Naar de content

Deze week is het ‘Brain Awareness Week’, een jaarlijkse, wereldwijde campagne om mensen bewust te maken van de vooruitgang en opbrengst van hersenonderzoek. Wat gebeurt er allemaal in deze tak van wetenschap en waarom? NEMO Kennislink maakte een rondje langs Nederlandse herseninstituten voor een update.

14 maart 2018

De menselijke hersenen zijn fascinerend. De grijze massa is het onderkomen van miljarden zenuwcellen die onderling netwerken vormen waardoor wij als intelligent wezen functioneren. Eén enkele zenuwcel heeft al snel duizenden contactpunten waarmee hij in verbinding staat met andere zenuwcellen. De complexiteit is duizelingwekkend. De kans op fouten vrij groot.

Volgens de Hersenstichting heeft één op de vier mensen een aandoening aan de hersenen. Psychische stoornissen komen het meeste voor, in Nederland gaat het om bijna twee miljoen mensen. Zij kampen met bijvoorbeeld een angststoornis of depressie. Op de tweede plek staan chronische aandoeningen die geleidelijk ontstaan, zoals dementie en epilepsie. Daarna volgt hersenletsel door een ongeluk of een beroerte. De hekkensluiters zijn verstandelijke handicaps en afwijkingen aan het centraal zenuwstelsel, die zich bij baby’s al openbaren.

Er valt nog een flinke slag te slaan in het terugdringen van hersenkwalen. Hoeveel we ook al weten van het brein, het is nog lang niet genoeg. Om behandelingen te vinden voor hersenziekten is wetenschappelijk onderzoek nodig. NEMO Kennislink vroeg Nederlandse breindeskundigen naar recente successen en huidige knelpunten in het hersenonderzoek.

Pieter Roelfsema – Directeur en onderzoeker Nederlands Herseninstituut

Het Nederlands Herseninstituut, onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, houdt zich bezig met fundamenteel onderzoek naar onze bovenkamer. De wetenschappers zoeken uit hoe hersencellen samenwerken in netwerken en welke hersenfuncties daardoor mogelijk zijn. Kortom: ze vogelen tot in detail uit hoe het brein werkt. Toch is het niet alleen nieuwsgierigheid wat hen drijft. “Ons onderzoek heeft maatschappelijke relevantie vanwege de schade die mensen ondervinden van hersenziekten”, zegt directeur van het Herseninstituut Pieter Roelfsema. “Op de lange termijn kunnen er nieuwe behandelingen voortkomen uit fundamentele kennis. We leven in een tijd waarin we veel te weten komen over de werking van de hersenen. De kennis over de kleine hersenen en bewegingsstoornissen is de laatste jaren flink toegenomen.”

Bij de ziekte van Parkinson worden elektroden geplaatst in een hersenkern genaamd nucleus subthalamicus (oranje).

Wikimedia Commons, Andreashorn via CC BY-SA 4.0

Zo werd diepe hersenstimulatie – een techniek om hersenziekten te behandelen met stroom via geïmplanteerde elektrodes – de laatste jaren steeds gangbaarder. Bij patiënten met de ziekte van Parkinson kan de behandeling het trillen van de handen in toom houden.

Roelfsema ziet meer nieuwe therapieën aan de horizon gloren, al ligt de één verder weg dan de ander. Er lopen bijvoorbeeld experimenten om afgestorven of beschadigde hersencellen te vervangen via injecties met stamcellen, die uit kunnen groeien tot nieuwe hersencellen. Roelfsema leidt zelf een onderzoeksteam dat visuele prothesen wil ontwikkelen om blinde mensen, via hersenstimulatie, weer te laten zien.

Eerst moeten ze beter weten hoe onze hersenen visuele prikkels verwerken. “Het onderzoek begon al in de jaren zestig, toen wetenschappers camera’s rechtstreeks aansloten op het brein.” Roelfsema voorziet sowieso een grote rol voor technologie en elektronica in de behandeling van hersenziekten. Hij is niet de enige. Miljardair Elon Musk, bekend van Tesla en SpaceX, pompt miljoenen in brein-computer-interfaces. Het aansluiten van computers rechtstreeks op het menselijk brein kan volgens hem een ommekeer betekenen in de behandeling van bijvoorbeeld Alzheimer. Musk wil zo’n verlengstuk van de hersenen zelfs gaan gebruiken om gezonde mensen slimmer te maken.

Het Herseninstituut biedt onderdak aan De Nederlandse Hersenbank, waar stukjes hersenweefsel van zo’n duizend mensen liggen opgeslagen. Onderzoekers uit het hele land en daarbuiten kunnen via deze weefselbank aan plakjes menselijk brein komen voor nieuwe studies.

Wiesje van der Flier – hoofd onderzoek VUmc Alzheimercentrum

De hersenen zijn het mooiste, maar ook het meest complexe orgaan, volgens Wiesje van der Flier, hoofd onderzoek bij het VUmc Alzheimercentrum. Het wetenschappelijk onderzoek richt zich pas sinds een jaar of dertig op de hersenen, terwijl kanker en hart- en vaatziektes al veel langer onder de loep liggen. “Technologieën om het brein af te beelden waren er gewoon niet. De laatste tijd nemen technieken als MRI- en PET-scans een enorme vlucht.”

Wat een groot knelpunt blijft in de behandeling van dementie, is er op tijd bij zijn. “Op het moment dat je de ziekte van Alzheimer al hebt, is behandelen lastig. Met nieuwe diagnostische tests willen we voorspellen wie een verhoogde kans heeft op de ziekte.” In het ABIDE-project (Alzheimer’s Biomarkers in Daily Practice) kijken onderzoekers hoe kennis over hersenscans en eiwitten in het hersenvocht kan helpen bij betere diagnostiek. Voor artsen is het vaak nog een raadsel wanneer ze welke test moeten gebruiken bij hun patiënten.

Het ultieme doel? De hersenschade bijtijds opruimen voor je er last van krijgt in het dagelijks leven. Van der Flier: “We denken vaak dat we maar hele kleine stapjes vooruit gaan. Maar als je er even goed bij stilstaat, is er in relatief korte tijd veel veranderd. Met hersenscans stellen we de diagnose Alzheimer nu tijdens het leven, terwijl dat vijftien jaar terug ondenkbaar was. Toen moest je het brein na overlijden openmaken om duidelijkheid te krijgen.”

Desondanks stuit het onderzoek op twee knelpunten: te weinig geld en een gebrek aan deelnemers. De investering in onderzoek naar Alzheimer staat niet in verhouding tot het geld dat naar kanker en hart- en vaatziekten gaat, volgens Van der Flier. Om het deelnemersprobleem aan te pakken, richtte ze met collega’s vorig jaar het online platform Hersenonderzoek.nl op. Mensen die mee willen doen aan onderzoek, vullen een vragenlijst in over onder andere geslacht, leeftijd, opleiding, hoge bloeddruk en bestaande klachten. De informatie gaat het register in.

Is er een match met een studie? Dan krijgt de potentiële deelnemer een uitnodiging om mee te doen. Inmiddels staan er meer dan tienduizend mensen ingeschreven. “Die toestroom zegt wel dat hersenonderzoek leeft in de samenleving”, aldus Van der Flier. Tien studies zijn inmiddels met behulp van het register van start gegaan. Vooralsnog maakt vooral het Vumc Alzheimercentrum gebruik van de database. Het is echter de bedoeling dat andere onderzoeksinstituten er straks ook een beroep op kunnen doen.

Een ouder echtpaar zit samen op een bankje. De foto is vanaf de achterzijde genomen.

De diagnose Alzheimer is nu te stellen tijdens het leven. Vijftien jaar geleden was dat nog ondenkbaar.

Flickr.com, Marcel Oosterwijk via CC BY-SA 2.0

Laura Rigter – neurowetenschapper en woordvoeder Hersenstichting

De Hersenstichting startte afgelopen weekend de Brain Awareness Week met een challenge. Twaalf studententeams brainstormden 32 uur lang over het vraagstuk hoe we ouderen langer gezond houden. Afgelopen jaar lanceerde de Hersenstichting de campagne ‘Een hersenaandoening zet je leven op zijn kop’, om de impact van een hersenaandoening, zowel voor de patiënt zelf als voor de omgeving, zichtbaar te maken.

“In de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor de hersenen”, vertelt woordvoeder Laura Rigter. “Veel mensen weten dat het brein een belangrijk en complex orgaan is.” Het valt haar op dat er in het nieuws vooral aandacht is voor ‘de grote aandoeningen’ die veel mensen treffen, bijvoorbeeld dementie. “Dat is logisch, want daar wordt vanuit de overheid ook veel financiering voor gegeven. Bij de Hersenstichting proberen we juist ook aandacht te besteden aan minder bekende ziekten, zoals hersenletsel na een ongeluk”, vertelt Rigter.

Om hersenaandoeningen aan te pakken, is meer onderzoek nodig. Dat onderzoek is in een stroomversnelling gekomen doordat er steeds meer nieuwe technieken beschikbaar zijn om de hersenen te bestuderen of het functioneren te beïnvloeden. Dankzij beeldvormingstechnieken zoals MRI leren wetenschappers veel over het gezonde brein, maar zien ze ook waar het fout gaat bij patiënten met een hersenziekte. In de toekomst is het wellicht mogelijk om echt in te grijpen in de hersenen. Met diepe hersenstimulatie kun je bijvoorbeeld specifieke hersencellen stimuleren. En met behulp van gentherapie zou je ziekmakende genen kunnen vervangen door gezonde exemplaren. “Dat is een grote stap vooruit, want een aantal jaren geleden waren we voor de behandeling van hersenziekten nog volledig afhankelijk van medicatie en het is heel lastig om medicijnen de hersenen binnen te krijgen”, aldus Rigter.

Haar hoop is dat technieken als diepe hersenstimulatie en gentherapie door verder onderzoek de stap naar patiënten kunnen maken. “Diepe hersenstimulatie wordt inmiddels al getest bij verschillende groepen patiënten. Gentherapie is nog heel experimenteel en wordt vooral onderzocht bij proefdieren. Het zou heel mooi zijn als we deze technieken in de toekomst breed in kunnen zetten om hersenziekten te vertragen en misschien zelfs te stoppen.”

In Nederland worden er in de week van 12-18 maart 2018 verschillende evenementen georganiseerd naar aanleiding van Brain Awareness Week. Bekijk voor het aanbod de NEMO Kennislink-agenda.

ReactiesReageer