Een groot deel van de Waddenzee wordt onvoldoende beschermd, ondanks zijn status als Natura 2000-gebied en UNESCO werelderfgoed. Hoe is dit op te lossen?
Grote groepen vogels trekken langs als je een weekend doorbrengt op Terschelling. Ga een dagje wadlopen, en er ligt een kudde zeehonden op een zandbank te wachten. Ondertussen zitten er pieren en kokkels in de zeebodem onder je voeten. Wie onder water kijkt, krijgt op veel plekken een ander beeld: een groot deel van de Nederlandse onderwaternatuur is in slechte staat, en wordt niet goed beschermd.
Dat een grote meerderheid van de Waddenzee onvoldoende beschermd is, verbaast marien ecoloog Kasper Meijer (Rijksuniversiteit Groningen) niet. “De biologisch gezien meest productieve gebieden zijn ook economisch het meest interessant. Daardoor zijn er heel veel verschillende belangen in juist die stukken van de Waddenzee.”
Handjeklap
Samen met collega’s stelde hij in de afgelopen jaren een vergelijking van alle juridische maatregelen in het Waddengebied op. In sommige gevallen zijn wel hardere afspraken gemaakt tussen verschillende partijen over bescherming van de Waddenzee. In andere gevallen ligt er bijvoorbeeld een convenant met richtlijnen, zegt Meijer. “Maar vaak komt het neer op een soort handjeklap tussen sectoren als de visserij en natuurorganisaties.”
Het gevolg: in het Waddengebied geldt een lappendeken aan maatregelen om het gebied te beschermen. Ze verschillen niet alleen in definitie van de term ‘bescherming’, maar ook in het soort maatregel: een gebiedsverbod of een visverbod op bijvoorbeeld garnalen of mossels. Zo’n 37 procent van het Waddengebied kent één of meerdere van die maatregelen. “Maar dan kan er nog steeds doorheen gevist of gebaggerd worden”, zegt hij.
Volledige rust
Plekken waar de zeebodem bijna volledig met rust gelaten wordt, zijn er nauwelijks. Slechts voor twee procent van de hele Waddenzee geldt dat de bodem niet wordt verstoord. Voor acht procent van de Waddenzee vormen de ankers van schepen de enige menselijke verstoring op de zeebodem. Samen beslaan zij tien procent beschermde oppervlakte van de Waddenzee.
Het gaat om het Eijerlandse gat tussen Texel en Vlieland en een deel van het Marsdiep, tussen Texel en de kop van Noord-Holland. Ook is er een referentiegebied (een gebied dat met rust gelaten wordt om te kijken hoe de natuur zich ontwikkelt) ten oosten van Schiermonnikoog, rondom Rottumeroog en Rottumerplaat. Hier zijn geen bodemverstorende activiteiten toegestaan. Biologen kijken regelmatig of het gebied zich anders ontwikkelt dan de rest van de Waddenzee.
Hap uit de zeebodem
Hoe goed beschermde natuur eruitziet, is lastig te zeggen. Meijer: “Onderwaternatuur waarmee het echt goed gaat, hebben we in de Waddenzee niet echt. Door aanleg van onder andere de afsluitdijk is het hele onderwatersysteem in de loop der jaren veranderd.”
Bovendien is het troebel onder water, waardoor onderzoekers lastig in beeld kunnen brengen hoe het onderwaterleven eruitziet. Wel hebben ze op ruim duizend plekken in de Waddenzee een hap uit de zeebodem genomen, waaruit de ecologische staat van het gebied moet blijken.
In minder biodiverse gebieden vonden de onderzoekers voornamelijk soorten die korter leven en zich makkelijker kunnen reproduceren, zoals de borstelworm en vlokreeften. “Ze moeten zich bij verstoringen in het gebied snel kunnen verplaatsen, of zich goed aan andere omstandigheden kunnen aanpassen”, zegt Meijer.
Maar er zijn ook ruim tweehonderd echte hotspots, waar relatief veel bodemleven voorkomt. “Dan zien we ook gevoeligere soorten, zoals kokkels, mosselen en anemonen”, zegt hij. Toch is een kanttekening op zijn plaats. “Die rijke plekken liggen niet per se in de best beschermde gebieden. Dus ze hadden nog rijker kunnen zijn dan nu.”
Natura 2000-status
Er bestaat dus een mismatch tussen de gebieden met de grootste biodiversiteit en de gebieden die goed worden beschermd, stelt Meijer. Dat ligt extra gevoelig, omdat de Waddenzee een Natura 2000-status heeft. “De activiteiten die daar plaatsvinden, mogen geen significant effect hebben op de instandhouding of verbetering van de natuur”, zegt hij. Dat is zelfs in Europees verband afgesproken.
Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) onderschrijft die afspraken, maar stelt ook dat niet alle natuur binnen een Natura 2000-gebied als de Waddenzee onder de bescherming van Natura 2000 valt. De bescherming richt zich bovendien op een beperkt aantal soorten. Dat volgt uit de vogel- en habitatrichtlijn.
En er zijn niet alleen bij Meijer twijfels over de natuurbescherming in de Waddenzee. In 2023 uitte de Waddenacademie in een rapport zorgen over een natuurvergunning voor de garnalenvisserij in de Waddenzee, omdat die negatieve effecten zouden kunnen hebben op de onderwaternatuur. Vijftien natuurbeschermingsorganisaties sloten zich aan bij het rapport.
"De achtergrond van de Natura 2000-wetgeving is dat je met zekerheid moet aantonen dat je geen schade aanricht”, zei RUG-hoogleraar Tjisse van der Heide daarover tegen Omrop Fryslân. “Er mag geen redelijke wetenschappelijke twijfel bestaan dat er schade ontstaat. En wij zeggen dat die twijfel er wel is."
Te weinig kennis
Het ministerie van LVVN stelt dat Natura 2000-wetgeving niet genoeg is voor effectieve bescherming van de Waddenzee. “Er zijn ook andere manieren om te zorgen voor het behoud van soorten en ecosystemen, zoals het natuurnetwerk Nederland.” Dat onderhoudt zoveel mogelijk grote natuurgebieden en probeert deze met elkaar te verbinden. Ook is er actief soortenbeleid en een breder omgevingsbeleid. Dat doet het ministerie onder andere via het onderzoek Swimway, gericht op het verbeteren van het leefgebied voor vis in de Waddenzee.
Dat er toch activiteiten met een negatief effect op de natuur plaatsvinden, komt onder andere doordat de natuureffecten van activiteiten niet worden gemeten, stelt Meijer. De overheid kijkt enkel in de literatuur, maar die is gebrekkig. “Er is weinig kennis van de onderwaternatuur, en geen goede historische referentie om het effect van nieuwe activiteiten mee te kunnen vergelijken”, zegt Meijer.
Andere landen
Ook op Europees gebied is de bescherming gebrekkig te noemen. Een studie van afgelopen september stelt dat ongeveer tachtig procent van de beschermde Europese zeegebieden maar mondjesmaat maatregelen kent tegen menselijke activiteiten. Dat heeft belangrijke ecologische gevolgen, stellen de onderzoekers. In de hele EU is slechts 0,2 procent van alle wateren strikt beschermd.
— Kasper Meijer, marien ecoloog
Er zijn wel plannen om de hoeveelheid beschermde gebieden verder uit te breiden. Zo moet in 2030 zo’n dertig procent van al het water en land in de EU voldoende beschermd zijn, en tien procent zelfs strikt beschermd. Om dat te halen, zijn radicale veranderingen in de regelgeving op zee nodig, stellen de Europese onderzoekers.
Vooropgesteld: goede bescherming van gebieden kan wel. We kunnen een voorbeeld nemen aan een land als Canada, zegt Meijer. “Zij hebben meer inzicht in de natuur en welke gebieden afgesloten moeten worden. Maar hun natuurlijk systeem is ook compleet anders. De bodem van het water is daar hard, terwijl de Waddenzeebodem uit zand en slib bestaat en daardoor zacht is.”
De Denen hebben wel een vergelijkbare natuur rondom hun Waddeneilanden, en bovendien is die compleet afgesloten voor verstorende activiteiten. “Maar daar weten we het effect niet van, want zij hebben niks gemonitord”, zegt Meijer. “Dat maakt het lastig onderling te vergelijken.”
Om echt met natuurbescherming en herstel te kunnen beginnen, is eerst meer onderzoek nodig, stelt Meijer. “We moeten weten wat de relaties van de diersoorten onderling zijn, en waar de meer gevoelige gebieden liggen. Er moet ook gekeken worden naar de effecten van verstoringen op een systeem, zoals visserij of scheepvaart, en hoe die verstoringen op elkaar inwerken.”