Naar de content

AI met een lichaam

Superkracht AI: Vanessa Evers

Gemaakt met Adobe generatieve AI

Van een slim winkelkarretje tot een zelfdenkend ziekenhuisbed, robotica verschijnt overal om ons heen, verwacht hoogleraar Vanessa Evers. Misschien alleen niet in een mensachtige vorm.

10 april 2025

Doordat taalmodellen, zoals ChatGPT, de laatste jaren zoveel aandacht hebben gekregen, zou je haast denken dat slimme chatprogramma’s de enige doorbraak van kunstmatige intelligentie (AI) zijn. Maar ‘AI met een lichaam’ is ondertussen ook overal om ons heen, zegt Vanessa Evers, hoogleraar human media interaction aan de Universiteit Twente, en binnenkort ook directeur van het Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) in Amsterdam. Zij doet onderzoek naar robotica, en vooral naar de manier waarop mensen met slimme, robotachtige apparaten interacteren, van robothulpjes in ziekenhuizen tot mestrobots in koeienstallen. Hoe kun je die apparaten zodanig ontwikkelen dat ze rekening houden met mensen en hun intenties begrijpen?

Een aantal jaar geleden zag je nog wel eens ‘humanoïde’ (mensachtige) Pepper-robots opduiken in winkels of hotels, als een soort gastheer die je de weg kon wijzen of een dansje kon doen, maar dat lijkt weer een beetje uit te zijn. Toch zijn robots zeker niet op hun retour, aldus Evers. “Alles is veel robotischer geworden. In de industrie heeft zich een revolutie voltrokken; koekjes in fabrieken worden echt niet meer met de hand gesorteerd. En bij sommige restaurants brengen robots borden naar de tafel. Ze hebben alleen geen mensachtige verschijning. Het zijn geen all singing, all dancing-robots die ook stofzuigen en de was doen. Wel zijn alle producten robotischer geworden: je auto, fiets, stofzuiger en grasmaaier. Daarin zitten steeds meer elektronica, beeld- en geluidsherkenning en sensoren verwerkt.”

Portretfoto van Vanessa Evers

Vanessa Evers

Mathijs Hanekamp

De doorbraak van taalmodellen als ChatGPT heeft robotica een extra zetje gegeven. Zo kunnen mensen nu ook zonder programmeerkennis met robots aan de slag. Evers herinnert zich nog dat scholen weleens een Pepper aanschaften, zonder dat ze wisten wat ze ermee konden doen. Pepper kan standaard een dansje doen, maar om er meer mee te kunnen, had je programmeerkennis nodig. Nu niet meer. “Taalmodellen hebben ervoor gezorgd dat deze technologie veel toegankelijker is geworden voor mensen. Nu kun je veel makkelijker leuke dingen verzinnen die zo’n robot zou kunnen doen.”

Selfies

Robots simpele opdrachten laten doen, dat mag dan inmiddels goed lukken, maar juist waar de interactie met mensen een rol speelt, zijn er nog veel uitdagingen. Een aantal jaar geleden ontwikkelde de onderzoeksgroep van Evers bijvoorbeeld een volgrobot voor op Schiphol. Bij een gatewijziging kon deze robot reizigers naar de juiste gate brengen. “Maar die robot kwam nooit verder dan tien meter, want iedereen wilde selfies met hem maken. Terwijl de mensen die hun vlucht moesten halen, juist zo snel mogelijk naar hun gate wilden. Die communicatie luistert zo nauw.”

Een witte mensachtige robot kijkt om zich heen in een drukke hal van een vliegveld.

Robot Spencer bracht passagiers op Schiphol naar hun gate van vertrek.

KLM

Dat merkt Evers ook bij een huidig project, waarvoor ze een apparaat maakt dat zelfstandig bloedbuisjes in een ziekenhuis kan sorteren en vervoeren. Dat scheelt personeel veel tijd en bovendien is het sorteren van bloedbuisjes een vervelende, repeterende handeling, waar ze lichamelijke klachten van kunnen krijgen. Maar ook hier is er natuurlijk het gevaar dat bezoekers denken: hé leuk, een robot, daar wil ik een selfie mee maken. “De robot moet sociale vaardigheden hebben die passen in een ziekenhuis. Kan hij bijvoorbeeld onderscheid maken tussen een patiënt en een professionele zorgverlener? Want die bewegen anders in een ziekenhuis. Hoe moet de robot communiceren en met welke snelheden moet die bewegen? Hoe moet hij keuzes maken in een heel drukke gang? Dat moeten we allemaal nog onderzoeken.” Robots moeten een grote veiligheidsmarge inbouwen, zodat ze tegen niemand aanrijden, maar die moet ook niet zó ruim worden dat ze volledig blokkeren (of alleen maar gaan toeteren, zoals de zelfrijdende taxi’s in San Francisco).

Slimmer dan een mens

Ondanks dat er dus nog veel werk is te verzetten om robots zodanig te ontwikkelen dat ze een beter gevoel krijgen voor mensen en hun omgeving, verwacht Evers dat de robotopmars in de samenleving niet te stuiten is. En het feit dat er momenteel miljoenen in AI worden gepompt, helpt daar ook zeker bij. Veel experts, vooral in Silicon Valley, roepen dat artificial general intelligence (AGI) nabij is, of er zelfs al is. Dat is een computersysteem dat slimmer is dan een mens. Evers: “Dat geloof ik niet, omdat ik zie hoe moeilijk het is. Zie het maar eens voor elkaar te krijgen om bijvoorbeeld een vuilnisbak zo te programmeren dat ie op de juiste dagen op de juiste plek op straat gaat staan. Alleen dat is al zo moeilijk.” Maar door er wel aan te blijven sleutelen kom je steeds verder, is de overtuiging van Evers. “Denk aan de eerste mens op de maan. De weg daarnaartoe, de ontwikkeling van alle technologie die daarvoor nodig was, heeft meer opgeleverd dan het einddoel.” Daarom ziet ze ook goede kanten aan de plannen van Tesla-baas Elon Musk om mensen naar Mars te sturen. “Zo’n project vraagt grote wetenschappelijke en technische oplossingen, wat het heel interessant maakt.”

Robots gaan we dus nog veel meer om ons heen zien, denkt Evers, bijvoorbeeld in de vorm van een slim winkelkarretje dat de producten die je erin legt gelijk scant, en dat een handige route door de winkel voor je plant. Of een ziekenhuisbed dat kan aanvoelen of je goed ligt, dat de druk anders kan verdelen en je kan helpen met opstaan. Het zal dus alleen niet altijd die mensachtige verschijning hebben. “Een humanoïde is gewoon niet voor elk probleem de juiste oplossing. Je kunt ook al veel doen met geluiden, kleuren of verlichting. Uit onderzoek uit de jaren zestig bleek al dat mensen beter hun handen gingen wassen in openbare toiletten als er stickers van ogen waren opgeplakt. Het kan soms ook met dat soort psychologische trucjes. Een robot is een heel dure oplossing die niet altijd nodig is.”

Generatieve AI, in dit geval Adobe Firefly, heeft de illustratie bij dit interview gemaakt. De opdracht luidde: ‘Geknipt en geplakt uit papier een papieren vrouw en een robot maken een selfie. Lichtblauwgrijze achtergrond.’