Als we afscheid nemen van aardgas, blijft er nog een kilometerslang gasnetwerk achter in de bodem. Wat kunnen we met al die buizen? Gasunie wil ze hergebruiken voor een landelijk waterstofnetwerk.
2050, etenstijd: eerst brandt de gasvlam onder de pannen in de miljoenen Nederlandse keukens nog fel, daarna wordt het vuur steeds zwakker tot er een flakkerend lichtje overblijft. Het wordt donker onder de pan. Uit de cv-ketel komt geen warm water meer, en de kachels houden ermee op. Over en uit voor aardgas.
Nee, het einde van het aardgastijdperk in een land dat nu nog 30 miljard kubieke meter aardgas per jaar gebruikt, zal niet zo abrupt gaan, verwacht Martien Visser. Hij is manager strategie bij Gasunie en adviseert over de toekomst van de aardgaslevering in Nederland. Gasunie voorziet een geleidelijke uitfasering van aardgas, waarbij alternatieven als elektriciteit, groen gas en waterstof stap voor stap het Nederlandse gasgebruik overnemen. Maar wat geleidelijk precies inhoudt, is lastig te zeggen, meent Visser. “Dat hangt bijvoorbeeld af van de politiek, hoeveel Nederlanders er in de toekomst zijn en hoeveel industrie er is.”
Piekmomenten
Gasunie verwacht dat in elk geval er tot 2050 nog wel aardgas wordt gebruikt, zegt Visser. “En misschien langer, maar dan op een manier waarbij de CO2-emissie verdwijnt.” Dat kan bijvoorbeeld door de koolstofdioxide die vrijkomt, op te slaan in oude, lege gasvelden. Maar het gebruik is dan wel in de marge. “Rond 2050 wordt aardgas voornamelijk nog gebruikt in bijzondere omstandigheden, wanneer andere energiebronnen als elektriciteit, aardwarmte en groen gas niet toereikend zijn”, zegt Visser. “Denk bijvoorbeeld aan een koude winter met weinig zon en wind. Op die momenten zal er dan tijdelijk heel veel gas door de leidingen stromen, terwijl het gebruik van de leidingen in andere perioden heel laag is.”
Hergebruik kost slechts twintig procent ten opzichte van het aanleggen van een nieuwe leiding
Het betekent dat ook een groot deel van het huidige aardgasnetwerk – met een lengte van zo’n 5300 kilometer – voor die paar piekmomenten in gebruik zal blijven. Dat is niet alleen een praktische keuze, Gasunie kan ook niet anders, zegt Visser. “We hebben als overheidsbedrijf de plicht om aardgas te transporteren als de maatschappij daarom vraagt.” Een probleem voor Gasunie is dat niet, zegt Visser. “Gelukkig is gastransport relatief goedkoop, waardoor de kosten meevallen.” Het netwerk ligt er immers al. Bovendien is een gedeelte van het fossiele aardgas te vervangen door groen gas, dat net als aardgas grotendeels bestaat uit methaan, maar dat CO2-neutraal is geproduceerd. Daarvoor is exact hetzelfde netwerk te gebruiken.
Vrijspelen
Toch stroomt straks niet overal meer aardgas door de leidingen, verwacht Visser. “Het kan voorkomen dat op bepaalde routes waar bijvoorbeeld twee of meer leidingen parallel liggen, er een leiding wordt vrijgespeeld.” In de huidige plannen wordt een deel van die leidingen gebruikt voor het transport van waterstof. Dat is een van de alternatieven voor het aardgas, zeker voor de grote industrie, zoals glas- en staalfabrieken. Voor kleinere bedrijven en huishoudens is waterstof minder geschikt: het is prijzig om waterstof veilig op te slaan, en er is nog weinig praktijkervaring met het gebruik van waterstof in woningen. Bij woningen wordt volop ingezet op elektrificatie en warmtepompen. Daardoor gaat waterstof niet de overheersende rol spelen die aardgas nu heeft, verwacht Visser.
In Nederland zijn de huidige aardgasleidingen zonder problemen opnieuw te gebruiken. Het kan zonder risico dat waterstofmoleculen, die veel kleiner zijn dan aardgasmoleculen, zomaar kunnen ontsnappen. “Dat komt doordat de staalsoorten die we in Nederland gebruiken daarvoor geschikt zijn”, zegt Visser. Wel verouderen de leidingen iets sneller dan bij gebruik met aardgas, en moeten ze eenmalig worden schoongemaakt met stikstof. Ook is het nodig de compressorstations, die gas door de leidingen pompen, en de kleppen in de leidingen aan te passen, omdat ze niet geschikt zijn voor waterstof. “Maar het bespaart nog steeds veel kosten”, zegt Visser. Hergebruik van een aardgasleiding kost slechts twintig procent ten opzichte van het aanleggen van een nieuwe leiding. “En het hergebruiken van de leidingen leidt ook niet tot overlast in de omgeving en is sneller dan nieuwbouw”, aldus Visser.
Landelijk netwerk
Aan het hergebruik van de aardgasleidingen voor waterstof wordt al volop gewerkt, en één leiding is zelfs al in gebruik: in Zeeuws-Vlaanderen, rondom Terneuzen, wordt al sinds 2018 door een voormalige aardgasleiding van twaalf kilometer waterstof getransporteerd tussen twee chemische fabrieken. De leiding moet in de komende jaren worden uitgebreid tot een netwerk dat zich uitstrekt tot aan Rotterdam. Een landelijk waterstofnetwerk moet volgens Gasunie in 2030 klaar zijn. Rond 2030 zal het waterstofnetwerk in Nederland zo’n 1200 kilometer lang zijn, waarvan zo’n 1000 kilometer bestaat uit de huidige omgebouwde aardgasleidingen. “En mochten die vol raken doordat de waterstofmarkt sterk is gegroeid, dan kan het niet anders dan dat het aardgasverbruik sterk is gedaald”, zegt Visser. “Daarmee ontstaat ruimte om nog meer leidingen om te bouwen.”
Dat sluit aan op een groter Europees netwerk dat in 2030 klaar moet zijn. In dat jaar moet het Europese waterstofnetwerk 11.600 kilometer beslaan, en in 2040 maar liefst 40.000 kilometer. Momenteel wordt een corridor van 3300 kilometer tussen Oostenrijk, Duitsland en Italië aangelegd, die in 2030 gereed moet zijn. In 2033 moeten er leidingen voor het transport van waterstof en CO2 tussen Rotterdam en de Duitse grens bij Venlo liggen, onder de naam Delta Rhine Corridor.
Andere activiteiten
Met het verdwijnen van het aardgas komt het voortbestaan van Gasunie niet per se in gevaar. Dat geldt wel voor de landelijke aardgashandelaar GasTerra, die aan het einde van 2026 ophoudt te bestaan. “Natuurlijk, als er minder aardgas wordt getransporteerd, dan wordt daar door Gasunie ook minder aan verdiend, is er minder personeel nodig en daalt de winstgevendheid”, zegt Visser. “Maar daar staat tegenover dat Gasunie andere activiteiten ontwikkelt.”
Zo gaat Gasunie net alleen transportleidingen voor waterstof aanleggen en onderhouden, maar wordt er ook gewerkt aan een grote warmteleiding tussen Rotterdam en Den Haag, en transportleidingen voor CO2 vanaf de industrie naar lege gasvelden onder de Noordzee. En wellicht komen er importterminals voor waterstof, schetst Visser. “Terwijl het aardgastransport terugloopt, ontstaan er weer nieuwe mogelijkheden.”