter te begrijpen zijn we nog steeds metingen aan het doen.”
Een ander opvallend resultaat is dat de overgang van het land naar het plateau veel steiler is dan bij een normaal kustprofiel, waarbij de helling geleidelijk is en naar boven toe een lichte holle vorm krijgt. Dit heeft, naast de afwezigheid van getij, te maken met de korrelgrootte van het zand, zegt Penning. “Grof materiaal bevindt zich rond de oeverlijn en blijft stabiel liggen op een steil profiel, terwijl de golven fijn materiaal verplaatsen naar diepere delen.”
10 miljoen kubieke meter zand
Omdat de pilot succesvol was, gaat Rijkswaterstaat rond de 10 miljoen m3 zand storten voor de Houtribdijk, tussen Enkhuizen en Trintelhaven. Rijkswaterstaat heeft voor een grote hoeveelheid zand gekozen zodat, mocht er tijdens een storm zand wegslaan, er nog genoeg overblijft om de dijk te beschermen. “Door deze slijtlaag hoeft er niet vaak zand bij te worden gestort. Dit is gunstig aangezien zand opspuiten een grote inspanning is”, zegt Penning.
Door het storten van zand ontstaan er vooroevers, die geleidelijk aflopen waardoor 70 meter zich boven water zal bevinden en 70 meter onder water. Penning vergelijkt dit met zandkastelen. “Als je een berg bouwt op het strand heeft deze altijd de vorm van een piramide. Bouw je iets met rechte muren dan stort het vanzelf in tot iets wat weer op een piramide gaat lijken.” De vooroevers ontlasten de dijk, aangezien de golven niet meer op de dijk breken maar op de vooroever. Hierdoor is het niet nodig de dijk zelf te versterken. Dit is een voordeel, want het storten van zand is goedkoper en duurzamer.
Blij met muggen
Bij dit project houdt Rijkswaterstaat niet alleen rekening met waterveiligheid, maar ook met natuur en recreatie. Bij Lelystad komt een watersportstrand en bij Trintelhaven komt een natuurgebied van 270 hectare met de naam Trintelzand. Dit gebied zal bestaan uit zandplaten, slikken, rietoevers en ondiep water tussen de zandplaten.
Het nieuwe natuurgebied trekt hopelijk veel mossels, slakjes en muggen aan. Deze muggen zijn een belangrijke voedselbron, niet alleen voor het waterleven maar ook voor vleermuizen, die boven de Houtribdijk het IJsselmeer oversteken. In de ondiepe baai kunnen vissen zoals spiering en snoekbaars eieren leggen. De vissen en mosselen trekken op hun beurt weer vogels aan, waardoor er een natuurgebied ontstaat met een grote biodiversiteit.
Penning denkt dat er in de toekomst meer dijken met zand kunnen worden versterkt, afhankelijk van de locatie. Als het water voor de dijk erg diep is of het zand van ver moet komen, is de traditionele bescherming met stortsteen en asfalt goedkoper. “Maar als het qua kosten hetzelfde is en veilig genoeg is, kan ook worden gekeken naar de meerwaarde die de zandige vooroevers hebben voor andere doelen: biodiversiteit, nieuwe natuur, recreatie en landschappelijke aantrekkelijkheid.”