"Met een zelfcompassie-app wil ik mensen met kanker helpen met het verwerken van hun emoties."
Wie:
Judith Austin
Wat:
Psycholoog-onderzoeker
Waar:
University of Twente (in samenwerking met onderzoekers van het UMCG in Groningen, het DesignLab van onze universiteit, en het instituut voor digitaal gezondheidsonderzoek in Oslo)
Studie:
Bachelor Psychology aan de Rijksuniversiteit Groningen en master Medische Psychologie bij Tilburg University.
Promotie gaat over:
Het ontwikkelen van een zelfcompassietraining in app-vorm, voor mensen die kortgeleden de diagnose kanker kregen. De app ondersteunt patiënten hopelijk bij de (emotionele) gevolgen van de diagnose. We ontwikkelen de app op basis van bestaande zelfcompassietrainingen, die het welzijn van mensen verhogen. Doordat we de app samen ontwikkelen met patiënten en verpleegkundigen, is de app ook gebaseerd op hun ervaringen.
Ik koos dit vakgebied omdat:
Ik binnen de psychologie altijd geïnteresseerd ben geweest in het hele plaatje. Niet alleen de mentale kant, maar ook de wisselwerking tussen de psyche en het lichaam (medische psychologie). Niet alleen waarom het slecht met mensen gaat, maar juist ook wat maakt dat het goed gaat (positieve psychologie). Ik denk dat compassie heel belangrijk is, omdat moeilijke dingen bij ieders leven horen, en door dat in te zien kunnen we beter voor onszelf en voor elkaar zorgen. Zelf oefen ik ook graag met mindfulness en compassie.
Leukste aan wetenschapper zijn:
Je creativiteit kwijt kunnen, bijdragen aan nieuwe kennis en toepassingen, de vrijheid in de manier van werken, dingen analyseren en vanuit verschillende perspectieven bekijken, samenwerken met mensen met verschillende achtergronden, reizen voor cursussen en congressen, altijd blijven leren.
Geboren:
Zwolle, 13-12-1989
Meest bijzondere moment als wetenschapper:
Dat is moeilijk kiezen! Meerdaagse compassietrainingen in Londen en op de Veluwe, samenwerken met de betrokken app-ontwerpgroep van patiënten en verpleegkundigen, en een gezellige reis met collega’s naar Edinburgh waar ik mijn onderzoek voor een grote groep mensen mocht presenteren en veel leuke reacties kreeg.
Moeilijkste aan wetenschapper zijn:
Je moet van alle(rlei) markten thuis zijn, ook dingen die je minder leuk vindt of minder goed kan. Maar dat maakt het ook juist leerzaam. Wat soms moeilijk is: dat het een onzeker vakgebied is (je moet altijd maar zien of je een subsidie krijgt, iets kan publiceren etc.), dat je best veel tijd alleen aan het werk bent en jezelf altijd moet motiveren, en dat je veel achter de computer werkt en dus moeite moet doen om geen uitgezakte aardappelzak te worden.
Hobby’s:
Muziek en concerten/festivals, lezen, swing dansen, mindfulness beoefenen met andere jongvolwassenen, creatief bezig zijn (van kaarten tot kleding maken), de natuur in.
Wat hoop je met bloggen voor Faces of Science te bereiken:
Dat ik mensen een beeld kan geven van hoe veelzijdig (en leuk) onderzoek is. Als kind had ik een standaard beeld van een wetenschapper: een man van middelbare leeftijd die in zijn witte jas proefjes in het lab doet. Daar herkende ik mezelf niet in. Ook houd ik van schrijven en vind ik het leuk dat ik meer mensen kan vertellen over mijn onderzoek. Want geloof het of niet, niet iedereen leest mijn (droge, ahum, fantastische) wetenschappelijke artikelen.
Wie is je grote voorbeeld:
Ik heb gelukkig veel voorbeelden, zowel persoonlijk als professioneel. Mensen waarbij hun waarden zowel in hun werk als in hun manier van leven zichtbaar zijn vind ik inspirerend.
Wat wilde je worden toen je 7 was:
Spice Girl
En toen je 17 was:
Maatschappijleer was mijn favoriete vak, maar verder wist ik het nog niet. Ik wilde eerst reizen en meer ontdekken.
Leukste reactie op je onderzoek:
Mensen die mij hebben bedankt voor het werk dat ik doe, ook al hadden ze er niet direct iets mee te maken. Dat vond ik bijzonder.