Vandaag is het Internationale Mensenrechtendag. Precies 70 jaar geleden werd de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) aangenomen en beloofd dat de gruwelijke daden en geweld van de Tweede Wereldoorlog nooit meer mochten plaatsvinden. Is het 70 jaar later tijd voor een feestje of juist niet?
De UVRM is een mijlpaal in de mensenrechtengeschiedenis: het was het einde van de Tweede Wereldoorlog en de internationale gemeenschap (de leden van de Verenigde Naties) beloofde plechtig dat de gruwelijke daden en geweld van toen nooit meer mochten plaatsvinden. In de UVRM zijn de 30 meest belangrijke mensenrechten en vrijheden vastgelegd waar landen zich aan hebben verbonden.
Kort voor 1948, in tijd van oorlog en conflict, was het bijna onvoorstelbaar dat landen zich hieraan zouden verbinden. De UVRM heeft geleid tot veel andere wettelijk verbindende verdragen zoals het internationale kinderrechtenverdrag waar deze rechten in zijn opgenomen en waar landen zich aan moeten houden. In de UVRM is voor het eerst vastgelegd dat alle mensen recht hebben op fundamentele rechten en vrijheden omdat ‘erkenning van de inherente waardigheid en van de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de mensengemeenschap grondslag is voor de vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld’.
In artikel 2 van de UVRM staat dat mensenrechten gelden voor iedereen, ‘zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, kleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status’. Al deze beloften die de leden van de Verenigde Naties met de UVRM voor alle mensen al zeventig jaar willen waarborgen is reden voor een feestje. Maar klinkt er nog steeds vrolijke feestmuziek of staat er na zeventig jaar URVM inmiddels een droeviger muziekje op? Laten we een aantal rechten en vrijheden onder de loep nemen om te kijken waar nog grote problemen bestaan in het waarborgen van mensenrechten.
Artikel 1. Iedereen wordt vrij en met gelijke rechten geboren
Dit betekent dat iedereen geboren is als gelijke en dat groepen of individuen niet gediscrimineerd mogen worden. Iedereen heeft bijvoorbeeld gelijke rechten in toegang tot werk of tot onderwijs. En de overheid mag bijvoorbeeld niet een groep of persoon discrimineren op basis van afkomst, huidskleur of geslacht. Let op, dit betekent niet dat iedereen het recht heeft om, bijvoorbeeld, evenveel geld te bezitten.
Toch zien we elke dag tientallen voorbeelden van ongelijke behandeling in het nieuws voorbijkomen. Bijvoorbeeld, in Nigeria worden miljoenen mensen met albinisme systematisch gediscrimineerd en anders behandeld. Ze worden buitengesloten door hun huidskleur, leven in armoede en worden bedreigd met de dood omdat hun lichaamsdelen magische krachten zouden hebben en veel geld opleveren.
Dichter bij huis zien we ook veel vormen van discriminatie. Een grote zorg in Nederland is discriminatie op de arbeidsmarkt. Er is een recordaantal meldingen bij het College van de Rechten van de Mens van zwangere vrouwen en moeders, veelal omdat hun contract niet werd verlengd omdat ze zwanger zijn. Daarnaast geven intercedenten van uitzendbureaus aan te discrimineren op basis van etnische afkomst bij het selecteren van sollicitanten omdat opdrachtgevers mensen van een bepaalde etnische achtergrond niet willen aannemen.
Artikel 4. Slavernij is verboden
Slaaf zijn betekent dat je wordt behandeld als eigendom van een ander persoon. Je verricht gedwongen arbeid en hebt totaal geen zeggenschap over hoe en waar je leeft. Alhoewel slavernij in Nederland al sinds 1863 is verboden zien we nog steeds moderne vormen van slavernij. In 2016 leefden er ongeveer 30.000 mensen onder moderne slavernij, voornamelijk slachtoffers van dwangarbeid zoals gedwongen prostitutie, mensenhandel en gedwongen huwelijken.
Wist je dat een gedwongen huwelijk pas sinds 2017 erkend wordt als een vorm van slavernij? Als iemand wordt gedwongen te trouwen, gratis en gedwongen huishoudelijk werk doet en geen zeggenschap heeft over zijn of haar leven, dan is dit een vorm van moderne slavernij.
Artikel 15. Je hebt recht op een nationaliteit
In dit artikel staat: ‘Eenieder heeft het recht op een nationaliteit. Aan niemand mag willekeurig zijn nationaliteit worden ontnomen, noch het recht worden ontzegd om van nationaliteit te veranderen.’
Het hebben van een nationaliteit lijkt vanzelfsprekend maar wereldwijd zijn er naar schatting 15 miljoen mensen staatloos. Ze worden niet erkend als burger van welk land ook, in de hele wereld. Het probleem met staatloosheid is dat over het algemeen geen enkel land zich verantwoordelijk voelt om ervoor te zorgen dat ook de staatlozen van fundamentele mensenrechten kunnen genieten, zoals het recht op onderwijs, het verbod om te discrimineren en toegang tot gezondheidszorg. De grootste groep staatlozen in de wereld zijn de Rohingya. Leer meer over de Rohingya en andere groepen staatlozen in de wereld met Neha in Het Meisje dat Haar Land Verloor.
Dat de internationale gemeenschap zeventig jaar geleden haar handtekening onder de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zette is nog steeds een reden tot feest. Zonder de UVRM zou het leven van veel mensen er een stuk minder rooskleurig uitzien. Maar het is wel een feest met een wat droeve toon, omdat nog steeds niet iedereen op het partijtje van de mensenrechten is uitgenodigd. Pas als alle mensenrechten voor iedereen gewaarborgd zijn, is het tijd om alle slingers op te hangen.