Stoppen met roken is moeilijk als sigaretten een deel zijn van wie jij bent. Het afstappen van een identiteit als roker is daarom belangrijk om niet terug te vallen in rookgedrag, ontdekte gezondheidspsycholoog Eline Meijer. Ze promoveerde deze week aan de Universiteit Leiden.
Twee mensen die beiden twintig sigaretten per dag roken, kunnen ondanks hetzelfde rookgedrag toch verschillen in de manier waarop ze zichzelf zien. De een vindt bijvoorbeeld dat roken botst met haar baan in de gezondheidszorg, terwijl de ander zich prinsheerlijk voelt als ‘echte roker’ en geen wrijving voelt met werk of vrije tijd.
Eline Meijer onderzocht in haar promotieonderzoek aan de Universiteit Leiden hoe verschillende identiteiten van rokers hun rookgedrag beïnvloeden. Wie zichzelf beschouwt als niet-roker, heeft minder kans terug te vallen bij een stoppoging. Wie zichzelf daarentegen als roker blijft zien, steekt sneller weer een sigaret op. Het goede nieuws: die identiteit staat niet vast. De manier waarop je jezelf ziet kan veranderen.
Jezelf zien als niet-roker
Rokers kennen de gevaren voor de gezondheid die sigaretten met zich meebrengen doorgaans wel. Acht op de tien Nederlandse rokers wil er in de toekomst dan ook mee ophouden, maar het blijft vaak bij woorden. Elk jaar probeert dertig procent van de rokers in Nederland te stoppen. Zo’n negentig procent van hen valt binnen een jaar terug in hun oude gewoonte, volgens cijfers uit 2015 van het Nationaal Expertisecentrum Tabaksontmoediging.
Meijer denkt dat het slagingspercentage omhoog kan, als er in de gezondheidspsychologie meer aandacht is voor de manier waarop rokers zichzelf zien. “Voor stoppers is het belangrijk dat ze zich thuis kunnen voelen in een identiteit van ‘niet-roker’”, licht Meijer toe.
De promovendus nam onder andere interviews af onder tien rokers die de intentie hadden om te stoppen. Ze sprak iedere deelnemer drie keer, steeds met een maand ertussen. Ze zag dat de mensen die zichzelf gingen zien als ‘niet-roker’ er beter in slaagden te stoppen.
Opleidingsniveau
“Tijdens het stoppen gaan mensen zich gemiddeld steeds minder als roker zien; het veranderen van je gedrag werkt door in je identiteit”, zegt Meijer. Het werkt ook de andere kant op: door je identiteit te veranderen, ga je je gedragen op een manier die daar bij aansluit. Die switch is niet voor iedereen even gemakkelijk. Lageropgeleiden die de sigaretten links willen laten liggen, worstelen om van die rokersidentiteit af te komen. Ze zien zichzelf bijvoorbeeld vaker als ‘roker die niet rookt’. Dat bleek uit een enquête die Meijer verspreidde onder bijna vierhonderd rokers met verschillend opleidingsniveau.
Laagopgeleiden roken in Nederland twee keer zo vaak als hoogopgeleiden. Vanuit hun omgeving ontvangt deze eerste groep vaak weinig aanmoediging om hun slechte gewoonte een halt toe te roepen. Hoogopgeleiden bevinden zich juist vaker in een omgeving waar roken een uitzondering is. Zij zien zichzelf makkelijker als ‘niet-roker’ en hebben meer succes en steun bij het afzweren van hun peuken.
Hulp bij nieuwe identiteit
De grote vraag is: kan je mensen die willen stoppen helpen om niet in hun oude identiteit te blijven hangen? Om dat te onderzoeken deed Meijer een experiment waarin rokers een schrijfopdracht kregen. Als je nu zou stoppen met roken, hoe zie je jezelf dan in de toekomst? De antwoorden waren zonnig en vrolijk. “We zagen dat hun identiteit als ‘niet-roker’ een beetje sterker werd, maar groot was het effect niet.”
Meijer ontwikkelt de methode momenteel door aan het Leiden Universitair Medisch Centrum. De schrijfopdracht krijgt een extraatje. Proefpersonen verzamelen nu ook afbeeldingen over hoe stoppen er voor hen uitziet. Deze aanpak wierp in eerder onderzoek al zijn vruchten af om mensen die de hele dag stilzitten een identiteit als sportieveling aan te meten. Die mensen werden daadwerkelijk actiever.
“Identiteit is belangrijk bij het voorspellen van gedrag”, aldus Meijer. “Het zou goed kunnen dat anders leren aankijken tegen wie jij bent ook helpt bij alcohol- en drugsverslaving.”