Elke organisatie maakt jaarverslagen. Zo ook de overheid. Op Verantwoordingsdag biedt het kabinet de Tweede Kamer haar jaarverslagen aan. Ik mocht samen met een groep jonge wetenschappers deze jaarverslagen beoordelen en erover praten met Tweede Kamerleden.
Iedereen kent wel Prinsjesdag: de derde dinsdag van september waarop de minister van Financiën de plannen voor het komende jaar bekend maakt. In zijn of haar koffertje zit dan de Miljoenennota en de Rijksbegroting die deze plannen mogelijk moeten maken. De derde woensdag van mei is het Verantwoordingsdag: de minister van Financiën biedt dan de jaarverslagen van de overheid aan de Tweede Kamer aan. In deze verslagen staan onder meer hun doelen, of die bereikt zijn, wat ze daarvoor hebben gedaan en wat dat kostte. Zo is Verantwoordingsdag de tegenhanger van Prinsjesdag. Er wordt teruggeblikt op het afgelopen jaar en verantwoording afgelegd over wat het kabinet heeft gedaan.
Controleren van het kabinet
Het kabinet legt verantwoording af aan de Tweede Kamer, onze volksvertegenwoordiging. Eén van de taken van de Tweede Kamer is het controleren van het kabinet. Dat doet zij door bijvoorbeeld in debat te gaan met het kabinet over de jaarverslagen. Sinds een paar jaar proberen zij burgers actief te betrekken bij hun controlerende functie door hen uit te nodigen in de Tweede Kamer. Dat is de V-100: honderd burgers die de Tweede Kamer een handje helpen bij het stellen van kritische vragen aan het kabinet over de jaarverslagen.
Dit jaar waren jonge wetenschappers uitgenodigd en ik was daar één van! Wij konden ons inschrijven op verschillende thema’s. Omdat ik promotieonderzoek doe naar cybercriminaliteit, schreef ik mij in op het thema ‘Digitalisering toezicht’. En dat is ontzettend breed. Denk bijvoorbeeld aan de negatieve gevolgen van het gebruik van algoritmes, digitale kennis en vaardigheden, en het beschermen van onze online veiligheid en privacy.
Vergaderen over Digitalisering Toezicht
Eenmaal in de Tweede Kamer gingen de verschillende themagroepjes elk hun eigen ruimte in om over hun thema praten. Een medewerker van de Algemene Rekenkamer en een kenniscoördinator van de Tweede Kamercommissie voor Digitale Zaken begeleidden ons hierbij. Het bestaan van Kamercommissies was nieuw voor mij. Er zijn blijkbaar commissies waar Tweede Kamerleden zich voor kunnen aanmelden om te praten over nieuwe beleids- en wetsvoorstellen die gaan over het onderwerp van de commissie. Het meeste werk van Tweede Kamerleden zit in deze commissies. Soms nodigen commissies wetenschappers en experts uit de praktijk uit om hun visie op een voorstel te geven. Na het behandelen van een voorstel volgt vaak een debat in de plenaire zaal (die met de blauwe stoeltjes en ‘vak K’) en tot slot een stemming over dat voorstel.
Omdat het onderwerp Digitalisering Toezicht zo breed is, moesten wij eerst beslissen over welke drie deelonderwerpen wij vragen wilden stellen. Wij kozen voor het gebruik van algoritmes, de afhankelijkheid van techgiganten en het budget van de Autoriteit Persoonsgegevens. In het algemeen viel het ons op dat de doelen in de jaarverslagen best vaag geformuleerd waren en dat het lastig te begrijpen was in hoeverre doelen waren behaald. Verder stonden er allerlei kostenposten en bedragen in de jaarverslagen, maar vonden wij het moeilijk in te schatten of ergens ‘(te) veel of weinig’ geld naar toe is gegaan. 275 miljoen euro voor ‘Opsporing en vervolging’ klinkt veel, maar in een miljardenbudget is dat misschien juist best weinig1.
Zo veel informatie
Tijdens ons overleg kwamen twee Kamerleden langs: Renske Leijten (SP) en Hind Dekker-Abdulaziz (D66). Zij vertelden ons over hun werk voor de commissie Digitale Zaken. Wij gaven aan dat wij wat overweldigd waren door de hoeveelheid informatie die wij in korte tijd moesten verwerken. Jaarverslagen zijn flinke documenten en daar kregen wij er meerdere van (o.a. van Justitie en Veiligheid, de Politie, het Rijk, de Algemene Rekenkamer) ter ‘(lichte) inhoudelijke voorbereiding’. Dit was op donderdagmiddag voor maandagochtend. Daar moesten zij even om lachen. Was herkenbaar. Zo zei een voormalig Kamerlid ook later op de middag: “De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de stroom documenten die op je afkomt als Kamerlid onmogelijk te lezen is, onmogelijk te hanteren en te begrijpen is”.2 Het is dus hopen dat je beleidsmedewerkers er net de kernpunten uit kunnen halen zodat je er toch iets zinnigs over kunt zeggen. Tsja, politici zijn natuurlijk ook maar mensen.
Plenaire zaal
Aan het eind van de dag stuurden alle themagroepjes hun vragen op zodat Kamerleden deze schriftelijk kunnen stellen vóór het Verantwoordingsdebat op 9 juni. Wij mochten tot slot nog de plenaire zaal bezoeken waar Kamervoorzitter Vera Bergkamp de dag met ons afsloot. Dat was ook weer een ervaring. Op televisie leek de zaal groter en ergens was het toch wat gek om op de stoel van een politicus te zitten.
Al met al was het een onwijs leerzame dag. Ik vind het zelf ontzettend goed dat burgers op deze manier actief betrokken worden bij de politiek en dat politici de tijd namen om met ons in gesprek te gaan. Het is ongelofelijk hoe veel informatie zij in korte tijd moeten verwerken om hun werk te doen. En hoewel Digitale Zaken eigenlijk een heel breed werkveld omvat, is het schijnbaar niet de meest populaire commissie. Misschien omdat veel mensen ‘digitaal’ en ‘cyber’ als te moeilijk of abstract zien. Volgens mij is dat niet helemaal terecht is omdat het dus zo veelomvattend is. Bovendien digitaliseert onze samenleving steeds verder wat het juist belangrijk maakt dat de politiek begrijpt wat er gebeurt op digitaal gebied. Hopelijk duurt het niet lang voor meer politici dit inzien want er is nog genoeg werk te verrichten op dit gebied!