Een digitale boerderij beheren is niet alleen meer een spelletje. Op de computer akkers inrichten kan ook echte telers helpen. Dat leert een nieuw beslismodel dat telers helpt de bodem gezond te houden.
Ze heten Barbie Farm Day, Farmer business of Youdi Farm 2. Er zijn zeker twintig computerspelletjes in de handel waarmee je een digitale boerderij kunt beheren. Maar intussen lijkt dit digitale akkerbeheer ook voor echte telers interessant te worden. Dat leert een nieuw type computermodel dat helpt de bodem gezond te houden. Hierin worden de gevolgen van opties, zoals het telen van resistente rassen of een ruimere gewasrotatie op kaarten van de eigen akker, geprojecteerd. Het model helpt telers schadelijke aaltjes milieuvriendelijker te beheersen.
“Kijk”, zegt aaltjeskenner Thomas Been van Wageningen UR. Op zijn computer toont hij een stukje kleiige akker in Flevoland. In het midden lichten meerdere stroken op. Daar is het schadelijke aardappelcysteaaltje gesignaleerd. Door een echt bodemonderzoeksbureau: ISACert NAK AGRO in Zwolle of BLLG in Wageningen.
Virtueel telen
“Wat kan ik aan die aaltjes doen?” vraagt de plantenziektekundige zich hardop af. Hij scrolt door een lange lijst aardappelrassen en kiest Innovator, een van de rassen die een hoge resistentie tegen dit aardappelcysteaaltje bezit. Dit ras, dat McDonald’s nu voor zijn frietjes gebruikt, laat hij virtueel één gewasrotatie in de besmette stroken groeien. Binnen drie seconden rolt uit het programma hoeveel minder aaltjes er daarna in de bodem zitten – bijna geen meer.
Het beslismodel, NemaDecide Geo geheten, werd 9 oktober gepresenteerd bij Agrifirm Plant in Apeldoorn. Het helpt telers alternatieven te kiezen voor Monam, het enige grondontsmettingsmiddel dat in Nederland nog is toegestaan. De overheid stelt hieraan steeds strengere voorwaarden. Monam doodt al het bodemleven, en daarnaast wordt vermoed dat het de gezondheid van omwonenden schaadt – actiegroepen als ‘Bollenboos’ klagen hier in ieder geval over.
Meercellige diertjes
Vanwege de strengere regels moeten telers vaker kiezen voor aaltjesresistente rassen, ruimere teelten en andere niet-chemische oplossingen. Het beslismodel ondersteunt boeren hierbij: het laat aantallen aaltjes in de bodem zien, als gevolg van de verschillende opties. Ook de kosten en baten van maatregelen worden berekend. Volgens Been leert het computermodel dat met goed beheer, nauwelijks nog bestrijdingsmiddelen nodig zijn.
Aaltjes, ook rondwormen of nematoden genoemd, zijn meercellige diertjes die zich verplaatsen via de vochtfilm rond zand- of kleideeltjes. Een vierkante meter gezonde bodemlaag bevat er vier tot tien miljoen. De meeste zijn goed voor de bodem. Ze eten organisch materiaal en schimmels en helpen zo voedingsstoffen voor de planten beschikbaar te maken. Maar Nederland telt ook zo’n dertig soorten die zich vermeerderen op de wortels van bomen, groenten, bollen en akkerbouwgewassen, zoals aardappelen. Hieronder aardappelcysteaaltjes, wortellesieaaltjes en wortelknobbelaaltjes.
Het beslismodel is gemaakt door Wageningen UR, Agrifirm Plant, de aardappelhandelshuizen Agrico, HZPC en KWS Potato en bemonsteraar ISACert NAK AGRO. Ook de Europese Unie en de Nederlandse overheid financierden mee. De initiatiefnemers hopen dat de telers bemonsteringsgegevens met elkaar uitwisselen. Met de akkerkaarten hoeven bijvoorbeeld nieuwe huurders van een stuk grond, niet meer voor de zekerheid het hele perceel te ontsmetten.
Uitkomsten van veldproeven
In het model zitten de uitkomsten van veldproeven en verschillende rekenmodellen, zoals eentje die berekent hoe aaltjes zich ontwikkelen bij een bepaald beheer. Nieuwe opties worden meegenomen, zo gauw voldoende bekend is over de effecten, zegt Thomas Been. Telers kunnen bijvoorbeeld Afrikaantjes gaan verbouwen. Die mooie oranje bloemen doden de larven van het wortellesieaaltje als ze in zijn wortel binnendringen. In een negen jaar durende veldproef in Vredepeel (Noord-Limburg) hebben Wageningse onderzoekers al aangetoond dat deze bloemen het wortellesieaaltje effectief terugdringen.
Volgens Been was Nederland rond 1990 kampioen in het milieu-onvriendelijk ontsmetten van grond, vanwege zijn intensieve teelt van aardappelen en bollen. Maar dankzij de toenemende inzet van resistente aardappelrassen is het middelengebruik in de aardappelteelt al flink afgenomen. “Injecteurs van grondontsmettingsmiddelen verhuizen nu naar Engeland”, vertelt hij. “Daar is 75 procent van de percelen besmet met het aardappelcysteaaltje omdat Engelse telers er nog niet zoveel over weten.”