Bomen leiden een sociaal leven met drama, liefde en vriendschap, laat boswachter Peter Wohlleben zien in Het verborgen leven van bomen. Kennislink interviewde de natuurliefhebber over de onbekende wereld die hij onder het bladerdak ontdekte.
Jaren geleden stuitte de Duitse boswachter Peter Wohlleben in het beukenreservaat waar hij werkt op een stuk oud, hard beukenhout. Optillen lukte niet, zo stevig zat de boomstronk in de aarde. Met zijn zakmes schraapte hij wat schors weg. Plots kwam er groen tevoorschijn. Dat kon niet anders dan chlorofyl zijn, het bladgroen waarmee planten licht opvangen om fotosynthese te bedrijven. Die oude knoestige stronk was helemaal niet dood, besefte Wohlleben. De ooit reusachtige beukenboom was al minstens vierhonderd jaar geleden gekapt. De buurbomen hebben de resten ervan nog eeuwen in leven gehouden, door de wortels aaneen te sluiten om de stronk suikers te geven.
Het is een opmerkelijke bevinding die Wohlleben beschrijft in zijn boek Het verborgen leven van bomen, dat sinds kort in de winkels ligt. Elke dag in het bos is een nieuwe ontdekkingsreis voor de boswachter. “Ik had werkelijk niet verwacht dat bomen zulke sociale organismen waren en dat ze hun oude soortgenoten honderden jaren lang ondersteunen”, reageert hij. Leer het bos kennen en de bomen lijken hun geheimen prijs te geven. In zijn boek deelt Wohlleben wonderbaarlijke boomverhalen, over hoe ze met elkaar communiceren, wat ze voelen en hoe ze met hun familie samenleven.
Denkt u met dit boek het grootste deel van het verborgen leven van bomen inzichtelijk te hebben gemaakt? Hoeveel meer is er nog te vertellen?
“De meeste zaken die ik beschrijf zijn welbekend, maar alleen bij wetenschappers. De taal die zij gebruiken is zo droog: het zit vol met technische termen die niemand leuk vindt, leest of begrijpt. Ik heb het verhaal in gewone woorden verteld en er persoonlijke observaties tussen gestopt. En ja, er valt nog steeds veel te ontdekken.”
Wat is in uw ogen nog het grootste boommysterie?
“Het grootste mysterie betreft hun geheugen en intelligentie. Waar slaan bomen hun herinneringen op? Hebben ze iets als een brein? En waar zit dan het grootste deel van dat brein: in de delen boven of onder de grond?”
Wat is uw standpunt in het debat over de intelligentie van bomen. Kunnen ze denken?
“Ik ben er nog niet zeker van. Het is beter om er nu niet te lang over na te denken en te wachten op meer onderzoek. Ik blijf het liefst wetenschappelijk, maar soms klinken de feiten echt ongelofelijk.”
U schrijft dat een bos er geen belang bij heeft om de zwakke individuen van een soort te verliezen. Dat rijmt niet met natuurlijke selectie. Hoe evolueren boomsoorten dan?
“Het is net zoals het is voor de menselijke soort: samen staan we sterker. Dat betekent niet dat er geen evolutie is. Er zijn bomen die beter omgaan met de weersomstandigheden of met de aanval van insecten dan andere. Om te overleven hebben bomen buren nodig, een grote samenleving die hun eigen lokale klimaat ontwikkelt. Samen kunnen bomen bijvoorbeeld de lucht erg vochtig houden om te voorkomen dat leden van de soort uitdrogen.”
Wordt er bij bosbeheer rekening gehouden met de gevoelens van bomen?
“Bosbouw verstoort altijd het sociale leven van bomen. De overblijvende bomen worden individuen na het kappen van hun soortgenoten. Daar lijden ze onder: ze worden ziek. Je ziet dat de kroon bladeren verliest.”
Voor u in 2006 boswachter werd, werkte u bij bosbeheer in het Rijnland. Heeft u ideeën over hoe we bosbeheer anders kunnen aanpakken?
“Het is noodzakelijk om meer reservaten aan te leggen, waar bomen leven zonder verstoringen. Daartussenin kunnen we gebieden beheren, waar we voorzichtig bomen kappen. Niet met grote machines maar met bosarbeiders en paarden. Zo doen we dat sinds jaren in Hümmel, waar ik woon, en we verdienen meer geld dan voorheen. Waarom? Het bos werd gezonder en produceert nu meer hout.”
Vindt u dat bomen dezelfde rechten en bescherming zouden moeten krijgen als dieren?
“Ja, zonder twijfel. We kunnen levende wezens niet langer verdelen in verschillende categorieën, waarin we de ene gebruiken zonder hun gevoelens in acht te nemen terwijl we de ander respecteren en aandacht geven.”
Wat is uw favoriete boom?
“Zo’n boom heb ik niet. Als ik in een bos ben waar de lokale soorten vredig kunnen leven, dan zijn de bomen in dat bos mijn favorieten op dat moment. In Hümmel zijn dat beuken, in Lapland hou ik van sparren en dennenbomen.”