Naar de content

Blijf vooral zonnebrandcrème smeren

Petr Kratochvil via CC0

De laatste jaren klinken er steeds meer geluiden dat zonnebrandcrème niet goed voor je zou zijn vanwege de stoffen die erin zitten. Maar wetenschappelijk onderzoek laat zien dat die ongerustheid ongegrond is. Dus je kunt er niet omheen: je moet gewoon smeren als je de zon in gaat.

2 juni 2017

Een melanoom, een vorm van huidkanker die vaak ontstaat op de plek van een moedervlek.

National Cancer Institute (AV Number: AV-8500-3850)

Zodra het kwik omhoog schiet snellen veel Nederlanders naar een park, meer of strand om volop van de zonnestralen te genieten. In alle haast vergeten we nog wel eens om zonnebrandcrème te smeren. Sommige mensen zijn zelfs banger voor zonnebrandcrème dan voor de zon, vanwege alle gevaarlijke stoffen die erin zouden zitten. Die discussie moet maar eens afgelopen zijn, want onderzoek laat zien dat de zon veel gevaarlijker is. Blijven smeren is het devies.

Slechte UV

Volgens KWF Kankerbestrijding krijgen elk jaar zo’n 50.000 mensen huidkanker. Bij het overgrote merendeel van deze mensen veroorzaakt UV-straling het onheil, ze hebben te vaak en te lang zonder bescherming in de zon gezeten. Vooral echt verbranden is gevaarlijk. Kinderen die vaak verbranden blijken later meer kans te hebben op huidkanker.

Als de zon schijnt dringen twee types UV-straling door onze atmosfeer: UV-A en UV-B. In onze huid gaat deze straling allerlei reacties aan met biomoleculen in onze huid en vormen zich radicalen. Ook ons DNA kan flinke schade oplopen, waardoor de cellen afbreken. Dit veroorzaakt een rode en pijnlijke huid: je bent verbrand.

Om deze schade te vermijden kun je het beste niet te lang in de zon blijven en regelmatig anti-zonnebrandmiddelen smeren. Uit Zweeds onderzoek onder zestienhonderd mensen is in 2011 gebleken dat mensen die regelmatig zonnebrandcrème smeren het risico op huidkanker met minstens de helft verminderen.

Zonnebrand bevat verschillende stoffen die de UV-straling tegenhouden. Zo zorgen minuscule nanobolletjes van bijvoorbeeld titaniumdioxide of zinkoxide ervoor dat een groot deel van de straling weerkaatst. En chemische filters absorberen een deel van de stralen die toch door weten te dringen. Deze stoffen breken onder invloed van de straling af tot kleinere moleculen die je lichaam afvoert.

Zorgen over bolletjes

Die nanobolletjes zijn zo klein dat ze theoretisch de huid zouden kunnen binnendringen. Daar maken mensen zich zorgen over. Ook zijn er vragen over mogelijke ongewenste bijeffecten door de chemische filters. Op sommige websites pleiten mensen daarom voor het gebruik van natuurlijke zonnebrandolie, zoals kokosnoot- of amandelolie. Maar deze smeersels bieden veel minder bescherming.

Het klopt dat onderzoek bij muizen heeft aangetoond dat titaniumdioxide in je bloedbaan je DNA flink kan beschadigen. Maar deze muizen kregen de nanodeeltjes van titaniumdioxide in erg hoge concentraties binnen via hun drinkwater (omgerekend een flinke theelepel pure titaniumdioxide). Uit ander onderzoek blijkt dat de nanodeeltjes niet door de hoornlaag van de huid komen, dus je moet geen flessen zonnebrandcrème gaan leegdrinken, maar met smeren hoef je je geen zorgen te maken.

Dan was er ook nog onderzoek dat liet zien dat mensen die vaker zonnebrandcrème gebruikten eerder melanomen kregen. Bij nadere inspectie bleven de conclusies van dit onderzoek niet overeind. De proefpersonen bleken gemiddeld slechts een factor 6 te gebruiken, terwijl je minimaal factor 15 nodig hebt voor optimale bescherming. De proefpersonen die wel smeerden zaten waarschijnlijk ook meer in de zon, maar zonder voldoende bescherming.

Natuurlijke bescherming

Overigens beschermt ons lichaam zichzelf ook tegen de zon. UV-B zorgt voor een verdikking van je opperhuid en het zet je huid aan tot het maken van pigment. Dit pigment beschermt de onderliggende lagen van je huid tegen straling, dus hoe donkerder een huid, hoe beter de natuurlijke bescherming. Toch betekent een bruine huid niet dat je je niet hoeft in te smeren. De natuurlijke verdediging werkt maar tot op een bepaalde hoogte. En let ook op met een zonnebankbruine huid: zonnebanken stralen alleen UV-A uit, dus het maakt de huid niet dikker, alleen bruiner.

Je lichaam heeft zonlicht ook nodig om genoeg vitamine D aan te maken. Deense onderzoekers suggereerden dat zonnebrandcrème deze aanmaak wel eens zou kunnen verhinderen. Vrijwilligers die zich een paar weken met een dikke laag zonnebrandcrème insmeerden, hadden minder vitamine D in hun bloed dan degenen die niet smeerden. Maar dit onderzoek is al snel onderuit gehaald: “Als je wekelijks drie keer een kwartier met je gezicht en je handen in de zon komt, krijg je al genoeg vitamine D binnen”, vertelde hoogleraar dermatologie Tamar Nijsten van het Erasmus MC in De Volkskrant. Volgens de hoogleraar dringt er altijd nog wel wat UV-B in je huid binnen, zelfs met zonnebrand.

Smeren en schaduw

Met de zomer in aantocht is het dus gewoon goed om te zorgen dat je zonnebrandcrème smeert met een factor die genoeg beschermt. Maar vergeet ook niet om je huid voldoende rust te geven. Ga van tijd tot tijd vooral in de schaduw zitten en trek wat extra kleren aan. Zonnebaden mag volgens sommige onderzoekers dan wel een soort van verslaving zijn, je huid moet ook nog jaren mee.

ReactiesReageer