Een groeiende groep mensen meent tegenwoordig dat vaccinaties schadelijker zijn dan de ziektes waartegen ze beschermen. Terwijl vroeger slechts kleine religieuze groeperingen vaccinatie afwezen, gebeurt dit nu veel breder, op pseudo-medische gronden. Daardoor wordt de vaccinatiegraad zo laag, dat vrijwel verdwenen kinderziektes weer opduiken in de westerse wereld. Maar wat zeg je tegen bezorgde ouders die verontrustende berichten hebben gelezen op internet?
Op internet doen wilde verhalen de ronde over de gevaren van vaccins. Sociale media zoals Twitter en Facebook barsten uit hun voegen zodra er weer eens een column over vaccinaties in een vrouwenblad verschijnt. Ook wij, wetenschapsredacteuren, worden soms aangesproken op de vermeende gevaren van vaccins. Wat is er van waar, en wat niet? Hieronder vind je de beweringen en vragen waar wij het meest tegenaan lopen, met antwoorden die zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.
“Vaccinaties werken niet. Dat er tegenwoordig zo veel minder kinderen sterven aan ziektes dan vroeger, komt door betere hygiëne, niet door vaccinaties.”
Dat is domweg niet waar. Kijk maar naar de timing. Het belang van een goede hygiëne werd ruimschoots voor de opkomst van de grote vaccinatiecampagnes erkend en onderwezen. Het aantal kinderen dat besmet werd en overleed door ziektes als difterie, polio en mazelen daalde pas – en sterk ook – nadat kinderen massaal werden gevaccineerd.
Werp bijvoorbeeld een blik op bovenstaande grafiek over hoe vaak mazelen voorkwam in de Verenigde Staten. Je handen wassen heeft bij het mazelenvirus overigens helemaal geen zin, want dat virus verspreidt zich via de lucht.
“Vaccinaties zijn onnatuurlijk.”
Ja, dat klopt. Zoals zo veel zaken in ons dagelijks leven onnatuurlijk zijn. Centrale verwarming is onnatuurlijk. De mogelijkheid om ‘s avonds een lamp aan te doen, of die nou op elektriciteit, gas of olie werkt, is onnatuurlijk. Voedsel kunnen kopen in een supermarkt is onnatuurlijk. Toch zullen maar weinig mensen iets tegen dit soort onnatuurlijkheid hebben. De natuurlijke situatie is, dat we moeten leven in de kou en in het donker, en ons eigen kostje bij elkaar moeten scharrelen. De natuurlijke situatie is ook dat kinderen, zoals in voorgaande eeuwen, massaal sterven aan ziektes die nu te voorkomen zijn. Dankzij vaccinaties. Ziekten genezen, met behulp van medicijnen of andere behandelingen, is trouwens ook onnatuurlijk. Maar ook daar hebben weinig mensen iets op tegen. Kortom: ‘onnatuurlijk’ is niet per definitie slecht. Het is daarmee een non-argument.
“Ik heb gehoord dat er een link is tussen vaccinaties en autisme.”
Dat werd inderdaad korte tijd gedacht, maar de arts die dit ‘ontdekte’ bleek een fraudeur. Hij had gesjoemeld met onderzoeksresultaten en ontving bovendien geld van advocaten die al bezig waren met een aanklacht tegen vaccin-fabrikanten. Het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet waarin de arts, Andrew Wakefield, zijn onderzoek publiceerde heeft die publicatie om deze redenen al lang geleden ingetrokken. Wakefield zelf is geschorst en mag zich in Groot-Brittannië nooit meer uitgeven voor arts. Minstens zo belangrijk is dat geen enkel ander serieus onderzoek een link tussen vaccinaties en autisme heeft kunnen vinden. In de wetenschappelijke wereld gelooft daarom inmiddels praktisch niemand meer in dit idee. Praktisch niemand; want je kunt natuurlijk, zoals bij elk willekeurig onderwerp, altijd wel een enkeling vinden met een afwijkende mening. Maar zo iemand heeft het wetenschappelijke bewijs niet aan zijn of haar zijde.
“Vaccinaties werken doordat ze je kind ziek maken. Waarom zou je een ziekte introduceren in een gezond lijf?”
Nee, dat gebeurt dan ook niet. Het idee van vaccinaties is nou juist dat je er níet ziek van wordt. Omdat je niet de volledige ziekteverwekker (bacterie of virus) krijgt ingespoten. In vaccins zitten sterk verzwakte of dode, of zelfs maar heel kleine stukjes van virussen of bacteriën. Hierdoor kun je de ziekte die ze normaal veroorzaken niet krijgen. Je wekt met vaccins geen immuunreactie op door het lichaam ziek te maken. Een betere vergelijking is dat je het immuunsysteem als het ware een heel gedetailleerd plaatje van de ziekteverwekker voorhoudt. Inclusief de precieze vorm, alles. Net als wanneer je van plaatjes leert wat gevaarlijke dieren zijn, zodat je die voortaan in het wild kunt mijden. Die plaatjes zelf doen niks. Toch is alleen dat al genoeg om je immuunsysteem in de alarmstand te zetten en zich te bewapenen tegen deze bedreiging.
Bijwerkingen van vaccins komen dan ook meestal niet door de ziekteverwekker die je ingespoten krijgt. Ze ontstaan doordat je immuunsysteem tijdelijk overactief is. Daarom zijn de bijwerkingen ook meestal mild: jeuk, misschien wat rode uitslag, of lichte verhoging of koorts. De uitzondering hierop kan in theorie voorkomen bij ‘levende vaccins’, waarbij wordt gewerkt met virussen die niet dood maar alleen sterk verzwakt zijn. Het is mogelijk dat zo’n virus door een spontane mutatie toch weer actief wordt. De kans hierop is echter minimaal. Bij het moderne MMRV-vaccin, dat beschermt tegen onder meer mazelen, is deze spontane mutatie bijvoorbeeld nog nooit waargenomen.
“Milde bijwerkingen? Vaccinaties kunnen toch ook heel ernstige bijwerkingen hebben?”
Ja, dat klopt. Alleen is de kans daarop echt heel erg klein, ruwweg één op een paar miljoen. Nu worden er natuurlijk wereldwijd vele miljoenen kinderen ingeënt; dus ook met een kans van één op een paar miljoen, zal er altijd ergens een kind wel ernstige bijwerkingen hebben, zoals de ontwikkeling van Guillain-Barré of hersenvliesontsteking. En ja, dat kan jouw kind zijn. Maar de kans om deze ziektes te ontwikkelen als complicatie bij griep of zelfs bij een gewone verkoudheid, is groter. Wat deze ziekten dus gevaarlijker maakt dan vaccinaties. Ook allerlei andere alledaagse risico’s zijn gevaarlijker dan vaccinaties. Je kind meenemen op de fiets of in de auto, bijvoorbeeld. Een leven zonder risico’s bestaat niet, en vaccineren is juist een methode om de risico’s te verkleinen.
Sinds 2000 zijn er volgens het Lareb, het onafhankelijke instituut dat in ons land bijwerkingen bijhoudt, twee kinderen geweest die hersenvliesontsteking kregen na toediening van het MMRV-vaccin en eentje die Guillain-Barré kreeg. Dat ze het kregen na vaccinatie, betekent niet per se dat ze het kregen door vaccinatie. Zij zijn bovendien gelukkig hersteld.
Er zijn in de afgelopen zestien jaar zeven kinderen overleden vlak na deze vaccinatie, maar ook dat betekent niet per se dat ze dóór de vaccinatie zijn overleden. Deze kinderen hadden allemaal al een ernstige, onderliggende aandoening, zoals astma of een serieuze infectie. Bij geen van hen was er enig bewijs dat hun overlijden iets te maken had met bijwerkingen van het vaccin. Dat maakt het waarschijnlijker dat hun dood puur door toeval samenviel met de periode kort na de vaccinatie.
Het niet vaccineren van je kind, uit angst dat het toch zo’n complicatie oploopt, is gevaarlijker dan de vaccinatie zelf. Ernstige ziektes zoals de mazelen zijn in ons land misschien zeldzaam, maar in andere delen van de wereld niet. Dit soort ziektes zijn bovendien bezig met een terugkeer. Ook hier in West-Europa, juist doordat er minder gevaccineerd wordt. De kans dat je kind er ooit mee in aanraking komt, nu of als volwassene, is hierdoor toch behoorlijk groot.
Hoe gevaarlijk dat is kun je bijvoorbeeld zien aan de mazelenuitbraak in ons land van 2013. Toen hebben volgens de officiële cijfers (het werkelijke aantal kan hoger liggen) 2640 kinderen mazelen opgelopen. Van hen zijn er 182 in het ziekenhuis beland vanwege ernstige complicaties. Die complicaties kunnen levenslange schade opleveren, waaronder hersenbeschadiging en doofheid. Tijdens deze laatste grootste epidemie is één kindje overleden. Dat is gelukkig minder dan gemiddeld; de kans om te overlijden aan mazelen, ligt rond de 1 op 1000. Zulke percentages van complicaties en overlijden worden met vaccinaties bij lange na niet gehaald. Dus ja, vaccinaties brengen een zeker risico met zich mee. Zoals alles in het leven. Maar het risico is heel klein, veel kleiner dan normale alledaagse risico’s waaraan we onze kinderen blootstellen. En het doormaken van de ziekte is vele malen gevaarlijker.
“Als ik mijn kind niet vaccineer, doe ik daarmee toch niemand anders kwaad? Waar bemoeien ze zich mee?”
Helaas, toch wel. Je kind kan dan namelijk baby’s die nog niet ingeënt zijn besmetten. Om weer mazelen als voorbeeld te nemen: hierbij geldt dat baby’s de eerste zes maanden nog natuurlijke bescherming tegen het virus hebben. Die krijgen ze mee van hun moeder. Als ze veertien maanden zijn, worden ze ingeënt, en beschermt het vaccin ze. Maar kinderen tussen de zes en veertien maanden kunnen de ziekte dus wel oplopen. En juist bij zulke jonge kinderen is de kans op complicaties het grootst. Zij hebben de grootste kans om in het ziekenhuis te belanden met bijvoorbeeld een longontsteking of hersenvliesontsteking, als gevolg van hun besmetting met mazelen. En zij hebben ook de grootste kans hieraan te overlijden. Daarom zijn tijdens de epidemie van 2013 ouders van baby’s in deze leeftijdsklasse in aller ijl opgeroepen hun kinderen vervroegd in te enten. Omdat door de ouders die hun kinderen niet inenten, nu plotseling ook de kinderen van ouders die hun kind wel willen inenten gevaar lopen.
“Er zit kwik / formaldehyde / aluminium in vaccins. Ik wil niet dat mijn kind zulk gif binnen krijgt!”
Het eerste deel van deze bewering klopt deels. Er zaten vroeger kwikverbindingen in vaccins, maar in een vorm en dosis die geen kwaad kan. Dit is eruit gehaald om verontruste burgers tegemoet te komen. In het BMR-vaccin dat in Nederland wordt gebruikt zit geen aluminium (eigenlijk: aluminiumzouten). In andere vaccins soms wel. Maar in hele lage dosis en bij ‘giftige’ en ‘schadelijke’ stoffen, zijn dat het de vorm en de dosis die een stof gevaarlijk maken. Letterlijk alle stoffen ter wereld, natuurlijk of door de mens gemaakt, kunnen dodelijk zijn. Als je er maar genoeg van neemt. Mijn scheikundedocent riep ooit, toen een leerling vroeg naar de dodelijkste stof in het lab, ‘Water!!’. Dit deed hij niet omdat je in water kunt verdrinken. Nee: ook water is giftig en dodelijk, wanneer je er vijf tot zes liter van achter elkaar drinkt. En dat is dus belangrijk om in je achterhoofd te houden bij ‘enge’ ingrediënten van vaccins.
Voor die aluminiumzouten geldt bijvoorbeeld dat de hoeveelheid in vaccins vele malen lager is dan de hoeveelheid aluminium die een baby via de moedermelk of andere voeding binnen krijgt. Gewoon van nature. Voor formaldehyde geldt dat ook. Dat zit ook van nature in je lichaam, in een lage dosis. En in veel soorten voedsel. Een enkele peer – ja, ook een biologische – bevat bijvoorbeeld veel en veel meer formaldehyde dan een vaccin. Onze lichamen zijn gewend met dit soort stoffen om te gaan, om ze af te breken en uit te scheiden, of op een andere manier onschadelijk te maken. Zo lang de dosis maar niet te hoog wordt.
“Maar waarom zitten dit soort stoffen, die bij hogere dosering schadelijk zijn, dan in vaccins?”
Soms voor de houdbaarheid van het vaccin. Je wilt niet dat een vaccin besmet kan raken met bijvoorbeeld een schimmel, waardoor je een nare infectie krijgt op de plek van de inenting. En soms omdat de stoffen je immuunsysteem een tijdelijke extra boost geven. In zo’n geval heet de stof een ‘adjuvans’; de hierboven genoemde aluminiumzouten zijn daar een voorbeeld van. Deze stoffen maken het vaccin extra effectief. Mocht je toch nog onzeker zijn over bepaalde ingrediënten van vaccins, vraag het je arts.
“Ik lees anders op internet toch echt heel alarmerende dingen over de gevaren van vaccinaties!”
Je kunt op internet en ook in diverse boeken dit soort informatie inderdaad volop vinden. Zoals je álles wat je zoekt op het internet of in boeken kunt vinden. Er zijn ook ontelbaar veel websites volgeschreven over het idee dat er aliens onder ons leven. Dat de Amerikaanse president een van hen is. Dat de aarde tóch plat is. Of hoe we allemaal kasplantjes zijn, aangesloten op een digitale matrix, die ons laat leven in virtual reality.
Kortom: niet alles wat op internet of in boeken staat, is automatisch waar. Hoe vaak je bepaalde informatie tegenkomt, zegt ook niet per se iets over het waarheidsgehalte. Het is natuurlijk prima om kritisch te zijn op de informatie van bijvoorbeeld overheden of farmaceutische bedrijven. Maar wees dan óók kritisch op elk willekeurig ander persoon die iets beweert. Hoe je dat doet? Bronnen checken. Kan iemand zijn of haar beweringen écht hard maken? Wat is zijn of haar bron? Zoek die originele bron op, kijk hoe betrouwbaar deze is, en of de bron ook echt zegt wat wordt beweerd. Vaak genoeg wordt informatie uit de tweede hand verdraaid.
In het geval van vaccinaties kun je bijvoorbeeld ook zelf controleren of beweringen rondom de veiligheid kloppen, door in wetenschappelijke databases te zoeken naar studies over die veiligheid. PubMed is een voorbeeld van zo’n database waarin je enorm veel medische onderzoeken terug kunt vinden. Een nadeel bij dit alles is wel dat je Engels goed moet zijn, en dat je het jargon in medische onderzoeken moet snappen. Als je daar moeite mee hebt, vergeet dan niet dat de meerderheid van onafhankelijke wetenschappers en artsen, die dat jargon wel kunnen lezen, adviseren om je kind wel te laten vaccineren en ook hun eigen kinderen wel laten vaccineren.
“Vaccinaties zijn een complot uit de koker van Big Pharma. Farmaceutische bedrijven verdienen er veel geld mee; logisch dus dat ze de gevaren onder het tapijt proberen te vegen. En jij wordt vast ook dik door hen betaald om dit artikel te schrijven.”
Was het maar waar. Ik leef ook maar in een klein tweekamerappartement in een achterstandswijk. Maar nee, om een serieus antwoord te geven: ik zou me nooit laten betalen voor het verspreiden van misleidende en potentieel gevaarlijke informatie. De reden dat ik dit schrijf is juist dat ik het vreselijk vind dat, als het gaat om vaccinaties, momenteel de gezondheid en zelfs levens van kinderen op het spel worden gezet op basis van misinformatie. Niets meer, niets minder.