Naar de content

Oude donornieren voor oude nierpatiënten

Pixabay, Mohamed Hassan via CC0

De wachtlijst voor een donornier wordt steeds langer. Daarom komen oudere patiënten sinds enige tijd ook in aanmerking voor een nier van een oudere donor. De kwaliteit van oude donornieren laat echter vaak te wensen over. Is dit wel een goede oplossing?

Vanaf de leeftijd van veertig jaar gaat de functie van de nieren langzaam achteruit. Het verwijderen van schadelijke afvalstoffen uit het bloed gaat steeds iets minder goed. Iemand die verder gezond is, heeft op zijn zeventigste een nierfunctie van ongeveer 65 procent. Bij iemand die bijvoorbeeld diabetes heeft of leidt aan hoge bloeddruk, kan de nierfunctie op die leeftijd al zijn afgenomen tot onder de 15 procent. Dan is dialyse of transplantatie met een donornier nodig om in leven te kunnen blijven.

Een man zit in een ziekenhuisbed aan de nierdialyse.

Er staan veel ouderen op de wachtlijst voor een donornier van een overleden donor.

Wikimedia Commons, Anna Frodesiak via CC0

Door de vergrijzing zijn er steeds meer ouderen en wordt de wachtlijst voor een donornier van een overleden donor steeds langer. Daarom is de wachtlijst ‘oud voor oud’ in het leven geroepen. Ouderen kunnen, als zij nog niet eerder een niertransplantatie hebben ondergaan, via deze weg in aanmerking komen voor de nier van een oudere overleden donor. Een oude donornier is kwalitatief minder goed dan de nier van een jonge donor, maar voor een oude patiënt kan de nier van een oudere donor goed genoeg zijn om nog een aantal jaren onbezorgd te leven.

Oude cellen

Hessel Peters Sengers is epidemioloog aan het AMC in Amsterdam en doet sinds 2014 onderzoek naar niertransplantatie bij ouderen. Hij ontdekte dat patiënten die een nier van een oudere hartdode donor kregen, er vijf jaar na transplantatie niet veel beter aan toe zijn dan patiënten die aan de dialyse zijn gebleven. Waarom deze organen het niet zo goed doen, is onduidelijk, maar Peters Sengers heeft er wel ideeën over. “Na hartdood is de koude-ischemietijd (de tijd dat het orgaan buiten het lichaam doorbrengt, red.) veel langer dan na hersendood”, vertelt hij. Tijdens die koude-ischemietijd gaat de kwaliteit van het donororgaan snel achteruit.

Vier mensen die een operatie uitvoeren in een operatiekamer.

Na hartdood brengen donororganen meer tijd buiten het lichaam door dan na hersendood.

Flickr.com, North Dakota National Guard via CC BY-NC-SA 2.0

Ronald de Bruin, universitair hoofddocent aan de afdeling heelkunde van het Erasmus MC Rotterdam, onderschrijft dit. “Als een orgaan buiten het lichaam is geweest, worden er na implantatie in de patiënt zuurstofradicalen gevormd, die het orgaan kunnen beschadigen”, vertelt hij. “Hoe langer het orgaan buiten het lichaam is geweest, hoe groter deze ischemie reperfusie-schade (IRS). Recent hebben we ontdekt dat de zuurstofradicalen een orgaan laten verouderen. Na IRS zijn er dus meer oude cellen in het orgaan aanwezig. Het maakt hierbij niet uit hoe oud het orgaan oorspronkelijk was. Oudere organen zijn wel extra kwetsbaar, omdat die van zichzelf al meer oude cellen bevatten.”

Muizen verjongen

De Bruin doet onderzoek naar het verwijderen van deze oude cellen uit donororganen. Er zijn een aantal stofjes (senolytica) die oude cellen kapot kunnen maken. In verschillende studies is al gezien dat oude muizen die zo’n stofje krijgen toegediend op allerlei gebieden gaan verjongen. “Wij hebben zo’n stofje getest in een IRS-setting”, legt De Bruin uit. “Organen van een muis hadden na de behandeling minder oude cellen, en minder schade dan organen die niet behandeld waren.”

Helaas zijn deze bemoedigende resultaten niet direct toepasbaar op mensen. “Het stofje dat we in de studie gebruikten, kun je niet zomaar aan patiënten geven. Dat zou te riskant zijn. Het zou het mooiste zijn als we oude cellen kunnen verwijderen gedurende de tijd dat het orgaan buiten het lichaam is.” Tegenwoordig worden donororganen steeds vaker bewaard met behulp van machineperfusie, een pompsysteem dat organen doorspoelt met voedingsstoffen. Dat geeft nieuwe mogelijkheden. Als het orgaan is aangesloten op een machine kun je er metingen aan doen of medicijnen toedienen. “Dit is zeker iets dat we willen proberen”, aldus De Bruin. “Maar het probleem is dat machineperfusie nog niet zo goed werkt bij organen van kleine proefdieren.”

Op dit moment zijn er dus nog weinig aanpassingen aan de donororganen zelf mogelijk, maar dat betekent niet dat er niets te verbeteren valt. De Bruin: “In de meeste perfusiemachines worden organen bij een lage temperatuur bewaard. Door te koelen, verlaag je de stofwisseling en dan kan schade ontstaan. Perfusie werkt wellicht nog beter als je de vloeistof op lichaamstemperatuur houdt. Dan blijft de stofwisseling beter op gang en blijven de organen waarschijnlijk beter in conditie.”

Doordat ouderen op de wachtlijst ‘oud voor oud’ vaker eerder aan de beurt zijn, blijven er meer kwalitatief goede nieren over voor jonge nierpatiënten.

Wikimedia Commons, Baxter Czech via CC BY-SA 3.0

Wachtlijst verkort

Voorlopig blijft de kwaliteit van oude donororganen lager dan die van jonge donororganen. En vooral als de kwaliteit van leven na transplantatie nauwelijks hoger is dan bij dialyse, dringt de vraag zich op of oude donororganen wel gebruikt moeten worden. De Bruin vindt van wel. “Van dialyse word je ook niet gezonder. De mortaliteit is hoog. Over het algemeen is het voor een patiënt beter om een oude nier te krijgen dan om te dialyseren.”

Ook Peters Sengers is voor het blijven gebruiken van oude donororganen. “Er is een groep patiënten die heel graag getransplanteerd wil worden en dan moet dat gewoon mogelijk zijn.” Hij plaats hier wel een paar kanttekeningen bij. “Sommige patiënten denken dat transplantatie altijd het beste is en dat is dus niet zo. Voor patiënten die te hoge verwachtingen hadden, valt transplantatie soms zelfs tegen. Ik ken verhalen van patiënten die achteraf liever aan de dialyse waren gebleven. Tijdens het dialyseren hadden zij veel contact met lotgenoten in het ziekenhuis. Na transplantatie kwamen ze ineens alleen thuis te zitten.” Dat zijn zaken om bij het kiezen van een behandeling rekening mee te houden.

Het grote voordeel van ‘oud voor oud’ is dat het de reguliere wachtlijst verkort. Ouderen staan meestal op beide wachtlijsten, maar zijn voor een oude donornier vaak eerder aan de beurt. Ouderen die behandeld zijn binnen ‘oud voor oud’ verdwijnen van de reguliere wachtlijst, waardoor er uiteindelijk meer donornieren van jonge donoren beschikbaar zijn voor jonge patiënten.

ReactiesReageer