Leuk om die paar woorden over de grens te spreken, maar pas op: niet iedereen stelt jouw gehakkel zomaar op prijs. Volgens antropoloog Janet Connor verschillen culturen soms heel sterk in de manier van doen en praten, en soms juist heel subtiel.
Inwoners van dat idyllische plaatsje aan het Hongaarse Balatonmeer kijken je niet eens aan als je een poging doet Hongaars te praten, terwijl een Spanjaard juist pissig wordt als je niks van zijn taal begrijpt. Zo zwart-wit is het gelukkig niet, maar om een beetje voorbereid te zijn op lokale ontmoetingen is het verstandig om rekening te houden met culturele verschillen.
Met woorden alleen redt je het niet, stelt taalkundig antropoloog Janet Connor van Universiteit Leiden. Maar een simpel trucje om je voor te bereiden op alle bestaande cultuurverschillen is er helaas ook niet. Een Fransman is immers geen Chinees en zelfs de ene Chinees is de andere niet. Wees vooral nederig en pas je ter plekke aan, zo luidt haar advies.
Welke cultuurverschillen moeten we in de gaten houden als we contact zoeken met de lokale bevolking?
“Hoe verder weg, hoe groter de verschillen. In grote delen van Azië heeft de relatie tussen gesprekspartners en hun positie in de maatschappij veel invloed op de manier van communiceren. Veel Aziatische culturen zijn bovendien gericht op samenleving en sociale verbanden, terwijl het Westen individualistischer is. In de Filipijnen bijvoorbeeld zijn er gemeenschappen waarbinnen een individu niet het verschil maakt, maar slechts een onderdeel is van een groter geheel. Dat is een vorm van nederigheid die we in het Westen niet kennen.
Er zijn ook veel verschillen in de manier waarop je iets verwoordt. Op het gebied van excuseren is dat bijvoorbeeld heel duidelijk. Als je op een bepaalde dag niet kan afspreken, moet je daar dan sorry voor zeggen? Leg je dan uitgebreid uit waarom je niet kan, of is een simpel ‘nee’ voldoende?
Het is wel belangrijk om te beseffen dat veel van dit soort verschillen worden weggezet als cultuurverschillen, terwijl er ook gewoon tussen mensen veel verschillen zijn. Ouderen met weinig ervaring in andere talen zijn vaak terughoudender als je ze aanspreekt. Sowieso krijg je vaker weerstand van mensen die heel star alleen hun eigen taal spreken, of zelfs enkel hun eigen dialect. Dit geldt overigens niet alleen voor toeristen. In veel landen zorgt het voor de kloof met immigranten: moedertaalsprekers mogen fouten maken, als vreemden dat doen horen ze er niet thuis.”
Stellen inwoners van andere landen het wel op prijs als we hun taal proberen te spreken?
“Dat hangt heel erg af van de context. In de Verenigde Staten is veel onderzoek gedaan naar communicatie tussen de Engelstalige bevolking en mensen met een Spaanstalige achtergrond, zoals immigranten uit Mexico, Centraal- en Zuid-Amerika. Daaruit bleek dat Spaans praten juist beledigend kan overkomen. Dat mensen een gevoel bekruipt van ‘ik kan heus wel Engels hoor’. Dat heeft te maken met een gevoel van scheve machtsverhoudingen.
Dat soort gevoelens zijn belangrijk om in de gaten te houden. Het hangt af van het land waar je heen gaat, of ze daar zoiets ervaren. In Oost-Europa kan dit bijvoorbeeld ook spelen: een gevoel dat het Westen op ze neerkijkt. Zelfs in Zuid-Europa kan dit sentiment er zijn.
Het omgekeerde is ook het geval: in Spanje komen bijvoorbeeld veel toeristen die daar dronken worden en luidruchtig zijn. Zij lijken niet echt om de lokale bevolking te geven. In dat soort gebieden kan het erg gewaardeerd worden als je moeite doet om de lokale taal te spreken. Maar dan moet je wel weer opletten dat je het juiste Spaans gebruikt: als je geen Catalaans spreekt, kan je het in Barcelona beter bij Engels houden.”
Moeten we ons dan vooral voorbereiden op de lokale gebruiken in plaats van de taal?
“Dat ligt eraan hoe je naar taal kijkt. Als je taal alleen ziet als een verzameling woordjes en grammatica die je leert uit een boek, dan zou ik zeggen dat dat niet goed werkt. Je moet taal zien als een groter iets, waarbij woorden in directe verbinding staan met de lokale cultuur en alle gebruiken, gebaren en omgangsvormen die daar bij horen. Die context is net zo belangrijk als de woorden zelf.
Het begin al met de afstand die je houdt tussen jezelf en degene met wie je praat. Dat verschilt per land of cultuur. Of het volume waarmee je praat. Dat is iets dat je vaak terug hoort: toeristen praten volgens de lokale bevolking altijd te hard. Of iets heel anders: welke kleding draag je? Dat kan al invloed hebben op de manier waarop je wordt behandeld en of je makkelijk contact kan leggen. Over dit soort culturele verschillen kan je je vooraf inlezen, maar je moet vooral ter plaatse goed observeren wat werkt en wat niet.”
Zijn er goede strategieën om met cultuurverschillen om te gaan?
“Het vergt vooral een vorm van nederigheid. Natuurlijk weet je niet precies wat je moet doen en je mag ook anders zijn dan de lokale bevolking. Ongemakkelijke situaties zijn ook niet te vermijden, zeker niet als je er alleen bent voor een korte vakantie. Maar wees niet bang om te vragen wat je moet doen en stel je kwetsbaar op door bijvoorbeeld meteen te zeggen dat je de taal en lokale gebruiken niet goed kent. Dit kan wel averechts werken: als je dat in Nederland zegt, schakelt bijna iedereen meteen over naar Engels.
Je kan je eventueel voorbereiden op politieke en religieuze gevoeligheden, omgangsvormen tussen mannen en vrouwen of bekende karaktereigenschappen van een land en haar inwoners. Je denkt daarbij automatisch aan stereotypes, aan die typische Italiaan, Fransman of Chinees. Maar hou er rekening mee dat je voor hen ook een stereotype bent: een westerse toerist.
Het is belangrijk om te beseffen dat de manier waarop mensen zich naar jou toe gedragen niet per se de normale manier is waarop ze communiceren. Er kan iets misgaan zonder dat voor iedereen duidelijk is wat er is misgegaan. Zo vergat ik ooit op het terras van een Frans café de medewerkers op de juiste manier te begroeten, terwijl dat daar heel gebruikelijk is. We werden vervolgens compleet genegeerd, tot we uiteindelijk maar ergens anders een drankje zijn gaan doen.”
Ook verschenen in de Spoedcursus Toeristentaal: