Op de middelbare school is Nederlands een van de kernvakken. Logisch, want om goed te functioneren in de maatschappij heb je kennis van de landstaal nodig. Toch vinden veel scholieren Nederlands best wel saai. Laat staan dat ze Nederlands willen studeren! Toch is deze studie het overwegen waard. Ik vertel je waarom.
“Nederlands, dat spreek ik toch al?!” Misschien heb je dit zelf ook gedacht toen je in de klas zat bij het schoolvak Nederlands. Anders dan bij de (moderne) vreemde talen, zoals Engels, Frans en Duits, leer je bij Nederlands geen nieuwe taal. Misschien is Nederlands niet je moedertaal, en spreek je thuis een andere taal, maar de meeste leerlingen die starten in het reguliere onderwijs spreken het Nederlands al op basisniveau. Woordenlijstjes uit je hoofd leren, zwoegen op moeilijke naamvallen, of luistertoetsen afleggen? Dat is allemaal niet aan de orde. Bij het schoolvak Nederlands gaat het erom dat je nóg vaardiger wordt in een variant van de taal die je al spreekt: het Standaardnederlands.
Het Nederlands van de regeltjes
In je schoolboek zijn duidelijke taalregels en -adviezen vastgelegd, bijvoorbeeld dat je groter dan moet gebruiken in plaats van groter als, en dat je gebeurt als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd met een t schrijft en gebeurd als voltooid deelwoord met een d. Dit Standaardnederlands (of in de volksmond ‘ABN’ – Algemeen Beschaafd Nederlands) wijkt in het algemeen af van het Nederlands dat je thuis of in de kroeg spreekt, of van het Nederlands dat je gebruikt op sociale media. Het Standaardnederlands dat je op school leert moet je namelijk vooral kunnen toepassen in formele situaties, in een sollicitatiegesprek of een sollicitatiebrief bijvoorbeeld. Daarnaast is het schoolvak Nederlands vooral gericht op geschreven taal. Daarom ligt er ook veel nadruk op het aanleren van spellingregels, die er in gesproken taal natuurlijk helemaal niet toe doen.
Een goede beheersing van het Standaardnederlands is belangrijk. Iemand die correct Standaardnederlands gebruikt heeft meer maatschappelijk aanzien dan iemand die de taalregels aan zijn laars lapt. Het geeft blijk van geschooldheid. Buiten school oefen je al veel door het Nederlands actief te gebruiken, maar op school schaven ze jouw taalgebruik bij en poetsen ze het op volgens de algemeen geldende en voorgeschreven taalnorm. Op die manier stomen ze je klaar om als een bekwame spreker en schrijver je vervolgstudie in te gaan.
Kennis óver taal
Maar wat nu als die vervolgstudie ook Nederlands is? Wat leer je dan nog bij? Op de middelbare school haalde ik zelf veel plezier uit schrijven. Vooral het schrijven van opiniërende teksten, zoals langere essays en kortere columns, vond ik fantastisch (kijk hier voor een aantal voorbeelden). Dat was voor mij dan ook de reden om me in te schrijven voor de studie Nederlandse taal en cultuur aan de Universiteit Utrecht. Pas toen ik daar in de collegebanken stapte, ontdekte ik dat de studie nog zoveel meer te bieden had dan ik vooraf had gedacht. Wat ik bij het schoolvak Nederlands over onze taal had geleerd, bleek slechts het topje van de ijsberg te zijn. De wondere wereld van de taal die nog onder water lag, en waar ik langzaam door mocht zwemmen, leerde me op een heel andere manier kijken naar iets wat ik altijd als min of meer vanzelfsprekend had beschouwd. Want ook al spreek je al Nederlands: vaardigheid in de taal is iets heel anders dan kennis over de taal.
Op de middelbare school had ik me nooit afgevraagd hoe ik precies aan mijn kennis van het Nederlands kwam, of wat een taalfout eigenlijk is, en waarom die zulke sterke (afkeurende) reacties kan oproepen. Ook had ik nooit echt stilgestaan bij de vorm van taal. Ik wist wel dat je één boodschap op meerdere manieren kunt formuleren, maar niet dat je daar ook duidelijke patronen in kunt ontdekken. En ik kon misschien wel op gevoel aangeven waarom de ene politicus overtuigender spreekt dan de andere, maar ik kon het niet onderbouwen. Na mijn studie is mijn blik op taal volledig veranderd. En misschien spreken bovenstaande vragen jou ook wel aan. Daarom laat ik je kennismaken met vijf aspecten van de studie Nederlands die mij in elk geval zijn bijgebleven.
1. Nederlands studeren is… (je) beseffen dat de taal varieert en verandert.
Tijdens de studie Nederlands leer je dat taal verandert. Na de middelbare school heb je misschien het idee dat er maar één juiste vorm van Nederlands bestaat waar iedereen zich aan moet houden. En dat je bij de studie Nederlands heel hard oefent om de regels van het Standaardnederlands tot in perfectie te beheersen. Niet dus! Natuurlijk moeten neerlandici het Standaardnederlands (min of meer) foutloos kunnen gebruiken, maar dat is lang niet het enige (en belangrijkste).
Tijdens de studie Nederlands leer je om taal te observeren in plaats van te beoordelen. Welk taalgebruik komt voor in de werkelijkheid buiten de schoolboeken, nu en in het verleden? Vervolgens beschrijf en verklaar je die observaties. Op die manier ontdek je waarom mensen groter als in de praktijk toch gebruiken, of waarom ze tegenwoordig steeds vaker ik besef me dat zeggen in plaats van ik besef dat. Je leert over het ontstaan van de standaardtaal, over wie of wat bepaalt wat telt als goed of fout taalgebruik, en over de oorzaken van taalverandering. Op die manier stel je iedereen die bang is voor taalverloedering voortaan gerust met een goed onderbouwd verhaal.
2. Nederlands studeren is… ontdekken dat taalvariatie niet willekeurig is.
Binnen ons taalgebied zijn er niet alleen grote verschillen tussen het Nederlands en de andere talen die mensen spreken (zoals Engels en immigrantentalen), maar ook binnen het Nederlands is er variatie. Elke spreker heeft als het ware een ‘eigen’ taal. Maar hoe komt het dat niet iedereen hetzelfde praat? En kun je daar patronen in ontdekken? Bij de studie Nederlands denk je na over dit soort vragen. Je gaat niet alleen op zoek naar welke variaties mogelijk zijn, maar juist ook naar welke níet mogelijk zijn. Dat zegt namelijk iets over de grenzen van het menselijke taalvermogen. Zo kun je het bijvoorbeeld hebben over de auto van Jan of over Jans auto, maar niet over de auto Jans. Tijdens je studie ontdek je dat taalvariatie niet willekeurig is, maar verklaarbaar. Om orde te scheppen in alle ‘taalchaos’ heb je een flinke dosis analytisch vermogen nodig. Je verzamelt zelf data of je doorzoekt grote corpora om patronen te ontdekken. Zo zie je dat grammatica veel meer is dan het opdelen van zinnen in zinsdelen volgens aangeleerde ezelsbruggetjes.
3. Nederlands studeren is… leren hoe taal een effect heeft op de wereld om je heen.
Door taal op een bepaalde manier te gebruiken, veroorzaak je ook veranderingen in de werkelijkheid. Taal is in zekere zin een vorm van handelen: met de uitingen die je doet, breng je iets teweeg bij je luisteraars. Stel je voor dat je in de klas zit en een klasgenootje zegt “ik heb het koud”. De kans bestaat dan dat iemand als antwoord het raam dichtdoet, zonder dat daar expliciet om is gevraagd. Of een boodschap succesvol aankomt, hangt samen met de verpakking ervan. Denk bijvoorbeeld aan de speeches van politici of het taalgebruik in reclames.
Sommige speeches of reclames vind je vast heel overtuigend, maar andere hebben niet het gewenste effect. Tijdens de studie Nederlands kun je zelf onderzoeken wat de invloed is van het gebruik van specifieke taalkenmerken binnen uiteenlopende genres. Hoe formuleer je het beste de tekst in een medische bijsluiter om ervoor te zorgen dat die zo begrijpelijk mogelijk is voor patiënten? Hoe spreek je op de juiste manier een bepaalde doelgroep aan: met ‘jij’ of met ‘u’? Hoe trek je de aandacht van jongeren in reclame- of overheidscampagnes? Of hoe krijgt inclusief taalgebruik in de openbare ruimte vorm? Je verwerft niet alleen inhoudelijke kennis over dit soort vraagstukken, maar je oefent ook met het formuleren van taaladviezen.
4. Nederlands studeren is… je afvragen hoe taal eigenlijk in je hoofd komt.
Heb je je weleens afgevraagd hoe je aan al jouw taalkennis komt? Natuurlijk heb je taalonderwijs gehad, maar voordat je naar school ging kon je al spreken. De taalontwikkeling begint namelijk veel vroeger, vermoedelijk al in de buik van de moeder. Bij de studie Nederlands leer je over het verloop van deze taalverwerving bij kinderen met een normale taalontwikkeling, maar ook over wat er anders gaat bij kinderen met een taalstoornis.
In dit vakgebied valt nog heel veel te ontdekken. Taalkundigen zijn het namelijk niet allemaal met elkaar eens: volgens sommigen is taalkennis (deels) aangeboren, maar volgens anderen is taalkennis puur het gevolg van gebruik en ervaring. En bij tweedetaalverwerving komen weer heel andere vraagstukken naar voren. Wat gebeurt er in je brein als je een tweede taal leert? Biedt meertaligheid voordelen? Het is niet alleen heel uitdagend om mee te denken in deze theoretische debatten, maar de vragen hebben ook een grote maatschappelijke impact, bijvoorbeeld binnen het onderwijs en de zorg.
5. Nederlands studeren is… de onderzoeker in jezelf naar boven halen.
Na de middelbare school ben je waarschijnlijk gewend om Nederlands te zien als een vak dat in dienst staat van andere vakken. Wat je bij Nederlands leert, komt van pas bij het leren van andere talen of bij de zaakvakken die in zekere zin ook talig zijn, denk bijvoorbeeld aan de zogenoemde redactiesommen bij wiskunde of aan het beantwoorden van examenvragen in het algemeen.
Bij de studie Nederlands leer je dat de neerlandistiek ook een onderzoeksgebied is met een sterke inhoudelijke kant. Je bestudeert uiteenlopende onderwerpen uit de Nederlandse taal en cultuur met behulp van verschillende methodes, van kwalitatief (zoals tekstanalyses of interviews) tot kwantitatief (statistische analyses van grote hoeveelheden data die zijn verkregen uit bijvoorbeeld experimenten, corpora of vragenlijsten). De witte jas uit het ‘lab’ ontbreekt misschien, maar neerlandistiek is óók een echte wetenschap. Veel mensen hebben het gevoel dat ze zelf een ‘taalexpert’ zijn zonder ervoor gestudeerd te hebben, simpelweg omdat ze de taal dagelijks gebruiken. Regelmatig nemen zij maatschappelijke beslissingen, bijvoorbeeld over taalbeleid, dan ook op basis van gezond verstand. Bij de studie Nederlands ontwikkel jij je tot een échte taalexpert die bijdraagt aan kennisontwikkeling én kennistoepassing voor de samenleving.
Een zeldzaam ras
In combinatie met deze onderwerpen (naast vele andere) mag je de taal ook nog steeds als instrument bespelen. De studie Nederlands is kleinschalig. Bereid je dus voor op veel schrijf- en spreekopdrachten in een intieme setting, waar volop ruimte is voor feedback en discussie. Naast slimmer word je daarmee nóg taalvaardiger. Ook als je beslist om na je studie niet verder te gaan binnen de neerlandistiek, komt dat bij heel veel beroepen van pas. Zeker nu neerlandici een zeldzaam ras worden, hebben we liefhebbers nodig die hun passie voor het Nederlands willen vergroten én overdragen. Neerlandici hebben een uniek profiel. Als iedereen Nederlands spréékt, wil dat immers nog niet zeggen dat iedereen ook alles over het Nederlands wéét.
Tot slot nog een kleine disclaimer. Ik ben opgeleid als taalkundige. Het veelzijdige van de studie Nederlands is dat je heel veel richtingen in kunt gaan binnen diezelfde studie. Er zullen neerlandici zijn die mijn blog lezen en zelf andere dingen hadden opgeschreven, omdat ze op hun route andere deelgebieden en thema’s hebben bewandeld. Mocht je als studiekiezer met een passie voor de Nederlandse taal bijvoorbeeld denken “waar is de literatuur?”, maak je dan vooral geen zorgen: je kunt je ook specialiseren in de letterkunde. Daarover schreef Aafje een leuke bijdrage. Ben je geboeid door de taalkunde, maar is je interesse breder dan alleen het Nederlands? Dan is de studie Taalwetenschappen misschien wel iets voor jou! Lees bijvoorbeeld Anne-Miekes blog.
Meer studietips van Faces of Science: