Waarom zou je na je studie willen promoveren? Ik sprokkelde tien hele goede redenen voor je bij elkaar!
1. Hoogst haalbare academische graad
Na de master-opleiding kun je ervoor kiezen om te gaan promoveren. Wat ook wel bekend staat als PhD (latijns: philosophiæ doctor), ook wel ‘doctor in de filosofie’. Dit is de hoogste academische graad of titel aan een universiteit. Al betekent dat natuurlijk niet dat je alleen maar kunt promoveren in de filosofie, maar je kunt promoveren in heel veel verschillende vakgebieden. Kijk maar eens op Faces of Science, hier kun je meer lezen over het promoveren in de andere vakgebieden en waar zij zich dan dagelijks mee bezighouden.
Na je promotie mag je dus ook de afkorting ‘dr.’ voor je naam zetten. Deze doctorstitel is in Nederland wettelijk beschermd, dus het ten onrechte voeren van deze titel is officieel verboden. Wist je dat de professor-titel geen officiële academische graad is. ‘Prof’ is een aanduiding dat die persoon een universitair hoogleraar is.
2. Iedereen denkt dat je slim bent
Wat een fijn vooroordeel is dit! Door na je studie door te gaan in de academie, verdien je al snel respect, omdat veel mensen na vier/vijf jaar studie er echt wel klaar mee zijn. Het vergt discipline, doorzettingsvermogen, structureel en gedetailleerd denkvermogen om vier jaar onderzoek te overleven. Het is niet voor iedereen weggelegd. Veel mensen gaan er automatisch van uit dat je heel slim bent en een wandelende encyclopedie bent.
Super fijn zo’n oordeel, maar in werkelijkheid weet je vooral veel van je eigen onderwerp af en hoef je dus niet alles te weten. Natuurlijk pik je veel dingen sneller op of los je het sneller op door logisch na te denken, maar je weet natuurlijk lang niet alles. Voordeel: met quizzen willen mensen je graag in de team. Nadeel: je kunt dus door de mand vallen doordat je niet alles weet natuurlijk.
3. Je wordt ook wel echt slimmer hoor!
Door vier jaar in je onderwerp te duiken, ben jij natuurlijk de expert op jouw vakgebied. In deze vier jaar leer je ontzettend veel bij omdat er iedere dag weer nieuwe dingen ontdekkingen worden gedaan. Naast professionele ontwikkeling maak je ook een enorme persoonlijke ontwikkeling door, doordat je naast onderzoek ook diverse verantwoordelijkheden krijgt.
Tijdens het promoveren krijg je als PhD’er te maken met een proces van ‘vallen en opstaan’, maar door goede begeleiding van je promotor stoei je je er wel doorheen. Dit versterkt je doorzettingsvermogen waardoor je nog meer groeit. Ik zie bijvoorbeeld een enorme groei in kennis bij mezelf. Als ik kijk naar twee jaar geleden was ik een masterstudent en nu begeleid ik zelf een masterstudent en heb ik 11 bachelorstudenten succesvol begeleid.
4. Ultra gevarieerd werk
Naast alleen onderzoek doen, zijn wij ook verplicht om 10% aan onderwijs te besteden. Dit wil zeggen dat je (werk-)colleges geeft en studenten of practicumvakken begeleid. Daarnaast mag je cursussen volgen die relevant zijn voor je promotieonderzoek. Deze cursussen zijn wellicht ook weer handig voor je volgende baan. Ook mag je naar (buitenlandse) conferenties om je werk daar te presenteren, netwerken voor samenwerkingen of inspiratie op doen via andere onderzoekers. Naast onderzoek doen heb je een set vaardigheden die je erbij leert: samenwerken, wetenschappelijk schrijven, presenteren, wetenschappelijke posters maken en onderwijs geven. Dus je werk is nooit eentonig of saai, en je hebt genoeg te doen!
5. Oneindige vrijheid
De vrijheid is oneindig. Ideeën en creativiteit kun je volledig loslaten op je werk. Alles mag en alles kan zolang je maar goed kunt onderbouwen met literatuur waarom jouw idee zou moeten werken. Tijdens je promotie werk je aan je eigen project en vaak heb je tussendoor deadlines waardoor je dus al snel langer doorwerkt of in soms in de weekenden bijwerkt om het allemaal af te krijgen. Maar jij beslist wel iedere dag/week wat je doet voor je werk en of je langer doorwerkt.
6. Nieuwe generatie onderzoekers opvoeden
Samen met je promotor stem je af of je (werk-) colleges geeft of studenten begeleidt. Ik vind het begeleiden van bachelor- en master-studenten bij hun project het leukste. Vooral omdat ik ze alles kan leren wat ik zelf ooit hebt geleerd. Het is een hele kunst om studenten op te leiden tot zelfstandige onderzoekers. Je mag niet dingen voor zeggen omdat zij zelf ruimte moeten hebben om te denken en zelf zaken uit te zoeken. Daarnaast moet je ze blijven motiveren, omdat er altijd wel experimenten mis kunnen gaan in je project. Door ze te blijven motiveren gaan zij zelf op zoek naar een creatieve oplossing. Wat ik het lastigste vind is dat de studenten meestal er van uit gaan dat jij alles al weet. Maar als je onderzoek doet en werkt aan een totaal nieuw systeem, weet niemand daar de uitkomst van. Het leuke eraan is ook dat je samen met je student op zoek gaat naar een oplossing. Je vormt samen een team!
7. Beetje studentikoos tussen je vrienden werken
In Nederland worden we gezien als werknemers aan de universiteit, maar in het buitenland ben je vaak een PhD-student en profiteer je dus ook van allerlei studentenkortingen. Ondanks dat het wel een baan is en we werken voor ons geld, zijn we toch nog wel in opleiding. Ik heb hiervoor gekozen omdat ik tijdens mijn master al een jaar een onderzoeksproject heb gedaan en dat vond ik erg leuk. Nu doe ik dit in principe voor vier jaar lang met wat meer verantwoordelijkheden. Daarnaast zijn veel van mijn collega’s ook vrienden van mijn studententijd die ook promoveren, dus iedere dag werken tussen je vrienden is ook geen straf. Samen koffietjes drinken, lunchen, koken en naar vrijdagmiddagborrels gaan net als in de studententijd hoort er nog steeds bij.
8. De kans dat je daarna werkloos bent is klein
Daarnaast zijn er ook een hoop onderzoeksgerelateerde banen die alleen maar beschikbaar zijn als je een PhD hebt behaald. Na je promotie kun je ervoor kiezen om in het academische leven te blijven. Door bijvoorbeeld verder te gaan met een postdoc, maar daarvoor moet je een aantal jaren naar het buitenland om je kennis te verbreden. Ook kun je natuurlijk kijken naar welk land je graag wil en daar een baan zoeken bij een leuke onderzoeksgroep. Alleen hebben veel academische groepen niet altijd geld, dus moet je zelf een beurs scoren zodat je verzekerd bent van je eigen salaris.
Naast het academische leven zijn er nog ontelbare bedrijven waar je terecht kunt, afhankelijk van je eigen expertise en interesse. Of je kiest ervoor om te starten in een klein bedrijfje (Spin-off). Bij een groot bedrijf kom je als promovendus met een technische achtergrond vaak terecht bij de afdeling productontwikkeling, de technische afdeling, optimalisatie of zelfs de marketing/sales. Dus er zijn genoeg mogelijkheden! Bedenk vooral waar je interesses liggen en waar je die interesses het beste kwijt kunt.
9. Publiceren: andere mensen vinden je werk echt boeiend!
Je werk kan een grote of een kleine impact hebben op jouw onderzoeksveld. Als je dus interessante resultaten hebt, schrijf je een wetenschappelijk artikel en stuur je deze in naar een wetenschappelijk blad. Als ‘editors’ een akkoord geven dan wordt het gepubliceerd. Er zijn altijd wel mensen over de hele wereld die je werk interessant vinden. Ze lezen het niet alleen maar passen het soms zelfs toe op hun eigen onderzoek. Anderen citeren jouw werk citeren waardoor je werk dus een grotere impact krijgt. Dit verhoogt dan weer je h-index, wat een maatstaaf is voor hoe goed en populair jouw onderzoek is. Er is een soort van regel dat je tijdens je promotie minimaal vier artikelen schrijft en dat is voor iedere onderzoeksveld weer lastiger of makkelijker te behalen.
10. The sky is the limit!
Problemen kun je op oneindig veel manieren oplossen. Je mag je volledige creativiteit gebruiken, om een oplossing te vinden voor het huidige probleem. Je bouwt voort op eerdere onderzoeken, of ontwerpt zelf iets nieuws. Sommige mensen werken aan translationele onderzoeken, dat wil zeggen dat je onderzoek doet naar een product dat werkelijk toegepast gaat worden in de maatschappij. Of je werkt aan fundamentele onderzoeken, om bepaalde aspecten of systemen te bestuderen om het beter te begrijpen. Die hoeven nog niet perse toegepast te worden in de maatschappij. Op dit moment werk ik eigenlijk nog aan het fundamentele gedeelte om het materiaal dat ik ga gebruiken eerst beter te begrijpen voordat ik het kan gebruiken en richting het tanslationele onderzoek ga.