Een peperduur prestigeproject, een waardevol wetenschappelijk laboratorium of een internationale vredesmissie. Hoe herinneren we ons het ruimtestation ISS als het er straks niet meer is?
De duurste machine ooit wordt het genoemd. De bouw en het operationeel houden van het internationale ruimtestation ISS zou namelijk zeker 150 miljard euro hebben gekost, betaald door met name de VS, maar ook gefinancierd met belastinggeld uit Rusland, Europa, Japan en Canada. Wat hebben we daarvoor precies teruggekregen?
Ten eerste is het ISS een wetenschappelijk laboratorium. Volgens de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft het ruimtestation tot nu toe bijna vijfduizend wetenschappelijke publicaties opgeleverd. De experimenten hebben gezorgd voor kennis over het gedrag van materialen in gewichtloosheid, zoals de groei van kristallen en de beweging van vloeistoffen. Ook is de afwijkende groei van bacteriën en planten in gewichtloosheid getest. Sinds 2011 hangt er aan de buitenkant van het ISS bovendien een detector die in de diepe kosmos zoekt naar sporen van donkere materie (een hypothetische soort materie in het heelal, red.).

Een kaars brandt anders in gewichtloosheid (rechts) dan op aarde (links).
NASA, publiek domein via Wikimedia CommonsDe astronauten in het ruimtestation zijn zelf óók proefkonijnen. Het effect van een langdurig verblijf in gewichtloosheid heeft inzichten gegeven in de afname van spiermassa en botontkalking. En dan is er nog een meer praktische spin-off. De lijstjes met uitvindingen die we op zijn minst gedeeltelijk aan bemenste ruimtevaart te danken zouden hebben (en dus niet specifiek aan het ISS), zijn lang. Daarop staan onder meer kruimeldieven, zonnebrillen, inlegzolen, digitale camera’s en kant-en-klaarmaaltijden.
Nobelprijs
De kennis en toepassingen uit de ruimte zijn nuttig op aarde, maar volgens critici hangt hier wel een erg hoog prijskaartje aan. Bovendien was het ISS-onderzoek niet écht baanbrekend: het leverde nooit een Nobelprijs op.
Het ruimtestation werd wel vaker genoemd voor een ándere Nobelprijs, namelijk die voor de vrede. Na periode van intense rivaliteit in de ruimte tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten zochten de voormalige kemphanen elkaar in de jaren negentig juist op voor de bouw van het ruimtestation. Dat begon met de koppeling van de Amerikaanse capsule Unity en de Russische module Zarya in 1998. Wat volgde was een lange periode van internationale samenwerking, maar inmiddels zit de klad er behoorlijk in. De invasie van Rusland in Oekraïne in 2022 zette het partnerschap op scherp. Even dreigde Rusland het ruimtestation zelfs te laten neerstorten. Dat gebeurde niet, maar het ISS kan inmiddels wel fluiten naar de Nobelprijs voor de Vrede.
Inspiratie
Er is nog een effect van het ruimtestation dat vaak wordt genoemd: het zou zo’n 400 kilometer lager zorgen voor een toestroom van studenten bij bèta- en techniekstudies. Bestaat er inderdaad zo’n inspiratie-effect? Volgens Philippe Schoonejans, die als projectmanager betrokken was bij het ISS-onderdeel European Robotic Arm, waren er meer aanmeldingen voor technische studies op universiteiten in 2012, nadat astronaut André Kuipers ruim een half jaar in het ISS verbleef. Het klopt dat er meer eerstejaarsstudenten binnen die studierichtingen waren in dat jaar.

De Nederlandse astronaut André Kuipers verbleef twee keer in het ISS, in 2004 en in 2011-2012.
André Kuipers, publiek domein via Wikimedia CommonsDe vermeende verhoogde interesse in bètawetenschappen na een ruimtevlucht is volgens Schoonejans een ‘nationaal effect’. “Nadat André Kuipers naar de ruimte ging, zag je meer aanmeldingen in Nederland”, zegt hij. “Toen de Britse Tim Peake vloog, waren er meer aanmeldingen in Groot-Brittannië.” Overigens ontbreken er harde cijfers over de specifieke invloed van (bemenste) ruimtevaart op het animo voor bètawetenschappen. Een Britse studie vond geen significantie langetermijneffecten van Peakes ruimtereis in 2015-2016 op de houding van leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs ten opzichte van bètastudies.
De ultieme reden om het peperdure ruimtestation te bouwen bestaat niet. Het ISS ‘helpt’ waarschijnlijk op meerdere fronten. De voorstanders van het ruimtestation wijzen er bovendien op dat de kosten best meevallen, als je het astronomische bedrag verdeelt over alle landen die meedoen en uitsmeert over tientallen jaren. De kosten voor bijvoorbeeld defensie zijn in alle betrokken landen per burger een veelvoud van die van ruimtevaart. Voor al die miljarden krijg je in ieder geval een uniek wetenschappelijk laboratorium, een vredesmachine en een mogelijke inspiratiebron. En kruimeldieven en inlegzolen op de koop toe.
ISS geweest
Het internationale ruimtestation ISS is met bijna dertig jaar langer in de ruimte dan gepland, maar het pensioen komt nu onvermijdelijk in zicht. Wat hebben we aan het ruimtestation gehad? En hoe ruimen we dit grootste stuk ruimteafval ooit op?