Voor technologische uitdagingen kunnen we volop inspiratie halen uit de natuur, bijvoorbeeld door naar vogels te kijken. Dit is wat Annemarit van Broekhoven de lezer wil meegeven in ‘De bionische vogel’.
Als ik een vogel zie, zijn de eerste dingen die mij opvallen vaak de kleuren. Maar wist je dat pauwenveren helemaal geen blauw pigment bevatten, maar dat de kleur ontstaat door de structuur van de veren? En dat een eend een speciaal soort vet op zijn buitenste veren uitsmeert, waardoor het verendek waterafstotend is en ook nog eens ziektekiemen tegenhoudt? Door met een andere bril te kijken naar deze gevleugelde dieren kunnen we ontzettend veel inspiratie opdoen om ons eigen leven een stukje beter en duurzamer te maken. Dit heet biomimicry.
In haar boek 'De bionische vogel', ondersteund met illustraties van Margot Westermann, laat Annemarit van Broekhoven ons kijken met die andere bril. Ze onderzoekt hoe we een duurzamere toekomst kunnen creëren door de vogel als inspiratiebron te gebruiken voor het oplossen van moderne technologische uitdagingen.
Eierpleister
De hogesnelheidstrein in Japan is een goed voorbeeld waarbij een specifieke vogeleigenschap als directe inspiratiebron is gebruikt voor technologische vooruitgang. De ijsvogel gebruikt zijn spitse neus om soepel en zonder geluid in het water te duiken, waarbij die het water als het ware naar de zijkant duwt in plaats van naar voren. Dit was precies wat de snelle Japanse trein ook nodig had, want de oude stompe neus veroorzaakte een hoop herrie als de trein een tunnel uitkwam. Door de spitse neus van de ijsvogel na te bootsen is de trein nu een stuk stiller en ook nog eens sneller en zuiniger.
Het boek beschrijft talloze van dit soort voorbeelden waarbij unieke eigenschappen van vogels kunnen leiden tot duurzame technologische innovaties. Van het (irritante) eiervliesje onder de schaal dat kan dienen als biologisch afbreekbare pleister tot een helm die schokken op kan vangen als een specht. Van Broekhoven weet je mee te nemen in de wonderlijke wereld van vogels. Ze geeft daarbij verrassende voorbeelden die mij nog nieuwsgieriger maakten naar wat er allemaal schuilt achter dat verendek.
En als je nou denkt: leuk zo’n ijsvogeltrein, maar ik ben geen ingenieur, dus wat kan ik ermee? Dan heeft de auteur ook daar een antwoord op: halverwege het boek geeft Van Broekhoven tips hoe jij de aarde een stukje beter kan maken door te kijken naar de natuur. Door bijvoorbeeld net als vogels met de seizoenen mee te eten en je seizoensfruit en -groenten lokaal te halen, bespaar je een heleboel energie die nodig is om producten te importeren. Ook al verander je iets kleins, het kan toch een grote impact hebben op de natuur om je heen.
Biomimicrybril
De illustraties van Westermann zijn niet alleen een lust voor het oog, ze ondersteunen ook de tekst door op een schematische manier de vogeleigenschappen weer te geven. De tekeningen helpen je inbeeldingvermogen een handje door bijvoorbeeld een microscopische close-up van de verenstructuur te laten zien.
'De bionische vogel' is misschien niet een boek om in één ruk uit te lezen, daarvoor bevat het simpelweg te veel informatie, maar dat betekent niet dat het langdradig is. In tegendeel. Je vliegt over de alinea’s heen. Door het boek af en toe naast je neer te leggen en het later weer op te pakken blijf je verrast door alle slimmigheden die vogels te bieden hebben.
Het boek is voor jong en oud aantrekkelijk, zowel door de inhoud en de boodschap als door het uiterlijk. Voor alle lezers laat het zien wat voor mogelijkheden de natuur biedt, als je er maar met de juiste blik naar kijkt. Het zet je aan om eropuit te gaan en je biomimicrybril op te zetten. Of je nou kijkt naar vogels, insecten of planten, overal zijn slimme en duurzame oplossingen te vinden. Maar ook als je gewoon meer over vogels wilt weten, is dit boek een aanrader.