Op 18 september 2014 is het tweede vragenboek van Kennislink verschenen. Een boek met 101 slimme vragen, ingestuurd door onze lezers. In ’Waarom drinken we zoveel koffie?’ combineren we wetenschappelijke diepgang met heldere uitleg. Een voorproefje: Kun je grachtenwater drinken?
Toch maar beter niet. Als je gezond bent, is een slokje meestal geen probleem, maar je loopt toch de kans aan de diarree te gaan of een andere ziekte op te lopen.
“Aan oppervlaktewater worden heel andere eisen gesteld dan aan drinkwater uit de kraan,” aldus chemicus Maarten Ouboter van Waternet, het bedrijf dat ons kraanwater produceert en ook het grachtenwater controleert. Voor oppervlaktewater bestaat wel de zwemwaternorm die bijvoorbeeld aangeeft hoeveel bepaalde bacteriën in het water mogen voorkomen.
“We zien de laatste jaren dat de kwaliteit van het grachtenwater op de meeste dagen in het jaar voldoet aan die officiële zwemwaternorm. Ook tijdens de jaarlijkse City Swim had het Amsterdamse grachtenwater een goede kwaliteit. Onder de tweeduizend zwemmers zijn dan ook geen gevallen van ziekte bekend.”
Het laatste grote officiële onderzoek naar de algemene kwaliteit van het grachtenwater vond tien jaar geleden plaats. Volgens Ciska Schets, onderzoeker bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), bevatte het Amsterdamse grachtenwater toen een breed palet aan micro-organismen (bacteriën en virussen) die je ziek kunnen maken.
Op uiteenlopende plaatsen werd het grachtenwater gecontroleerd en op alle locaties werden micro-organismen gevonden. Als mensen aan deze micro-organismen worden blootgesteld, kunnen ze maag-, darm-, huid-, oor- en oogklachten krijgen, maar ook ernstigere aandoeningen, zoals hepatitis. “Dat betekent niet dat je zeker ziek wordt als je een slokje water binnenkrijgt”, licht Schets toe. “Dat hangt af van de soort en hoeveelheid micro-organismen en van je eigen weerstand.”
Hoeveel micro-organismen het water bevat, hangt ook af van de periode waarin je gaat zwemmen. Als het net flink geregend heeft, lopen de riolen vol, waardoor een deel van het rioolwater terechtkomt in de grachten. Dit gebeurt zo’n zeven keer per jaar. Dit fenomeen van overstort gebeurt alleen in de oude binnenstad waar nog een gemengde riolering ligt. Na een forse regenbui kan er dan menselijke poep in het water zitten. Overstort is heel gebruikelijk en vindt in meer Nederlandse steden plaats, zoals in Utrecht en Rotterdam.
Ouboter: “De dagen voor de City Swim (in 2013, red.) waren er geen overstorten. Als gevolg van wegspoelen en afbraak is drie dagen na een overstort de concentratie micro-organismen ook weer sterk gedaald”. Dat de kwaliteit van het grachtenwater in Amsterdam het laatste decennium zo sterk is verbeterd, heeft twee redenen.
Ten tijde van het RIVM-onderzoek, tien jaar geleden, loosden de rioolwaterzuiveringen nog in de Amstel en het IJ; tegenwoordig loost de nieuwe Zuivering-West buiten de stad op het Noordzeekanaal. Bovendien is de helft van de woonboten de afgelopen jaren op de riolering aangesloten. Zij loosden voorheen direct op de grachten en de Amstel. Ouboter: “De rest van de boten volgt de komende jaren.” Steeds meer mensen nemen op een hete dag een duik in de stadse watergangen. Zij moeten dus toch bedenken dat er nog steeds riolen uitkomen op de gracht. Een slok bier blijft nog even veiliger dan een slok stadswater.