In 2013 besloot ik om scheikunde te studeren, maar hoe ben ik tot deze studie gekomen? Dat vertel ik je in deze blog.
Het kiezen van een studie kan tot veel stress leiden, want wat nou als ik de verkeerde keuze maak? In deze blog vertel ik jou over mijn ervaringen rondom het maken van een studiekeuze, en geef ik je vijf tips & tricks om zo een stukje van jouw keuzestress weg te nemen.
1. Reflecteer
Waar word jij enthousiast van? Waar wil jij meer over weten? Oftewel, wat doet jouw klokje tikken? Uit eigen ervaring weet ik dat zelfreflectie erg lastig kan zijn. Wat kan helpen is om erover te praten met vrienden en familie. Wat vinden zij bij jou passen en waarom? Is er iets wat jij zelf misschien over het hoofd hebt gezien of waar je niet bij hebt stil gestaan? Misschien is er wel een vak dat er meer tussenuit springt dan andere?
In mij schuilde er altijd al een nerdje. Als klein meisje werd ik ontzettend vrolijk van de meest nutteloze dingen, zoals silly putty, lavalampen en bellenblaas. Nou geef ik toe, elk kind wordt enthousiast van dingen die plakken of stuiteren, maar voor mij ging het verder dan dat. Ik begon dit soort gekkigheden te sparen en inmiddels heb ik een heuse gadgetverzameling (zie ook mijn vlog ‘van gadget-verzamelaar tot wetenschapper’). Pas later legde ik de link tussen deze gadgets en de wetenschap en kwam scheikunde steeds meer op de voorgrond te staan. Daarnaast werd de keuze voor mij nog makkelijker gemaakt door mijn scheikundedocente. Haar enthousiasme voor het vak gaf me misschien wel het extra zetje dat ik nodig had. En dat brengt me bij punt 2.
2. Praat met je docenten
Het kan niet alleen helpen om met je vrienden en familie over je studiekeuze te praten, maar ook met docenten! Dit kunnen bijvoorbeeld docenten zijn die jouw favoriete vak geven of docenten die jou inspireren en/of motiveren. Ook zij hebben destijds in jouw schoenen gestaan en kunnen misschien een iets ander perspectief bieden.
Tijdens mijn middelbare schooltijd heb ik de luxe gehad om enkele docenten op persoonlijk gebied beter te leren kennen. Voor veel leerlingen bestond er een ‘kloof’ tussen hen en de docenten. Dat begreep ik wel. Maar ik was nieuwsgierig, misschien wel té nieuwsgierig. Ik was benieuwd naar de persoon achter de docent. ‘Zij zijn ook maar mensen, net als ik,’ dacht ik altijd. Terwijl veel van mijn medestudenten het zagen als verraad (‘je heult met de vijand!’), was het voor mij een verrijking. Mijn biologielerares, Reni, was één van die docenten. Zij inspireerde mij al gauw met haar ‘biologisch moment’ waar ze de les altijd mee eindigde.
Tijdens zo’n moment vertelde ze vol passie en enthousiasme over een biologisch voorwerp dat ze speciaal voor ons had meegenomen uit de natuur. Dat raakte mij en ik wilde datzelfde enthousiasme teruggeven. En dus besloot ik op een dag ook een voorwerp mee te nemen. Een prachtige set libellevleugels. ‘Misschien kunt u dit gebruiken voor een biologisch moment,’ zei ik terwijl ik haar de vleugels overhandigde. En de band was gesmeed.
Nadat ik mijn vwo-diploma had behaald, is het contact nooit verwaterd. Sterker nog, de band is alleen maar hechter geworden! Wandelen, een bioscoopje pakken, make-overs, racen op een e-scooter, koukleumen op een ijsfestival, en samen keihard meekrijsen met de muziek. Het is een hele speciale band waar ik enorm trots op ben. Ondanks mijn zeer inspirerende biologiedocente (en inmiddels goede vriendin) heb ik echter nooit voor de biologiekant gekozen. Waarom? Dat vertel ik je in mijn volgende tip.
3. Ga snuffelen aan een opleiding en proef de sfeer bij een universiteit
Vanwege corona gaat dat nu misschien anders, maar normaal gesproken werden er door universiteiten open dagen, meeloopdagen en voorlichtingsactiviteiten georganiseerd. Dit hielp mij als 6 VWO’er een heleboel bij het maken van een keuze. Tijdens dit soort voorlichtingsactiviteiten kun je namelijk snuffelen aan een studie, staan er studenten en docenten klaar om al je prangende vragen te beantwoorden en ontstaan er meer persoonlijke indrukken. Niet alleen de studie is van belang, maar ook de sfeer van een universiteit kan invloed hebben op je uiteindelijke keuze.
Zo sprak de sfeer op de universiteit van Leiden me destijds minder aan dan die van Wageningen, puur op gevoel. Zelf twijfelde ik heel erg tussen biologie en scheikunde. Omdat ik het lastig vond een keuze te maken, besloot ik naar de open dag van beide studies te gaan. Tijdens de open dag van biologie kwam één ding sterk naar voren: deze studie is veel ‘stampwerk’… en dat is zeker niet mijn sterkste kant. Nu moet je natuurlijk voor elke studie informatie ‘stampen’, maar het voordeel aan scheikunde vond ik dat de praktijk ook een grote rol speelt.
Zo kreeg ik tijdens één van de meeloopdagen een kijkje in het lab en mocht ik zelf luminol maken! Luminol is een stofje dat door forensisch onderzoekers wordt gebruikt om bloed op te sporen. Dat maakte het natuurlijk extra leuk en tastbaar. Het gaf mij het inzicht dat je tijdens de scheikunde opleiding ook veel kunt leren door te doen. Alle informatie die je tot die tijd had geleerd en onthouden in de collegebanken zou later in het lab op de proef gesteld worden. Dus je moet niet alleen je koppie gebruiken, maar ook je handen. En dat sprak mij toch wel heel erg aan.
4. Leidt de studie tot een beroep dat jou aanspreekt?
Als je na de bovenstaande drie tips nog steeds twijfelt, bedenk dan wat je zou kunnen worden na het succesvol afronden van een studie. Waar zie jij jezelf werken in de toekomst? Heb je al een baan in gedachten? Denk daarbij niet alleen aan geld in het laatje brengen of een grote baankans. Het moet je ook gelukkig maken.
Door na te denken over toekomstige beroepen, viel biologie opnieuw voor mij af. Ik was namelijk vooral geïnteresseerd in dierengedrag, en dit was maar een heel klein stukje van de studie. Bovendien zouden daar maar weinig (interessante) banen in te vinden zijn. Tenzij… tenzij ik de baan van David Attenborough had kunnen overnemen. Hoe tof zou dat zijn geweest!
Nee, het moest scheikunde worden. Wat ik ermee wilde worden? Geen idee! Pas tijdens het vierde jaar van mijn studie werd het mij duidelijk: ik wil het bedrijfsleven in. Ik wil onderzoeker worden. Niet om een fundamenteel principe te bevestigen of om iets te maken wat het daglicht nooit gaat zien. Nee, om iets te ontwikkelen wat functioneel is voor de samenleving, iets vernuftigs wat ons leven gaat vergemakkelijken. Maar voor het zover is, ontwikkel ik me eerst zelf nog even verder als PhD-student.
5. Volg je gevoel
Het laatste wat ik nog wil meegeven is: kies een studie en universiteit gebaseerd op je eigen gevoel. Volg niet de meute of je beste vriend(in) hierin. Het zou de veilige keuze zijn, maar niet altijd de juiste. Zelf heb ik ondervonden dat het juist goed is om jezelf in het diepe te gooien. Toen ik aan mijn studie begon, kende ik niemand. Dat is enorm spannend, want je kunt je niet meer aan iemand vastklampen. Maar hierdoor sta je wel open voor nieuwe contacten en vriendschappen. Het opent veel mogelijkheden en het heeft voor mij hele hechte vriendschappen opgeleverd.
En als je eenmaal je keuze hebt gemaakt: laat je dan vooral niet ontmoedigen, maar ga ervoor! En als na een tijdje (geef het de tijd!) toch blijkt dat de gekozen studie nou niet de juiste is? Geen paniek, de wereld vergaat niet! Het is misschien niet de studie voor jou, maar je hebt nu wel een beter beeld gekregen van wat je wel en niet wilt. Dus geen stress, alles is een leerproces!